• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grondrechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Terrorisme plannen Remkes doen Oostbloktijden herleven

    Wil van der Schans
    Ravage #12 van 23 september 2004

    Terwijl in kringen van Duitse terrorismebestrijders de twijfel groeit over het nut van rasterfahndung, komt minister Remkes van Binnenlandse Zaken met een voorstel om het systeem ook in Nederland in te gaan voeren. Hiermee krijgt de AIVD onbeperkt toegang tot digitale bestanden, hetgeen gevaren oplevert voor de burger.

    ,,Goedemorgen, AIVD, mag ik even binnenkomen?” Het zal niet de eerste associatie zijn bij nieuwe vormen van geautomatiseerde data-analyse om in een vroeg stadium mogelijke terroristen te ontdekken. Plannen die minister Johan Remkes deze zomer bekend maakte.
    Toch zullen de Arie’s en Freek’s van de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) na elke gevonden afwijking in de gekoppelde databestanden op pad moeten gaan. De maatregel werd aangekondigd na de aanslagen van 11 maart jl. in Madrid en dringt diep binnen in het privé-leven van burgers.
    Volgens Remkes tonen de aanslagen aan dat minder dan voorheen bij de opsporing van de daders de aandacht zich kan beperken tot bepaalde groepen en organisaties. Een analyse die de plank aardig mis lijkt te slaan. In Duitsland is gebleken dat vergaande data-analyse, rasterfahndung (fijnmazige opsporing), niets dan narigheid oplevert.

    lees meer

    Terrorisme plannen Remkes doen Oostbloktijden herleven

    Ravage #12 van 23 september 2004

    Terwijl in kringen van Duitse terrorismebestrijders de twijfel groeit over het nut van rasterfahndung, komt minister Remkes van Binnenlandse Zaken met een voorstel om het systeem ook in Nederland in te gaan voeren. Hiermee krijgt de AIVD onbeperkt toegang tot digitale bestanden, hetgeen gevaren oplevert voor de burger.

    lees meer

    Terrorisme plannen Remkes doen Oostbloktijden herleven

    Ravage #12

    Terwijl in kringen van Duitse terrorismebestrijders de twijfel groeit over het nut van rasterfahndung, komt minister Remkes van Binnenlandse Zaken met een voorstel om het systeem ook in Nederland in te gaan voeren. Hiermee krijgt de AIVD onbeperkt toegang tot digitale bestanden, hetgeen gevaren oplevert voor de burger. lees meer

    Controle op informatieverzameling over onverdachte burgers ontbreekt

     Persbericht Autoriteit Persoonsgegevens/21 september 2004

    Het kabinet zal nieuwe maatregelen en bevoegdheden invoeren voor de bestrijding van het terrorisme. Het gaat om de coördinatie van de bestrijding, de respons op een concrete dreiging en om bevoegdheden met het oog op het voorkomen van terrorisme. Uitgebreide verzameling, koppeling en analyse van informatie over groepen en personen ziet het kabinet als de sleutel tot het voorkomen van terrorisme.

    Het CBP constateert dat de noodzaak van uitbreiding van bevoegdheden tot het verzamelen van informatie niet is aangetoond. De vergaande coördinatie van de informatieverzameling miskent de gescheiden wettelijke taken en bevoegdheden die inlichtingendiensten en politie hebben. Voorts meent CBP dat structureel toezicht op de informatie die in het kader van deze nieuwe bevoegdheden wordt vergaard, geboden is.

    De Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wijzen in hun brief van 10 september 2004 aan de Tweede Kamer erop dat informatie de belangrijkste grondstof is voor terrorismebestrijding. De informatie-uitwisseling tussen veiligheidsdiensten, politie, openbaar ministerie en IND zal daarom worden geïntensiveerd. Daartoe wordt een informatieknooppunt in het leven geroepen, de Contra-Terrorisme-infobox, waar bestanden zullen worden gecombineerd en geanalyseerd. Dreigingsanalyses van het informatieknooppunt kunnen leiden tot strafrechtelijk of vreemdelingenrechtelijk ingrijpen tegen individuen maar ook tot “inlichtingenmatige observatie” van personen, eventueel over langere perioden. Indien aan terrorisme gerelateerde activiteiten worden geconstateerd die niet kunnen worden getypeerd als strafrechtelijke feiten, kan ook worden overgegaan tot het “verstoren” van deze activiteiten. Door een persoon zodanig in de gaten te houden dat hem en zijn omgeving duidelijk wordt dat hij onderwerp is van overheidsoptreden, zou deze feitelijk geen rol meer kunnen spelen in aan terrorisme gerelateerde zaken. De Minister van Justitie zal verantwoordelijk worden voor de algemene aanpak van verstoringsacties.

    Het CBP signaleert in de voorstellen een verruiming van bevoegdheden zonder dat de onderbouwing met feiten is gestaafd. De nieuwe bevoegdheden komen boven op de 1 september in werking getreden antiterrorismewetgeving. Het ging hierbij om uitbreiding van de reikwijdte van het Wetboek van Strafrecht door nieuwe strafbaarstellingen en door verhoging van de strafmaat voor het plegen van misdrijven met een terroristisch oogmerk. Voorts is samenspanning (d.w.z. het maken van afspraken) tot terroristisch handelen strafbaar gesteld.

    Met deze nieuwe wettelijke bepalingen voor informatieverwerking is nog geen enkele ervaring opgedaan die zicht geeft op nut en noodzaak van de maatregelen. Daarbij komen nog de reeds ingevoerde of nog in te voeren bevoegdheden voor het onderscheppen van telecommunicatie en de bevoegdheid tot het opeisen van informatie bij bedrijven en andere organisaties. De voorstellen betekenen dat opsporingsbevoegdheden al mogen worden ingezet zonder dat sprake is van verdenking van overtreding van het Wetboek van Strafrecht. Het is, aldus de brief van de ministers, voor de overheid voldoende dat een burger haar argwaan opwekt om hem te kunnen observeren teneinde vast te stellen of de argwaan gerechtvaardigd is of niet.

    Het CBP waarschuwt voor de gevolgen van een vermenging van de taken van veiligheidsdiensten en politie. Het kabinet introduceert met de Contra-Terrorisme-informatiebox een concept dat veel vragen oproept. Het lijkt een vrijbrief voor ongelimiteerde informatieuitwisseling tussen de veiligheidsdiensten en de politie. Dit betekent dat onderzoek op grond van losse vermoedens en aannames op grotere schaal gedeeld zal worden. Zo lijkt informatie over veel onverdachte burgers van de dossiers van de veiligheidsdiensten terecht te zullen komen in de politieregisters.

    De gevolgen van zo’n vermenging van functies kunnen zeer ingrijpend zijn. De bescherming van de staatsveiligheid is primair een zaak van de inlichtingendiensten. Deze hebben zeer vergaande bevoegdheden om reeds bij het enkele vermoeden dat de staatsveiligheid in het geding is informatie te verzamelen. Het delen van deze veelal ‘’zachte” informatie met de opsporingsdiensten mag pas plaatsvinden, na zorgvuldige analyse en taxatie, indien sprake is van een begin van verdenking dat er strafbare feiten worden beraamd of gepleegd. Samenwerking is noodzakelijk voor terrorismebestrijding, maar de politie moet dan wel worden geïnformeerd op een moment dat er sprake is van uitoefening van de politietaak. Op dat moment kan informatie van met name de Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst worden ingebracht in een gemeenschappelijke informatiebox.

    Los van nut en noodzaak van de voorgenomen maatregelen ontbreekt in de geschetste plannen een voorstel voor een adequate en structurele controle op het proces van het verzamelen en delen van informatie. Het zou een ernstige tekortkoming zijn als het kabinet hierin niet voorziet. Veel van de werkzaamheden zullen in het verborgene blijven, ook voor de personen die ten onrechte voorwerp van onderzoek zijn geweest. Des te noodzakelijker is het om controle op de uitoefening van deze vergaande overheidsmacht in te bouwen. De burger moet beschermd worden tegen terrorisme maar moet ook het vertrouwen kunnen behouden dat de overheid op rechtmatige wijze haar vergaande bevoegdheden uitoefent.

    Het CBP onderschrijft vanzelfsprekend de noodzaak voor het kabinet om effectieve maatregelen te nemen ter bestrijding van het terrorisme. Internationale verdragen, Europese regels, de Nederlandse grondwet en andere wetten vereisen echter dat de beoogde verwerking van informatie over grote groepen onverdachte burgers voldoet aan de maatstaf van nut en noodzaak en dat voorzien is in rechtsbescherming. In zijn advisering aan de betrokken ministers zal het CBP eventuele wetsvoorstellen op basis van deze plannen beoordelen aan de hand van dit normatieve kader.

    Over het CBP
    Het CBP houdt – onder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) – toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

    Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zo nodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.

    Veganisten barbequen niet

    Ravage # 11

    Nadat eind juni de AIVD en de Nationale Recherche gewag hadden gemaakt dat men voornemens was het radicaal dierenrechtenactivisme strenger aan te gaan pakken, werd ruim een maand later al enigszins duidelijk hoe zoiets er in de praktijk uit zal gaan zien. Na langdurige observatie werden acht personen gearresteerd die een stuk hekwerk bij het proefdiercentrum BPRC in Rijswijk kapot hadden geknipt. lees meer

    Maarten vast in Zweden

    Uit: Ravage #11 van 3 september 2004

    Justitie heeft Maarten Blok overgedragen aan de Zweedse autoriteiten. De Haagse rechtbank wees onlangs een vordering tegen uitlevering van de hand. Maarten wordt er van beschuldigd tijdens de EU top van juni 2001 in Göteborg een agent met een stok op het hoofd te hebben geslagen.

    MAARTEN BLOK had begin augustus een kort geding aangespannen tegen het besluit van minister Donner van Justi­tie om uitlevering aan Zweden toe te staan. Maar de Haagse rechtbank is van mening dat er geen sprake is van onrechtmatig handelen van de kant van de minister. Er zijn volgens de rechtbank geen of onvoldoende bewijzen voorhanden die aantonen dat Maarten in Zweden geen eerlijk proces zal krijgen.
    Ook dient het feit dat de Zweedse autoriteiten hem in eigen land voor het gerecht wil brengen en de zaak niet overdraagt aan Nederland gerespecteerd te worden, aldus de rechtbank. Nadat eerder al de Amsterdamse rechtbank en de Hoge Raad van mening waren dat uitlevering toegestaan is, waren Maartens juridische mogelijkheden opgedroogd.

    lees meer

    Geheime dienst weer actief in Wageningen

    2004-06-17 14:41:00 – source: www.gelderlander.nl

    Door PAUL BOLWERK
    WAGENINGEN – De Regionale Inlichtingen Dienst van de politieregio Gelderland – Midden is weer zeer actief in Wageningen. De aandacht is vooral gericht op dier – en milieuactivisten, en mogelijkerwijs radicalen van etnische afkomst.Dat bleek gisteravond tijdens de raadscommissie bestuur van de gemeente Wageningen. Burgemeester A. Pechtold liet doorschemeren dat hij in ieder geval in het afgelopen half jaar periodiek contact heeft met de RID: de ‘inlichtingentak’ van de regionale politie èn de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, voorheen de BVD.Pechtold weigerde, ook na aandringen van GroenLinks-raadslid R. Janmaat, aan te geven wie of welke groeperingen in Wageningen extra in de gaten worden gehouden. Eveneens wilde hij niet ingaan op de redenen voor extra observatie, dan wel infiltratie in het Wageningse.

    De bijeenkomst was ‘redelijk uniek’, want RID-chef Regterschot was gisteren bereid gevonden om het werk van zijn inlichtingendienst uiteen te zetten. In bijzijn van de politietop en officier van justitie mr. M. de Weert.

    Wageningen heeft wat dat betreft een traditie hoog te houden. Juli 1990 heeft de toenmalige Binnenlandse Veiligheidsdienst voor het eerst in haar geschiedenis tegenover de Wageningse gemeenteraad tekst en uitleg gegeven over haar werkzaamheden. Directe aanleiding was de mislukte werving van een Wageningse student biotechnologie als BVD-infiltrant.

    Met het doel zicht te krijgen op groeperingen mogelijkerwijs verantwoordelijk voor bijvoorbeeld de Makro-branden, aanslagen op Shell-stations en vernielingen (Razende Rooiers, Ziendend Bintje) van proefvelden met genetish gemanipuleerde gewassen.

    “We zijn geen spionnen, maar infiltreren wel”, beaamde Regterschot. Om niet al te hoog gestemde verwachtingen te scheppen, verduidelijkte hij wel dat het grootste deel van het werk bestaat uit informatiewinning (luisteren, observeren, praten en dossiers aanleggen) aan de hand van openbare bronnen. Gekscherend, ook wel de KKK ofwel de KnipselKrantKlub genoemd.

    De universiteitsstad is altijd al in beeld geweest van de inlichtingendienst. Maar na de moord op Pim Fortuyn (6 mei 2002) door de Wageningse milieuactivist Volkert van der G. is de aandacht voor linkse activisten weer toegenomen. In het bijzonder bij de AIVD, de RID en naar verluidt ook de Korps Landelijke Politie Diensten.

    source: www.gelderlander.nl

    lees meer

    Verslag van de Commissie vergadering


    Observant nr 27, juni 2004

    De menselijke camera

    Erik Timmerman en Petra Bouwknegt
    Ravage #8, 11 juni 2004

    Gezichtsherkenning, biometrische vinger- en irisafdrukken, zelfdenkende camera’s met agressiedetectors. De technieken om voertuigen en personen te kunnen traceren lijken door de digitalisering van de samenleving onbegrensd. Buro Jansen & Janssen zet de nieuwste ontwikkelingen op een rijtje.
    In 1999 was Ede de eerste gemeente die cameratoezicht in de openbare ruimte introduceerde. In korte tijd beleefde deze vorm van toezichthouden een ware ‘boost’. Tientallen gemeenten besloten cameratoezicht in te voeren, met name in de uitgaansgebieden.
    De laatste tijd lijkt daar de rek een beetje uit. De systemen kosten veel geld en aantoonbare resultaten – meer arrestaties, minder overlast, mensen voelen zich veiliger – worden veelal niet gehaald.
    Dit wil echter niet zeggen dat de ontwikkelingen op cameragebied stilstaan. Hoewel een groot deel nog in de kinderschoenen staat, is het goed om alvast te weten wat we mogelijk nog kunnen verwachten de komende jaren.

     

     


    Nota Dierenrechtenactivisme in Nederland (AIVD) en Criminaliteitsbeeldanalyse Radicaal Dierenactivisme 1999 – 2003 (KLPD)

    AIVD en KLPD, 11 juli 2004

    In januari 2001 werd door het regiokorps Ijsselland een Bovenregionaal Rechercheteam (BRT) onder de naam ‘Escape’ opgericht dat onderzoek ging doen naar een aantal radicale dierenacties in Nederland dat in de periode daarvoor had plaatsgevonden. In het team zaten een aantal regiokorpsen, de Unit Terrorismebestrijding en Bijzondere Taken van de KLPD en de AIVD. In februari 2002 werd het team opgeheven, zonder dat er arrestaties zijn verricht. Alle informatie ging daarna naar de AIVD. Het rechercheteam dat de moord op Foruyn onderzocht dook ook in het radicale dierenactivisme. Dit leidde al voor de zomer van 2003 tot een verhoogde landelijke prioriteit. De procureurs-generaal verhoogden na overleg met de minister de prioriteit van de vervolging van dierenactivisten en het landelijk parket ging de onderzoeken coördineren. Dierenactivisme werd als een van de eerste taken overgeheveld naar de nationale recherche. De minister kondigde toen ook aan dat er een landelijke analyse gemaakt zou worden en dat gekeken zou worden welke informatie bekend was bij de AIVD. Bij de behandeling van wet Terroristische Misdrijven werd een motie aangenomen van de VVD, CDA en LPF waarin werd bepleit dat radicale dierenrechtenactivisten als terroristen moeten kunnen worden beschouwd. In een aangenomen motie stellen zij dat dierenrechten- en eco-activisten mogelijk terroristische daden begaan, omdat ze een deel van de bevolking vrees aanjagen. “Het is wenselijk als zij in voorkomende gevallen vervolgd worden terzake van een terroristisch misdrijf”, aldus de motie. Op 11 juli jl. verschenen de analyses van de AIVD en de KLPD.

    Uit het persbericht:

    Het AIVD-rapport ‘Dierenrechtenactivisme in Nederland, grenzen tussen vreedzaam en vlammend protest’ geeft aan dat het dierenrechtenactivisme in Nederland zowel divers als diffuus is. Het wordt vanuit verschillende invalshoeken en motieven bedreven. Uit het rapport blijkt bijvoorbeeld dat dierenrechtenactivisten niet altijd, zoals vaak verondersteld, links georiënteerd zijn, maar ook vanuit extreem-rechtse invalshoek handelen. Een andere categorie is a-politiek. Uit het rapport van de AIVD blijkt eveneens dat het overgrote deel van de activisten zich beperkt tot vreedzame acties en poogt door middel van demonstraties en het uitdelen van pamfletten de politiek en samenleving te attenderen op het dierenleed. Een kleinere groep maakt gebruik van verdergaande acties zoals blokkades, bezettingen en vernielingen om hun boodschap kracht bij te zetten. Een zeer kleine groep is zo extreem gewelddadig, dat sommige activiteiten dicht in de buurt komen van de delictsomschrijving in de Wet terroristische misdrijven. Zij willen tot het uiterste gaan om het lot van dieren gunstig te beïnvloeden. Deze laatste personen of organisaties hebben de bijzondere aandacht van de AIVD. Immers zij proberen via ondemocratische weg hun doel te bereiken. Door onderzoek tracht de AIVD zicht te krijgen in de aard, ernst en omvang van het fenomeen. De AIVD beoogt door middel van het identificeren en door informatieverschaffing radicale elementen aan te pakken.
    Uit de criminaliteitsbeeldanalyse blijkt dat er een toename is van het aantal incidenten. In 2001 betrof het nog 47 acties, twee jaar later is dat toegenomen tot 178. Het gaat dan om incidenten als vernieling, brandstichting, bedreiging/intimidatie en het vrijlaten van dieren uit fokkerijen. Het merendeel van de acties zijn gericht tegen de sector proefdieronderzoek. De analisten constateren een toenemende professionalisering in de acties. Deze vinden vaak plaats in georganiseerd verband en hebben in toenemende mate een relatie met buitenlandse radicale groeperingen. Ook lijken de acties zich te verharden. De exacte schade is niet vast te stellen, maar loopt in de miljoenen euro’s. Het betreft de geleden schade aan bedrijfspanden, derving van inkomsten en hogere verzekeringspremies. Tevens is er veel emotionele schade als gevolg van bedreigingen en intimidaties van personen (en van hun familieleden) die werkzaam zijn in de betreffende bedrijfssectoren.De overheid heeft daarom besloten de aanpak van radicaal dierenrechtenactivisme als nationale prioriteit aan te duiden. Alle incidenten worden via de politieregio’s centraal gemeld bij het Nationaal Informatieknooppunt en onderzocht door de Nationale Recherche. Op die wijze komt er een beter zicht op mogelijke relaties tussen verschillende actie’s en de personen die daar bij betrokken zijn. Door een landelijke aanpak wordt de expertise in tactisch en operationeel opzicht gebundeld. Hierdoor kan ook zicht worden gehouden op een meer adequate incidentenbehandeling in de regio’s. Over het sneller treffen van maatregelen en reageren op incidenten zijn de regio’s bovendien aan het begin van dit jaar reeds aangeschreven door het College van procureurs-generaal. Het gaat om een meer uniforme en intensieve aanpak, waarbij alle bedrijven waar een dierenrechtenactie plaatsvindt worden bezocht en op sporen worden onderzocht. Ook dient er meer aandacht te zijn voor de wijze waarop met slachtoffers wordt omgegaan.
    Verder hebben de betreffende diensten contact met de branches om informatie uit te wisselen. Zo kan er tevens gewerkt worden aan een sterkere informatiepositie. De Nationale Recherche onderhoudt tevens contacten met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst om informatie uit te kunnen wisselen over personen en groeperingen. Slachtoffers van genoemde acties kunnen 24 uur per dag rechtstreeks melding doen van incidenten bij de KLPD.

    AIVD-rapport ‘Dierenrechtenactivisme in Nederland, grenzen tussen vreedzaam en vlammend protest’
    KLPD-rapport: Criminaliteitsbeeldanalyse Radicaal Dierenactivisme 1999 – 2003

    Gerelateerde links:
    ESCAPE, Bovenregionaal Rechercheteam gevormd tegen dierenrechtenactivisten. (Buro Jansen & Janssen)
    Nieuwe Terrorismewet, Ook activist kan terrorist zijn (Buro Jansen & Janssen)


    Toezichtsrapport betreffende het onderzoek van de Commissie van Toezicht naar het AIVD-onderzoek inzake radicaliseringsprocessen binnen de islamitische gemeenschap

    29 april jl verscheen het eerste diepteonderzoek van de Commissie van Toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Deze commissie is ingesteld na de invoering van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002. De Commissie controleert de rechtmatigheid en de uitvoering van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
    Het eerste diepteonderzoek richtte zich op het onderzoek van de AIVD naar radicaliseringsprocessen binnen de Islamitische gemeenschap. Dit onderwerp staat sinds begin negentiger jaren hoog op de agenda van de AIVD .
    Het rapport is een gekuiste versie van het geheime onderzoekrapport dat de commissie op 31 maart jl. aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stuurde.

    In het verslag van de commissie vallen een aantal zaken op.

    Pas in 2003 heeft de AIVD z’n blikveld verbreed. Tot die tijd richtte binnen de AIVD de Pijler Anti-Integratieve tendensen (A1-pijler) zich op personen en groepen of organisaties die radicaliseren, sinds midden 2003 is de pijler omgedoopt tot Pijler Radicaliseringstendensen, die zich ook richt op radicaliserende processen, ontwikkelingen en tendensen.

    De commissie constateert dat de scheidslijn tussen informanten en infiltranten erg dun is. Informanten zijn natuurlijke personen die ‘geacht worden de benodigde gegevens te kunnen verstrekken (art 17 lid 1 sub a WIV 2002). Infiltranten zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid en instructie van de dienst (art 21 lid 1 sub a WIV 2002). In principe wordt een informant niet aangestuurd door de dienst, een infiltrant wel. De instructies aan infiltranten worden in een rapportage vastgelegd. In de onderzochte gevallen bevatte die rapportages geen instructies die inhielden dat infiltranten strafbare feiten mochten plegen, aldus de commissie. Bij de eerste contacten die de AIVD met informanten legt is het onduidelijk of iemand slechts informatie aan kan leveren of ook geschikt is als infiltrant. De AIVD speelt hier op in door ook alle informanten onder te brengen onder het regime van infiltranten, aldus de commissie. Slechts als iemand ook echt infiltrant wordt, volgt de AIVD de procedure van verlenging. Deze is niet nodig voor informanten.

    De commissie consteerde dat minister van Binnenlandse Zaken Remkes bij het geven van toestemming voor de inzet van bijzondere bevoegdheden (art 18 tot en met art 33 WIV 2002) wel zijn handtekening zette, maar geen datum vermeldde.

    De dossieropbouw binnen het team was slecht. De commissie constateerde dat de dossiers niet altijd even goed zijn bijgehouden. Er ontbeekt een vast model voor systematische dossieropbouwUit de conclusies:

    Besluitvorming teamopdracht correct

    Onvoldoende geanticipeert op de nieuwe wet, inmiddels wel

    Uitoefening bijzondere bevoegdheden proportioneel

    Betrek de jurisdische afdeling voortaan bij alle teamopdrachten

    Op internet veel te vinden over het fenomeen radicalisering. Team heeft naar vermogen hiervan gebruik gemaakt. Anderzijds beperking, omdat het zoeken op internet relatief arbeidsintensief is.

    De minister van Binnenlandse Zaken en Koninksrijksrelaties schreef op 26 april een reactie op het geheime rapport. Om te beginnen kon hij zich vinden in het onderscheid tussen gegevens die de commissie openbaar wilde maken en die geheim gehouden moeten worden.
    De minister neemt de aanbeveling om de juridische afdeling te betrekken bij teamopdrachten over en hij beloofd een datum te zullen vermelden bij de toestemming voor de inzet van een bijzondere bevoegdheid. Verder beloofd hij dat de interne regelgeving voor dossieropbouw zal worden aangescherpt.

    Geralateerde links:

    Rapport Commissie Van Toezicht, 29 april 2004

    Reactie Remkes, 26 april 2004

    Jaarverslag Commissie van Toezicht


    Veroordelingen in Rotterdamse ‘terroristenzaak’

    Buro Jansen & Janssen

    Op 21 juni jl. deed het Gerechtshof uitspraak in de zaak tegen vier vermeende terroristen uit Rotterdam. De vier waren op 13 september 2001 gearresteerd naar aanleiding van een ambtsbericht van de AIVD. Ze zouden betrokken zijn bij de voorbereidingen van een aanslag op de ambassade van de VS in Parijs. Nadat de Rotterdamse rechtbank in december 2002 de vier verdachten had vrijgesproken volgde nu een veroordeling tot een celstraf van zes jaren.
    Bij dit proces speelde de vraag of informatie afkomstig van de AIVD (of toen BVD) gebruikt mag worden om iemand te verdenken van een strafbaar feit.
    De Rotterdamse rechtbank was in december 2002 de mening toegedaan dat de verdenking onterecht was omdat het OM die verdenking ‘louter en alleen op grond van de inhoud van de van de veiligheidsdienst ontvangen inlichtingen baseerde. Bij het ontbreken van enig resultaat van strafrechtelijk onderzoek, moet worden vastgesteld dat verdachte op onvoldoende gronden “als verdachte” is aangemerkt.’ Vrijspraak volgde.
    Het OM ging in hoger beroep en op 25 april 2003 volgde een tussenvonnis van het Gerechtshof te ‘s Gravenhage over het verzoek van de advocaten om het hoofd van de AIVD te horen en de beschikken te krijgen over de door de AIVD getapte telefoongesprekken. Het Gerechtshof ging hierbij nadrukkelijk in op het feit dat de verzoeken vooral ‘de strekking hadden de wijze waarop de BVD de aan het openbaar ministerie verstrekte informatie heeft verkregen aan een toets te onderwerpen’. Vervolgens beredeneerde het Hof dat die toets niet aan een rechtbank onderworpen diende te worden. De taken en bevoegdheden van de AIVD en de politie zijn van rechtswege sterk gescheiden, de één bevordert de nationale veiligheid , de ander spoort op. De Memorie van toelichting op de WIV 2002 stelt het OM in de persoon van de Landelijke Officier Terrorismebestrijding inzage kan krijgen in de achterliggende stukken van de door de AIVD geleverde ambtsberichten, maar dat deze wel geheimhoudingsplicht heeft. Uitgaande van de WIV 2002 heeft de AIVD een rechtsplicht tot geheimhouding van bronnen en modus operandi, aldus het Gerechtshof. Bovendien valt de AIVD onder een eigen regime van (politieke) controle, er is een parlementaire commissie die de AIVD controleert en met de WIV 2002 werd ook een Commissie van Toezicht opgezet. ‘Het hof is van oordeel dat voor een toets op de rechtmatigheid van de verkrijging van de door de AIVD aan justitie verstrekte informatie slechts in zeer beperkte mate sprake kan zijn. Deze zal namelijk beperkt dienen te blijven tot de gevallen waarin sterke aanwijzingen bestaan dat sprake is van informatie die verkregen is met (grove) schending van fundamentele rechten. In zoverre dient naar ‘s hofs oordeel ook in de relatie tussen (thans) AIVD en justitie een vertrouwensbeginsel te gelden zoals dat geldt in het uitleveringsrecht en bij de verdragsrechtelijke rechtshulp in strafzaken, erop neerkomend dat de justitiële autoriteiten mogen uitgaan van in ieder geval de rechtmatige verkrijging van de door de BVD/AIVD verstrekte informatie.’
    Met deze uitspraak gaf het Gerechtshof een voorbode van de definitief uitspraak op 21 juni jl. waarbij de verdachten tot 6 jaren werden veroordeeld. Terwijl de Rotterdamse rechtbank een tip van de AIVD onvoldoende vond voor een verdenking, stelt het Haagse hof dat ‘het niet vermag in te zien dat de in de onderhavige zaak door de BVD via het Korps Landelijke Politiediensten in augustus en september 2001 verstrekte en in ambtsberichten neergelegde informatie de op 13 september van dat jaar uitgevoerde doorzoekingen niet legitimeerden, noch dat die ambtsberichten – in samenhang met onder meer de resultaten van die doorzoekingen – de aanhouding en voortgezette vrijheidsbeneming van de verdachte op grond van tegen hem bestaande ernstige bezwaren, niet zou kunnen rechtvaardigen.’ Met andere woorden: een tip door de AIVD is wel voldoende voor een verdenking. Het hof meld wel expliciet dat de ambtsberichten van de AIVD niet zijn meegnomen in de bewijsvoering. ‘Aan de vraag – in algemene zin – onder welke voorwaarden die informatie tot het bewijs zou mogen worden gebezigd, gaat het hof voorbij omdat het niet noodzakelijk acht van die informatie voor het bewijs gebruik te maken, mede op grond van de omstandigheid dat die informatie, voor zover relevant en behoudens voor zover van niet zuiver feitelijke aard, ook veelal uit andere bewijsmiddelen blijkt’ , aldus het hof.

    Gerelateerde links:

    Uitspraak rechtbank 18 december 2002, rechtbank Rotterdam
    Uitspraak gerechtshof 25 april 2003, Gerechtshof ‘s Gravenhage
    Uitspraak gerechtshof 21 juni 2004, Gerechtshof ‘s Gravenhage
    Het gebruik van AIVD-informatie in het strafproces, L. an Wifferen in Justitiele Verkenningen (WODC)
    Persbericht ministerraad: AIVD informatie meer gebruiken, Ministerie van Justitie
    Remkes: Misverstanden over waarde AIVD-informatie , AIVD
    Louis Sèvéke (OBIV) : AIVD schiet tekort in uitvoering van kerntaken , OBIV
    Notitie informatie van inlichtingen- en veiligheidsdiensten in het strafproces, Ministerie van Justitie
    AIVD in de rechtszaal, Donner wil bewijsmateriaal AIVD wettig maken , Buro Jansen & Janssen


    Argos

    vrijdag 25 juni 2004 11:02 Radio 1
    Hoe betrouwbaar is AIVD-informatie en wie controleert dat? Moet de rechtsstaat meer middelen krijgen in de strijd tegen het terrorisme?

    Deze week deed het gerechtshof in Den Haag een opmerkelijke uitspraak. Twee mannen kregen gevangenisstraffen van 6 en 4 jaar voor het deelnemen aan een internationale criminele organisatie die terroristische aanslagen wilde plegen. De mannen waren vorig jaar door de rechtbank in Rotterdam vrijgesproken omdat de rechtbank oordeelde dat de AIVD-informatie geen rol mocht spelen in het strafproces. Het hof in Den Haag vindt dat geen bezwaar en liet zelfs door de AIVD verzamelde informatie toe als bewijs tegen de verdachten. Dit tot grote vreugde van minister Donner van justitie, die voor het gebruik van AIVD-informatie in de rechtszaal zelfs een apart wetsvoorstel in de maak heeft.
    Hoe betrouwbaar is AIVD-informatie en wie controleert dat? Moet de rechtsstaat meer middelen krijgen in de strijd tegen het terrorisme?
    Een debat daarover met o.a. CDA Tweede Kamerlid W. van Fessem.


    Wet terroristische misdrijven (28.463) aangenomen in Eerste Kamer

    Dit wetsvoorstel wijzigt het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit het EU-kaderbesluit over terrorismebestrijding. Met dit voorstel worden terroristische misdrijven afzonderlijk omschreven en worden misdrijven die beogen terroristische misdrijven voor te bereiden of gemakkelijk te maken zwaarder bestraft.
    Het verhoogde strafmaximum is alleen van toepassing als bewezen kan worden dat het misdrijf is begaan met een ‘terroristisch oogmerk’. Dat wil zeggen het oogmerk om de bevolking van een land vrees aan te jagen, dan wel een overheid of internationale organisatie te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden. Ook als het misdrijf wordt ondernomen om de economische, politieke of sociale structuren van een land of internationale organisatie ernstig te ontwrichten of vernietigen is sprake van een terroristisch oogmerk.
    Het voorstel is op 9 december 2003 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, D66, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA en LPF stemden voor. De fractie van de PvdA is daarbij aantekening verleent voor die onderdelen die betrekking hebben op het strafbaar stellen van samenspanning. De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 14 en 15 juni 2004. Tijdens de behandeling is op 15 juni 2004 de Motie-Kohnstamm (D66) c.s. inzake een adviesaanvraag aan de Raad van State over het begrip samenspanning (EK 28.463, F) ingediend. Deze motie is op 22 juni 2004 na stemming bij zitten en opstaan verworpen. PvdA, ChristenUnie, SGP, GroenLinks, SP, D66 en OSF stemden voor.
    Het wetsvoorstel is op 22 juni 2004 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. PvdA, D66, OSF, SP en GroenLinks stemden tegen.


    Akkoord bereikt over Europese Grondwet

    Op de website van Statewatch zijn de volledige teksten te vinden:

    a. New: 28.6.04: Renumbered text of the EU Constitution: Renumbered text of EU Constitution (pdf)
    b. Consolidated agreed text: Part I (pdf)
    c. Consolidated agreed text: Parts II and IV (pdf)
    d. “Justice and Home Affairs”: Constitution: JHA (pdf)
    e. Judicial Provisions (pdf)
    f. Summary of the the abolition/retention of vetoes under the Constitution: Vetoes summary (pdf)

    1. The Council have now produced a full consolidated text: CIG 86 (pdf, 325 pages, 930k)
    2. The Council has produced 88 pages of “Declarations” to be attached to the Constitution: CIG 86 ADD 2 (pdf)
    3. New: 29.06.04: The Council has produced a full list of Protocols – another 351 pages – to be attached to the Constitution: CIG 86 ADD 1 (pdf). This makes the full Constitution 764 pages – a bit of summer reading.


    Nederland Voorzitter van de EU

    Website nl voorzitterschap

    Daarwerkelijke samenwerking, werkplan politieel deel van het Nederlands voorzitterschap

    Vergaderingen van JBZ-Raad

    Team Nederlands Voorzitterschap Europese Unie van Nederlands Centrum Internationale Politiesamenwerking

    Vanaf 1 juli 2003 is onder leiding van Jan Wiarda een team van in totaal acht mensen gestart met de voorbereiding van het politiegedeelte van het Nederlands Voorzitterschap van de Europese Unie tweede helft 2004. Nederland zal het voorzitterschap uitoefenen voorafgegaan door Ierland en opgevolgd door Luxemburg. Op dit ogenblik is het team volop bezig met de voorbereiding van het volgend half jaar. Daarnaast zijn er intensieve contacten met het Ierse voorzitterschap. Nederland is nu onderdeel van de zogenaamde Trojka, het dagelijks bestuur, bestaande uit oud voorzitter Italie, Ierland en de komende voorzitter Nederland.


    De telefoontap in grote opsporingsonderzoeken

    R.J. Bokhorst
    Justitiële verkenningen
    jrg. 30, nr. 4, juni 2004

    In Nederland worden zo is het algemene beeld, bij de opsporing van ernstige misdrijven vrijwel standaard telefoons afgeluisterd (zie Reijne, Kouwenberg e.a., 1996; Van Koppen, 1995). Daarbij zou in Nederland in vergelijking met het buitenland de telefoontap beduidend vaker worden toegepast. Herhaalde malen is in de Tweede Kamer aandacht gevraagd voor het (vermeende) op grote schaal aftappen van telefoons en verzocht om meer concrete informatie met betrekking tot de aantallen taps die er in Nederland jaarlijks lopen. Op dit moment ontbreekt nog een centrale registratie. Ofschoon de Minister van Justitie van mening is dat – gelet op het juridische kader waarmee de inzet van de tap is omgeven – landelijke controle en registratie van de tap geen meerwaarde oplevert, zou met de beoogde centralisatie van tapvoorzieningen dergelijke informatie in de toekomst wel beschikbaar komen.1 In een uitgebreide studie naar rechercheonderzoek en recherchemethoden, dat door onderzoekers van het Instituut voor Veiligheidsen Crisismanagement (COT), het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) en het Wetenschappelijk Onderzoek-en Documentatiecentrum (WODC) is uitgevoerd, kon het beeld worden bevestigd dat de telefoontap een prominente plaats inneemt bij de opsporing (De Poot, Bokhorst e.a., 2004). In dit onderzoek, dat in een zestal politieregio’s is verricht, is op verschillende manieren in kaart gebracht op welke wijze de Nederlandse politie aangiften van misdrijven behandelt, misdrijven onderzoekt en al dan niet tot een oplossing brengt. Een van de gebruikte onderzoeksmethoden bestond uit participerende observatie, waarbij 28 omvangrijke opsporingsonderzoeken zijn gevolgd.

    Frans rapport over afluisteren:
    http://lesrapports.ladocumentationfrancaise.fr/BRP/044000215/0000.pdf

    Vergelijkend onderzoek tappen Europese landen:
    Rechtswirklichkeit und Effizienz der Überwachung der Telekommunikation
    [..], internationale vergelijking op p.104 (juni 2003)
    http://www.iuscrim.mpg.de/verlag/online/Band_115.pdf


    Privacygedragscode particuliere onderzoeksbureaus

    De gedragscode is opgesteld door de Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus (VPB), in overleg met de overheid. Het CBP heeft deze gedragscode op verzoek van de VPB beoordeeld en heeft vervolgens op 13 januari 2004 verklaard dat de in de gedragscode opgenomen regels, gelet op de bijzondere kenmerken van de sector particuliere onderzoeksbureaus, een juiste uitwerking vormen van de WBP of van andere wettelijke bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens. De verklaring van het CBP is gepubliceerd in de Staatscourant 2004, nr 7, blz. 22..

    Vervolgens heeft de Minister van Justitie de gedragscode verplicht gesteld voor alle vergunningsplichtige recherchebureaus via de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Rpbr). In een nieuw artikel 23a (onder een nieuwe paragraaf 11a): Bijzondere bepalingen voor recherchebureaus, wordt bepaald dat een recherchebureau een (privacy)gedragscode vaststelt conform een bij de regeling vastgesteld model, waarbij het model gelijjkluidend is aan onderhavige gedragscode.


    Juridisch chauvinisme

    Opportuun, jaargang 10, nummer 10, juni 2004
    Mr. J.L. de Wijkerslooth, voorzitter van het College van procureurs-generaal

    Het is makkelijk om kritiek te leveren op de Europese Unie. Men kan bijvoorbeeld wijzen op de soms al te grote regelzucht of op de geldverslindende maandelijkse verhuizing van het parlement tussen Brussel en Straatsburg. Dat neemt niet weg dat de EU op een aantal terreinen zeer succesvol is gebleken. ………
    Tot nader order is de internationaal georiënteerde misdadiger moeilijker aan te pakken dan de dorpscrimineel. Als we daar verandering in willen brengen, zullen we echt bereid moeten zijn om een aantal nationale stokpaardjes op te geven. Een totale harmonisatie van het strafrecht is onhaalbaar en ook onwenselijk. ……
    Wij zullen moeten aanvaarden dat de keuzes die wij hebben gemaakt voor of tegen de inzet van bepaalde opsporingsmethoden niet heilig zijn. Daarbij zullen wij er niet aan ontkomen op strafvorderlijk terrein enige soevereiniteit in te leveren. Dat betekent bijvoorbeeld dat wij moeten gaan accepteren dat een proces-verbaal naar Nederlands recht niet steeds in de Nederlandse taal is opgemaakt, dat een buitenlandse politieman naar Nederlands recht buitengewoon opsporingsambtenaar kan zijn of dat in ons land opsporingshandelingen worden verricht waar wij niet alles over te zeggen hebben.

    France, Germany and Spain to share access to databases

    Statewatch, juli 2004

    Work is underway to enable France. Germany, and Spain to give access to each other to their respective criminal record databases. Tests are expected to begin before 2004 is over, and systematic information exchanges on offenders between the three countries will start next year. A joint working group was established by the three countries at the start of 2003 to provide solutions for any technical or legal difficulties that this initiative may entail. Press statements by the French and Spanish justice ministries stressed that the working group is responsible for guaranteeing that these information exchanges are characterised bs a high level of security and confidentiality. and for developing a system that may be easily extended to other countries.

    lees meer

    Inhoudsopgave Observant #26, april 2004

    01 Ervaringen met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst: De asielzoeker en de geheim agent
    02 De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de burger, ervaringen van actievoerders en vreemdelingen
    03 Special van Justitiele Verkenningen over inlichtingendiensten
    04 AIVD jaarverslag 2003
    05 Jaarverslag 2003-2004 van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

    Gehele Observant #26

    Observant #26, april 2004

    Ervaringen met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
    De asielzoeker en de geheim agent

    Wil van der Schans en Erik Timmerman
    NRC Handelsblad, 8 mei 2003

    De macht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst neemt toe sinds de moslimextremistische aanslagen. De AIVD krijgt steeds meer bevoegdheden om terreur op te sporen. Maar houdt de geheim agent zich aan de wet? ÔFreek beloofde me een verblijfsvergunning in ruil voor informatie.’

    De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de burger,
    ervaringen van actievoerders en vreemdelingen

    Wil van der Schans en Erik Timmerman
    Justitiele Verkenningen, nr 3, mei 2004

    De gecompliceerde verhouding tussen activiteiten van inlichting- en veiligheidsdiensten en burgerrechten wordt geïllustreerd in de bijdrage van Van der Schans en Timmerman. Zij menen dat deze activiteiten ‘onvermijdelijk’ leiden tot schending van burgerrechten. Ze geven daarvoor verscheidene voorbeelden gebaseerd op ervaringen van antiglobaliseringsactivisten en vluchtelingen. De auteurs verwijzen naar een oordeel van de Raad van State dat luidde dat de destijds geldende Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten in strijd was met de artikelen 8 en 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hoewel de nieuwe wet uit 2002 de taken en bevoegdheden van de diensten nauwkeurig benoemt, wordt het precieze werkterrein van de AIVD niet omschreven. Ook wordt de geïntroduceerde term ‘nationale veiligheid’ niet gedefinieerd. Dit kan er volgens de auteurs toe leiden dat bijvoorbeeld
    vredesactivisten worden beschouwd als een bedreiging voor de nationale veiligheid en om die reden een doelwit zijn van de AIVD.


    Special van Justitiele Verkenningen over inlichtingendiensten
    Jaargang, nr 3, mei 2004

    Inlichtingen- en veiligheidsdiensten zijn sinds het einde van de Koude Oorlog verwikkeld in een ingrijpend veranderingsproces. De overzichtelijke bipolaire wereld van destijds waarin bijna elke brandhaard als vanzelf een oost-westconflict werd, is veranderd in een wereld die weliswaar wordt gedomineerd door de Verenigde Staten, maar die tegelijkertijd vol regionale conflicten is. In toenemende mate beschikken niet-statelijke actoren over (geavanceerde) wapens en wereldwijde netwerken die hen in staat stellen hun eisen met grootschalig geweld kracht bij te zetten. De aanslagen van 11 september 2001 in New York en 11 maart 2004 in Madrid onderstrepen bovendien dat het ‘nieuwe terrorisme’, belichaamd in groepen als Al-Qaeda, afgaande op hun eigen verklaringen niet minder dan een oorlog voert tegen het Westen. Aan inlichtingendiensten stelt deze ontwikkeling nieuwe eisen. Was het tijdens de Koude Oorlog voldoende de CPN in de gaten te houden, tegenwoordig wordt van de AIVD (voorheen BVD) een meer pro-actieve houding verwacht. De dienst tracht potentiële dreigingen
    in een vroeg stadium als zodanig te identificeren. Binnen het aandachtsgebied vallen nu zeer uiteenlopende onderwerpen zoals spanningen tussen bevolkingsgroepen, de werving van jihad-strijders, de smokkel van wapens en nucleair materiaal en de internationaal vertakte georganiseerde misdaad. Binnen de Nederlandse verhoudingen komt daar na de moord op Pim Fortuyn en perikelen rond het koningshuis ook de roep bij om een ruimere taakopvatting van de dienst als het gaat om de beveiliging van politici en antecedentenonderzoek.
    Mede naar aanleiding van deze gebeurtenissen en op verzoek van de Tweede Kamer heeft de minister van Binnenlandse Zaken recent een commissie ingesteld die het werk van de AIVD gaat evalueren en daarmee een antwoord zal geven op vraag of de dienst er in is geslaagd de omslag naar de 21e eeuw te maken. De vraag hoe de activiteiten van de dienst zich verhouden tot de burgerrechten komt in de commissie niet aan de orde, maar wel in dit themanummer van Justitiële verkenningen. Het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat
    de roep om ruimere bevoegdheden voor inlichtingendiensten ook in Nederland zal klinken. Op dit moment is het gebruik van AIVD-informatie in het strafproces al een punt van discussie. Door de terroristische dreiging is het maatschappelijk klimaat voor honorering van dergelijke verlangens gunstig, maar het is de vraag hoever een open democratische samenleving kan gaan in haar streven naar veiligheid. Voorts heeft de redactie het onderwerp inlichtingendiensten nadrukkelijk in een historische en internationale context willen plaatsen. Zie voorwoord

    Inhoud:

    Inlichtingendiensten in Europa en Amerika; de heroriëntatie sinds de val van de Muur en 11 september 2001
    door C. Fijnaut

    Het gevaar van succes in de strijd tegen terrorisme; portret van de nieuwe vijand
    door R. de Wijk

    Wie wint de ‘war on terrorism’?
    door B. de Graaff

    De problemen rond de internationale intelligence liaison
    door C.Wiebes

    Veiligheidsdienst in verandering; de BVD/AIVD sinds het einde van de Koude Oorlog
    door P.H.A.M. Abels en R.Willemse

    Infiltratie in de praktijk; BVD en CPN tijdens de Koude Oorlog
    door F. Hoekstra

    De AIVD en de burger; ervaringen van actievoerders en vreemdelingen
    W. van der Schans en E. Timmerman

    Inlichtingenwerk en ethiek; een wildernis van spiegels
    door B. Hoogenboom

    Het gebruik van AIVD-informatie in het strafproces
    door L. van Wifferen


    AIVD jaarverslag 2003

    De AIVD constateert in het verslag dat terroristische netwerken zich in toenemende mate richten op ‘soft targets’, personen of objecten die, omdat ze gemakkelijk te benaderen of toegankelijk zijn, een gemakkelijk doelwit vormen. De netwerken hebben hun organisatorisch zwaartepunt verlegd naar semi-autonome lokale cellen, die in belangrijke mate zelfvoorzienend zijn. De netwerken zijn daardoor lastiger dan in het verleden bloot te leggen en onschadelijk te maken. De AIVD noemt de dreiging van het islamitisch terrorisme – ook voor Nederland – nog altijd aanzienlijk.
    In Nederland richten de netwerken zich vooral op het rekruteren van jongeren voor de jihad en op het faciliteren van de gewapende strijd door middel van valse papieren, verblijfplaatsen en dergelijke. Het gaat hierbij om een qua samenstelling steeds wijzigende groep. Hun aantal beweegt zich rond de 150 personen.


    Jaarverslag 2003-2004 van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

    Met ingang van 1 juli 2003 is de Commissie van Toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (hierna af te korten als: de commissie) haar werkzaamheden begonnen. De instelling van deze commissie is geregeld in de op 29 mei 2002 in werking getreden Wet op
    de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (hierna af te korten als: de WIV 2002).1 Onder bedoelde diensten begrijpt artikel 1 van deze wet de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), die achtereenvolgens vallen onder de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Minister van Defensie, terwijl in het verband van de toezichthoudende taak van de commissie tevens wordt gedoeld op de onder de Minister-President ressorterende coördinator van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (zie artikel 4). Tevens valt onder de taakomschrijving van de commissie het toezicht op ambtenaren van de politie, Koninklijke marechaussee en de rijksbelastingdienst, voor zover deze functionarissen werkzaamheden verrichten ten behoeve van de AIVD (zie artikel 60).
    In hoofdstuk 6 van de WIV 2002 (de artikelen 64-84) zijn de samenstelling, taakuitvoering en andere bijzondere onderwerpen, de commissie betreffende, opgenomen. Voor haar bevoegdheden wordt overigens ook naar andere bepalingen van deze wet verwezen, in het bijzonder de artikelen 34, tweede lid en 55, derde lid. De commissie is krachtens artikel 64, tweede lid, van de WIV 2002 meer specifiek belast met:
    a. het toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van hetgeen bij of krachtens deze wet en de Wet veiligheidsonderzoeken (WVO)2 is gesteld;
    b. het gevraagd en ongevraagd inlichten en adviseren van de betrokken bewindspersonen (‘Onze Ministers’ als bedoeld in artikel 1 van de wet) aangaande de door de commissie geconstateerde bevindingen;
    c. het adviseren van de betrokken bewindspersonen terzake van klachten;
    d. het ongevraagd adviseren van de betrokken bewindspersonen over de notificatieplicht, die in artikel 34 van de wet is opgenomen.
    Voor de werkwijze van de commissie wordt verwezen naar het door haar vastgestelde reglement van orde dat op 1 september 2003 in werking is getreden3 en als bijlage aan dit jaarverslag is toegevoegd. Zie ook het KB van 22 juli 2002, Stb. 454, dat voorschriften bevat omtrent de rechtspositie van de voorzitter en leden van de commissie.
    Op grond van artikel 80 van de WIV 2002 brengt de commissie jaarlijks vóór 1 mei een openbaar verslag van haar werkzaamheden uit.4 Het verslag wordt aangeboden aan de beide kamers der Staten-Generaal en aan de betrokken bewindspersonen. In artikel 10 van het reglement van orde van de commissie is ten behoeve van een zo groot mogelijke inhoudelijke actualiteit bepaald, dat dit verslag de periode van 1 april van het voorafgaande kalenderjaar tot en met 31 maart van het lopende jaar bestrijkt. Het eerste jaarverslag van de commissie, waarmee aan artikel 80 uitvoering wordt gegeven, bestrijkt dus het tijdvak van 1 juli 2003 tot 1 april 2004.

     

     

     

    De asielzoeker en de geheim agent

    Ervaringen met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
    De asielzoeker en de geheim agent
    NRC , 8 mei 2003

    De macht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst neemt toe sinds de moslimextremistische aanslagen. De AIVD krijgt steeds meer bevoegdheden om terreur op te sporen. Maar houdt de geheim agent zich aan de wet? ‘Freek beloofde me een verblijfsvergunning in ruil voor informatie.’

    Wil van der Schans en Erik Timmerman

    Het is begin 1998 als asieladvocaat Cornhert Schoorl uit Alkmaar tegen een bijzondere zaak aanloopt met twee Iraakse vluchtelingen. ,,De één was persoonlijk secretaris van Saddam Hussein geweest”, vertelt Schoorl, ,,de ander was advocaat. Ze waren via Noord-Irak naar Nederland gevlucht.”
    Hulp hadden ze naar eigen zeggen gekregen van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Met vervalste paspoorten waren ze op het vliegtuig gezet. Vanuit Schiphol werden ze naar het grenshospitium in Amsterdam-Zuidoost gebracht. Daar verbleven ze op een aparte afdeling waar ze dagenlang werden verhoord, aldus Schoorl. ,,Later begreep ik dat dat door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (tegenwoordig AIVD) was.”
    Schoorl werd de toegang tot z’n cliënten ontzegd. Na een week kreeg hij één van de twee cliënten te spreken, de advocaat. De ander bleek spoorloos verdwenen. Schoorl hielp de gevluchte Iraakse advocaat gedurende de rest van zijn asielprocedure.
    Zijn cliënt werd nog regelmatig bezocht door ene meneer ‘Bert’ van de BVD. ,,Deze BVD’er had mijn cliënt een verblijfsstatus beloofd als hij door zou gaan met informatie geven”, zegt Schoorl. Toen Schoorl daarover bij de Adviescommissie Vreemdelingenzaken in Den Haag een hoorzitting aanvroeg ,,zakten hun monden open en de voorzitster nam het erg serieus. Ik heb haar ook gevraagd dit aan te kaarten bij de IND: zo mag het niet en doe dat niet meer, maar nu je het wel gedaan hebt, doe er alles aan om deze meneer nog tegemoet te komen. Kort daarna kwam de status, ik denk niet dat dat los te koppelen valt.”

    lees meer

    De asielzoeker en de geheim agent

    Het is begin 1998 als asieladvocaat Cornhert Schoorl uit Alkmaar tegen een bijzondere zaak aanloopt met twee Iraakse vluchtelingen. ,,De één was persoonlijk secretaris van Saddam Hussein geweest”, vertelt Schoorl, ,,de ander was advocaat. Ze waren via Noord-Irak naar Nederland gevlucht.”
    Hulp hadden ze naar eigen zeggen gekregen van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Met vervalste paspoorten waren ze op het vliegtuig gezet. Vanuit Schiphol werden ze naar het grenshospitium in Amsterdam-Zuidoost gebracht. Daar verbleven ze op een aparte afdeling waar ze dagenlang werden verhoord, aldus Schoorl. ,,Later begreep ik dat dat door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (tegenwoordig AIVD) was.”
    Schoorl werd de toegang tot z’n cliënten ontzegd. Na een week kreeg hij één van de twee cliënten te spreken, de advocaat. De ander bleek spoorloos verdwenen. Schoorl hielp de gevluchte Iraakse advocaat gedurende de rest van zijn asielprocedure.
    Zijn cliënt werd nog regelmatig bezocht door ene meneer ‘Bert’ van de BVD. ,,Deze BVD’er had mijn cliënt een verblijfsstatus beloofd als hij door zou gaan met informatie geven”, zegt Schoorl. Toen Schoorl daarover bij de Adviescommissie Vreemdelingenzaken in Den Haag een hoorzitting aanvroeg ,,zakten hun monden open en de voorzitster nam het erg serieus. Ik heb haar ook gevraagd dit aan te kaarten bij de IND: zo mag het niet en doe dat niet meer, maar nu je het wel gedaan hebt, doe er alles aan om deze meneer nog tegemoet te komen. Kort daarna kwam de status, ik denk niet dat dat los te koppelen valt.” lees meer

    Inhoudsopgave Observant #25, april 2004

    01 Spaanse inlichtingendienst blundert; Terrorismebestrijding in teken van incidentenpolitiek
    02 Verplicht DNA afstaan na veroordeling
    03 Politieklachten.nl
    04 Geen woorden …….. Maar daden! Hebben de europarlementariërs gedaan wat ze beloofd hebben, de afgelopen 5 jaar?
    05 Regels inzake de verwerking van politiegegevens (Wet politiegegevens )
    06 Hoge Raad : Cameratoezicht tastte persoonlijke levenssfeer niet aan
    07 Rapport tussen-evaluatie preventief fouilleren
    08 “Empty Promises:” Diplomatic Assurances No Safeguard against Torture

     

    Gehele Observant #25

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>