• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage VII – V.6. De afvalverwerkingsbranche

    V.6. De afvalverwerkingsbranche

    De afvalverwerkingsbranche heeft zich in Nederland in relatief
    korte tijd kunnen ontwikkelen van een marginale bezigheid tot een
    krachtige economische sector. De omzet is groot. Er valt veel geld
    te verdienen aan de restanten van de welvaartsmaatschappij. Afval
    is een inelastisch goed waardoor de afvalbedrijven in zekere zin
    zelf de prijs voor de verwerking kunnen bepalen. Het milieubeleid
    van de Nederlandse overheid heeft aan de ene kant geleid tot het
    opschroeven van de eisen die aan de verwerking van afval worden
    gesteld en aan de andere kant heeft het een verregaande vorm van
    zelfregulering en privatisering in de hand gewerkt, zonder dat er
    is gezorgd voor een adequaat controlesysteem. Bepaalde condities in
    de afvalverwerkingsbranche hebben zich jarenlang redelijk
    ongestoord kunnen ontwikkelen waardoor een gelegenheidsstructuur is
    ontstaan die een voedingsbodem voor zware milieu-criminaliteit
    vormt. Een van deze condities is dat er veel overheidsinstanties
    bij zijn betrokken die door de branche-organisaties en handige
    afvalverwerkers tegen elkaar worden
    uitgespeeld. Verder is de afvalmarkt sterk in beweging. De
    kleinere, van oudsher familiale bedrijven ondervinden steeds
    grotere concurrentie van kapitaalkrachtige bedrijven, die proberen
    monopolieposities in de gehele keten te verkrijgen. Hoe meer
    onderdelen van die keten een bedrijf in bezit heeft, des te groter
    zijn de winstkansen voor dat bedrijf en des te moeilijker is het
    door de overheid te controleren. De grote bedrijven zullen de
    kleinere na verloop van tijd ook uit de markt drukken omdat de
    afvalverwerking aan steeds hogere milieu-eisen moet voldoen. Die
    eisen hebben immers tot gevolg dat steeds grotere investeringen
    nodig zijn om adequate verwerkingsinstallaties te laten bouwen.

    Er zijn in deze branche grote verschillen tussen de hoeveelheid
    aangeboden soorten afval en de verwerkingscapaciteit van de
    bedrijven. Er bestaat in deze vrij jonge economische sector dus nog
    geen evenwicht tussen vraag en aanbod. Enerzijds leiden deze
    verschillen tot fricties in de markt die illegale verwerking van
    afval in de hand werken, anderzijds tot grotere winstmogelijkheden
    voor bedrijven die van die fricties handig gebruik maken. Zo sluit
    de verwijderingscapaciteit nog steeds niet aan op het afvalaanbod,
    waardoor niet altijd de meest geigende manier van verwijdering
    wordt of kan worden toegepast. Als gevolg daarvan moeten ook grote
    hoeveelheden afval worden gexporteerd naar het buitenland. Maar het
    omgekeerde is ook het geval. De capaciteit voor het schoonmaken van
    verontreinigde grond is groter dan het binnenlandse aanbod
    vervuilde grond. Deze frictie leidt derhalve tot de invoer van
    verontreinigde grond uit het buitenland. De grote prijsverschillen
    tussen soorten afval, tussen soorten verwerking en tussen landen
    leiden ertoe dat illegale afvalverwerking financieel zeer
    aantrekkelijk is.

    Immers, zware milieucriminaliteit wordt om twee redenen
    gepleegd: om geld mee te verdienen en om bedrijfsproblemen op te
    lossen. Deze bedrijfsproblemen ontstaan door de druk van de markt
    op de kleinere bedrijven, verkeerde kostencalculaties en door de
    verscherpte eisen van de overheid. De werkelijke omvang van zware
    milieucriminaliteit kan in Nederland nog niet op een betrouwbare en
    valide manier worden vastgesteld. Bovendien worden veel
    milieu-overtreders veroordeeld op grond van fraudes, valsheid in
    geschrifte en fiscale delicten en maar zelden (nog) op
    milieucriminaliteit. De situatie in deze branche moet zeker
    ernstiger worden ingeschat dan op grond van CBS-statistieken kan
    worden aangenomen. Het gebeurt in deze branche nog steeds dat
    gevaarlijk afval op het oppervlaktewater wordt geloosd of, illegaal
    vermengd met ander materiaal, wordt gestort, dat afval wordt
    verbrand terwijl dat niet mag, en dat afval valselijk wordt benoemd
    of illegaal naar het buitenland wordt gexporteerd.

    Het is zeer onwaarschijnlijk dat criminele groepen zich in de
    afvalverwerkingsbranche hebben ingenesteld. Op grond van gegevens
    verkregen uit interviews met brancheleden, vakbonden en
    wetenschapsbeoefenaren, uit 18 dossiers afkomstig van de
    regiokorpsen, de CRI en het Milieu Bijstand Team, en op grond van
    een antecedentenonderzoek van ondernemers in de sector, komen wij
    tot de conclusie dat de georganiseerde criminaliteit niet in deze
    branche actief is. Een beschrijving van de daders wijst uit dat
    ernstige milieuverontreinigers meestal familiebedrijven zijn die in
    de jaren zestig en zeventig groot zijn geworden. De eigenaren
    hebben zelden een hoge (technische) opleiding genoten en regeren
    met vaste hand hun bedrijf; tegenspraak wordt niet geduld en
    loyaliteit wordt royaal beloond. De medeplichtigen zijn
    (mede)directeuren, boekhouders en andere personeelsleden van het
    bedrijf. Bijzondere aandacht verdienen de afvalmakelaars die
    vrijwel ongecontroleerd afval kunnen verplaatsen. Zij opereren
    steeds vaker internationaal waarbij het moeilijk is vast te stellen
    of en waar het afval uiteindelijk wordt gestort, verbrand,
    gecomposteerd of misschien illegaal gedumpt.

    Malafide afvalverwerkers tonen weinig respect voor de overheid.
    Strafrechtelijke sancties lijken weinig uit te halen. Boetes worden
    niet of zeer laat betaald. Voert de overheid de sancties verder op
    dan wordt een andere tactiek toegepast: dreigen het afval te laten
    liggen en niet meer te behandelen, of dreigen met vertrek van het
    bedrijf naar een ander gebied of een ander land. Malafide
    afvalverwerkers zoeken ook gericht naar gedoogsituaties. Eerst
    wordt een kleine vergunning aangevraagd waarna allerlei soorten
    afval worden geaccepteerd op het bedrijf. Vervolgens wordt de
    vergunningverlener onder druk gezet om een grote vergunning te
    verlenen. De overheid wordt met het tijdelijk toelaten als het ware
    medeplichtig aan de ongewenste situatie en dat maakt het voor
    justitie achteraf weer moeilijker om strafrechtelijk te vervolgen.
    Afvalverwerkers die zich aan zware milieuverontreiniging schuldig
    maken, doen er van alles aan om opsporing door de politie of door
    andere instanties te voorkomen. Er worden verschillende
    administraties bijgehouden, er wordt in codes gepraat,
    personeelsleden worden getraind wat te doen en te zeggen wanneer
    inspecties worden uitgevoerd. Er worden BV-constructies bedacht om
    zich af te schermen, katvangers ingezet, en tegen elke
    overheidsbeslissing, hoe klein ook, worden alle juridische
    registers opengetrokken en alle beroepsmogelijkheden benut. Of dat
    laatste het gevolg is van een doelbewuste strategie kan moeilijk op
    grond van de gegevens worden beweerd. Effect heeft het in ieder
    geval wel, want de verschillende overheden worden flink
    beziggehouden. Afvalverwerkers worden trouwens bijgestaan door
    deskundige juristen, technici, mediaspecialisten en
    wetenschapsbeoefenaren, en, niet te vergeten, overheidsdienaren die
    als adviseur of als lid van de Raad van Bestuur in de arm zijn
    genomen. Daarmee wordt een belangenverstrengeling
    bewerkstelligd die gemakkelijk kan afglijden naar corruptie. De
    opbrengsten van illegale activiteiten in de afvalverwerkingsbranche
    worden voornamelijk weer in het eigen bedrijf genvesteerd of
    gebruikt voor een uitbundige levensstijl en voor het kopen van de
    loyaliteit van het eigen personeel. Ook worden er de salarissen van
    de eigenaar en bedrijfsleiders mee aangevuld. In sommige gevallen
    worden de opbrengsten uitgegeven aan de sponsoring van bijzondere
    evenementen.

    Geen van de bedrijven of organisaties die zich op de hiervoor
    aangegeven manieren schuldig maken aan milieudelicten, voldoen ten
    volle aan de elementen van onze omschrijving van georganiseerde
    criminaliteit. In alle 18 bestudeerde gevallen is er bovenal sprake
    van organisatiecriminaliteit, die uiteraard grote schade
    veroorzaakt aan het fysieke milieu en de volksgezondheid. Het zijn
    in se legale bedrijven die door illegaal gedrag proberen
    extra inkomsten te verwerven of voor het bedrijf kosten te
    besparen. De wijze waarop dat in een enkel geval gebeurt maakt
    duidelijk dat deze vorm van organisatiecriminaliteit op diverse
    punten dicht in de buurt van georganiseerde criminaliteit komt. Een
    van de belangrijkste verschillen tussen georganiseerde
    criminaliteit en organisatiecriminaliteit is nochtans dat bij de
    eerstgenoemde soort criminaliteit gebruik wordt gemaakt van intern
    en extern geweld en dat, zonodig, nog andere strategien worden
    gehanteerd om zich te weer te stellen tegen overheidsoptreden. Bij
    de onderzochte malafide afvalverwerkingsbedrijven hebben wij echter
    geen aanwijzingen voor het gebruik van intern geweld gevonden. Op
    het personeel wordt soms wel veel druk uitgeoefend door, aan de ene
    kant, diverse beloningen in het vooruitzicht te stellen en, aan de
    andere kant, door te dreigen met ontslag of overplaatsing naar
    onderdelen van het bedrijf waar de arbeidsomstandigheden slechter
    zijn. (Dreiging met) geweld naar de overheid is slechts incidenteel
    waargenomen, en dan is het vooral bedoeld om controles te
    bemoeilijken of zelfs te verhinderen. Overheidsoptreden wordt vaker
    gefrusteerd door belangrijke personen op vitale posities in het
    openbaar bestuur in te kapselen in het eigen bedrijf.

    In de afvalverwerkingsbranche is dus inderdaad te zien dat
    bepaalde vormen van organisatiecriminaliteit dicht tegen
    georganiseerde criminaliteit aan kunnen komen te liggen. De
    analyses maken duidelijk dat hier in feite nooit sprake is van
    zwart-wit situaties, maar dat het eerder gaat om glijdende schalen
    waarop bepaalde vormen van criminaliteit kunnen worden
    gepositioneerd. In drie belangrijke casus is waargenomen dat
    illegale activiteiten in de bedrijven langzaam maar zeker de
    overhand kunnen krijgen op legale activiteiten. Bedrijven kunnen zo
    afglijden naar vormen van georganiseerde criminaliteit. Op grond
    van bovenstaande feiten en ontwikkelingen kan worden geconcludeerd
    dat in de afvalverwerkingsbranche een zorgelijke situatie is
    ontstaan.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken