• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De branche van het wegtransport – 2.3 Beroepsvervoer en eigen vervoer

    2.3 Beroepsvervoer en eigen vervoer

    Het grootste deel van het goederenvervoer over de weg wordt door
    het beroepsvervoer gedaan; dit zijn ondernemingen die hun brood
    verdienen alleen met transport. Daarnaast rijdt ook het eigen
    vervoer: dit zijn bedrijven die iets produceren of verhandelen.
    Voor hen is transport een bijzaak. Het beroepsvervoer neemt zowel
    nationaal als internationaal het leeuwedeel van het transport voor
    haar rekening. Op de binnenlandse markt is het aandeel van het
    beroepsvervoer zeventig procent. In 1980 was het aandeel van het
    eigen vervoer op de binnenlandse markt nog ruim veertig procent,
    maar sindsdien loopt dit percentage terug naar 37 in 1990 tot
    slechts dertig procent in 1993. Er zijn ruim 54.000 bedrijven
    actief in het eigen vervoer; tegen 9700 in het
    beroepsvervoersbedrijven. Het eigen vervoer rijdt veelal met kleine
    (bestel)wagens met een zeer beperkt laadvermogen. Van de 158.000
    wagens die het eigen vervoer heeft rijden, hebben er 100.000 een
    laadvermogen van meer dan n ton. Slechts 4000 wagens in het eigen
    vervoer kunnen meer dan vijf ton laden. Op een paar grote bedrijven
    na (de PTT bijvoorbeeld), moet bij het eigen vervoer vooral gedacht
    worden aan de bakker en de bloemist met hun bestelautootjes. De
    helft van de eigen vervoerders zit in de bedrijfstak handel en
    horeca en 35 procent in de bouwnijverheid en de industrie. Bij het
    grensoverschrijdende vervoer heeft het eigen vervoer nooit een
    grote rol gespeeld. Al in 1970 werd maar achttien procent van het
    internationale transport door het eigen vervoer gereden. Twintig
    jaar later is het aandeel gezakt tot 11 procent en in 1993 blijft
    er nog negen procent voor het eigen vervoer over. Vorig jaar
    bedroeg dit percentage nog slechts 8 procent. Als het eigen vervoer
    de landsgrenzen overschrijdt, rijdt 51 procent van de wagens naar
    Duitsland, 38 procent naar de Benelux-landen en slechts 11 procent
    naar overige landen (CBS, 1994).


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken