• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage V – Keukenkastje

    Keukenkastje

    HR 28 mei 1985, NJ Sv, 1985, 822 m.nt ThWvV
    (Artt. 97 lid 1 sub 1SV, 2 lid 1 sub C en 9 Opiumwet
    (oud))

    Rechtsvraag:
    Was het tegen de wil van de bewoners binnen treden, waarna cocane
    werd aangetroffen bij het onderzoek in de keukenkastjes (een naast
    de geiser hangend kastje), welk onderzoek zonder toestemming en
    zonder te hebben voldaan aan de (oude) voorwaarden voor een
    huiszoeking, onbevoegd geschied? Mag de gevonden cocane (49,6 gram)
    voor het bewijs van het tenlastegelegde meewerken?

    Dit onrechtmatig verkregen bewijs-verweer wordt door het hof
    verworpen. Bij het onderzoek is, zoals vermeld in het opgemaakte
    proces-verbaal, niets verbroken. Een dergelijk eenvoudig en, gelet
    op de op het spel staande belangen, weinig ingrijpend onderzoek
    behoort tot de handelingen waartoe opsporingsambtenaren, die
    ingevolge art. 9 Opiumwet (oud) te allen tijde niet alleen toegang
    hebben tot de plaatsen waar redelijkerwijs vermoed kan worden dat
    een overtreding van die wet gepleegd wordt maar ook bevoegd zijn
    tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen, mogen overgaan
    indien zij – zoals in dit geval – rechtmatig een woning zijn
    binnengetreden met het doel daar het nodige opsporingsonderzoek in
    te stellen en de daarvoor vatbare voorwerpen in beslag te
    nemen.

    Hoge Raad: Het oordeel van het hof geeft geen blijk van een
    verkeerde rechtsopvatting, in aanmerking genomen dat uit de door
    het hof vastgestelde feiten kan worden afgeleid (…) dat de woning
    niet stelselmatig en gericht is onderzocht op aanwezigheid van voor
    inbeslagneming vatbare voorwerpen. Anders dan in de toelichting op
    het middel aangevoerd heeft het hof art. 9 Opiumwet niet aangehaald
    om
    daaruit enige bevoegdheid van de in het eerste lid bedoelde
    opsporingsambtenaren tot het doen van huiszoeking af te leiden,
    doch alleen om aan te geven dat de politie in het onderhavige geval
    ingevolge dat artikel toegang had tot de onderhavige woning – die
    zij rechtmatig, immers voorzien van een last als bedoeld in het
    derde lid (oud), is binnengetreden – en bevoegd was tot
    inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen Voor zover het
    middel aanvoert dat ook andere kamers grondig zijn doorzocht in
    alle voor het opbergen van goederen geschikte plaatsen mist het
    feitelijke grondslag, omdat het hof dienaangaande niets heeft
    vastgesteld.

    Annotator ThWvV is in tegenstelling tot de Hoge Raad ertoe
    geneigd uit het feit dat de opsporingsambtenaren (maar) een uur
    binnen zijn geweest af te leiden dat er wel systematisch is
    gezocht. Met de steller van het middel lijkt het hem niet juist aan
    de op het spel staande belangen invloed toe te kennen in de
    beantwoording van de vraag of het ingestelde onderzoek de grens van
    huiszoeking heeft overtreden. Als die belangen zo zwaar wegen,
    dient de Opiumwet, gelijk de Vuurwapenwet met een
    huiszoekingsbevoegdheid voor opsporingsambtenaren te worden
    uitgebreid.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken