• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De branche van het wegtransport – 3.2 Bestemmingen

    3.2 Bestemmingen

    De belangrijkste landen waar de Nederlandse vervoersondernemers
    naartoe rijden zijn op volgorde van grootte: Duitsland (22 miljoen
    ton), Belgi en Luxemburg (12 miljoen ton), Frankrijk (ruim 4,5
    miljoen ton), Itali (1,3 miljoen ton), Engeland (0,7 miljoen ton)
    en Zwitserland (0,6 miljoen ton). Andere belangrijke uitvoerlanden
    zijn Denemarken en Zweden (samen 1 miljoen ton). De belangrijkste
    landen waar de Nederlandse vervoersondernemingen goederen vandaan
    halen zijn in volgorde van grootte: Duitsland, Belgi en Luxemburg,
    Frankrijk, Itali, Engeland en Zweden. Andere grotere importlanden
    zijn Denemarken, Spanje en Zwitserland en Oostenrijk.

    Zowel de export als de import via het Nederlands
    beroepsgoederenvervoer over de weg nemen onverminderd toe. Over het
    afgelopen jaar laten de cijfers een stijging zien van 7 %. De grote
    vijf handelspartners voor in- en uitvoer zijn achtereenvolgens
    Duitsland (52%), Belgi/Luxemburg (28%), Frankrijk (9%), Itali (3%)
    en Engeland (1,3%).

    De uitvoer naar de belangrijkste handelspartners
    Duitsland, Belgi/Luxemburg en Frankrijk – stijgt nog steeds, met
    uitzondering van de uitvoer naar Engeland en Itali die tussen 1993
    en 1994 licht afnam. Verder zijn over bijna de hele linie toenamen
    vast te stellen. Ook de export naar Marokko nam met 13 % toe, na
    een lichte daling in 1993. Het gaat hierbij echter slechts om 0,02
    % van de totale Nederlandse export. De uitvoer naar Turkije nam
    vorig jaar fors af, na een stijging in de voorgaande jaren. De
    export naar de voormalig Oostbloklanden is grillig. Terwijl de
    uitvoer naar Bulgarije, Polen en Roemeni fors daalde (afnames van
    respectievelijk 53, 20 en 36 %), liet de export op het GOS een
    stijging van 68 % zien. Momenteel zijn de drie grootste
    Oosteuropese exportlanden achtereenvolgens: Polen (0,4%), het GOS
    (0,4%), Hongarije (0,2%). Gemiddeld neemt de export naar
    Oost-Europa de laatste jaren gestaag toe, hoewel deze handel nog
    steeds slechts een klein percentage uitmaakt (1,3 %) van de totale
    uitvoer van Nederland (TLN, 1995). Met dit aandeel nemen deze
    landen samen een zevende plaats in op de ranglijst, na Zwitserland
    en voor Zweden. De Nederlandse invoer stijgt voor wat
    betreft alle grote handelspartners. Verder neemt de import uit
    Frankrijk, Zwitserland en Zweden sterk toe. Grote dalingen zijn te
    zien in de import van produkten uit Griekenland, Portugal en
    Turkije, hoewel deze laatste daling staat tegenover een grote
    stijging in 1993. De cijfers van Oost-Europa tonen ook hier grote
    pieken en dalen: stijgende cijfers naar het GOS en Slowakije en
    dalende getallen voor Roemeni, voormalig Joegoslavi en Bulgarije.
    De grootste drie zijn hier: Polen (0,5%), het GOS (0,2%) en Tjechi
    (0,2%). De Oost-Europese landen samen, nemen 1,2% van de
    Nederlandse import voor hun rekening en nemen daarmee de vijfde
    plaats in, voor Zweden en na Itali (TLN, 1995).


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken