• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage V – Omgekatte auto’s

    Omgekatte auto’s

    Rechtbank ‘s-Hertogenbosch 12 juni 1992, park.nr. 037.044/92 en
    Hof ‘s-Hertogenbosch 19 december 1992, park. nr 20.001178.92
    (Artt. 311 lid 1 aanhef onder 4 j 310, 219 aanhef onder 1 j 45
    Sr en 150 j 148 lid 3 Sv)
    Op 20 december 1992 deelde de
    politie, de officier van justitie telefonisch mede, dat uit CID
    informatie was gebleken, dat in een bepaalde schuur gestolen auto’s
    waren ondergebracht om omgekat te worden (dat is het voorzien van
    een ander chassisnummer en dergelijke om weer verkocht te kunnen
    worden). De officier besloot op grond van de bepaling van de schouw
    (art. 150 Sv juncto 148 lid 3 Sv) in die schuur te gaan kijken,
    teneinde de juistheid van die informatie vast te stellen. De
    rechthebbende op die schuur werd hiervan niet op de hoogte
    gesteld.

    De bedoeling was om na vaststelling van de juistheid van die
    informatie, de schuur onder observatie te nemen teneinde eventuele
    verdachten bij het omkatten op heterdaad te kunnen betrappen. De
    auto’s bleken inderdaad gestolen te zijn, twee daarvan zelfs de
    avond tevoren. De officier van justitie maakte van de schouw
    (inkijkoperatie) – conform art. 148 lid 3 een proces-verbaal op en
    voegde dat bij het dossier. Noot De rechtbank nam dit
    proces-verbaal in haar vonnis als bewijsmiddel op en veroordeelde
    de verdachte terzake van onder meer diefstal.

    De verdachte ging in appl, overigens niet in verband met de
    inkijkoperatie, waarna het hof een zogenaamd kop en staart vonnis
    wees en de verdachte eveneens veroordeelde, maar nu echter ten
    aanzien van het subsidiair tenlastegelegde: de opzetheling van die
    auto’s.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken