• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage VIII – IV.8. Georganiseerde misdaad begint op de hoek

    IV.8. Georganiseerde misdaad begint op de hoek: een voorbeeld
    van Marokkaanse bendes

    We blijven bij de kwestie van het wegsluizen en het gebruik van
    de revenuen toch langer staan omdat in Nederland een groot
    strafrechtelijk onderzoek is uitgevoerd dat weliswaar niet
    representatief is voor de handel zelf, maar dat wel een interessant
    licht werpt op de maatschappelijke habitus van de betrokken
    drugshandelaren. Het gaat hier om de zogenaamde Ramola-zaak die in
    1993 en 1994 door de Rotterdamse politie is gedraaid. Plaats van
    handeling is de Rotterdamse wijk Spangen die ooit, vlak na de
    Eerste Wereldoorlog door niemand minder dan de architecten M.
    Brinkman en P. Oud is ontworpen als modelwijk voor vooruitstrevende
    arbeiders. Een echt rood nest werd het en het hoofdkwartier van de
    voetbalclub Sparta. Nu is het echter een van de laatste wijken
    waarvan althans een deel in aanmerking komt voor renovatie en hier
    heeft het door de stadsvernieuwing opgejaagde legertje van
    drugsdealers zich op dit moment gevestigd. De overlast is groot,
    het broeit in de buurt. De wijk is aan de voet van een afrit van de
    A16 gunstig gelegen voor drugstoeristen uit Frankrijk en Belgi die
    goedkope drugs komen kopen in grote hoeveelheden, van goede
    kwaliteit en zonder het risico te worden aangepakt zoals door de
    politie in eigen land. Drugsrunners lokken de klanten al aan de
    grens, langs de weg en in de wijk en daar zijn jonge kinderen
    onder. Helsdingen en De Kleuver (1995) maakten op grond van een
    analyse van honderden waargenomen personen het profiel van
    drugsrunners en komen tot de conclusie dat in het jaar 1992 en 1993
    niet minder dan 93% van Marokkaanse origine was. De buitenlanders
    kopen hier cocane die een Marokkaanse groep weer afneemt van mensen
    die afkomstig zijn uit de Dominicaanse Republiek en herone van een
    Turkse groep. Als mensen van een etnische groep die vertrouwd zijn
    met de klanten uit francofone landen, zijn Marokkanen de voor de
    hand liggende dealers.

    De politie krijgt zicht op deze groepen als gevolg van een
    melding bij het bureau voor de Melding van Ongebruikelijke
    Transacties (MOT). In dit geval wisselde een onopvallende
    Marokkaanse man wekelijks grote hoeveelheden van allerlei Europese
    bankbiljetten en Amerikaanse dollars bij een filiaal van de
    Rabo-bank op de automarkt te Utrecht. Het onderzoek werd Ramola
    genoemd omdat het ging over Money Laundering bij de
    Rabo-bank. De hoeveelheid buitenlandse valuta was zo
    omvangrijk dat de filiaalhouder het niet meer aankon en de man die
    ze aanbood, verzocht voortaan op het hoofdkantoor in Utrecht te
    komen. De bank speelde het spel van de politie mee onder voorwaarde
    van vrijwaring en liet hem met steeds grotere sommen geld
    binnenkomen via een aparte zijingang. Nadat de man werd gevolgd
    naar Rotterdam, stelde de politie vast dat hij adressen in Spangen
    aandeed die bekend waren als drugspanden. Toen pas werd de politie
    en justitie duidelijk hoeveel geld er in de
    verdovende-middelen-handel in zo’n volksbuurt omging. Na het
    weekend had de bank geen voldoende tegenwaarde aan
    duizend-gulden-biljetten voor drie miljoen per dag! Dat het geld
    terechtkwam in Marokko bleek duidelijk via afgeluisterde
    telefoongesprekken, maar hoe dat precies ging heeft
    men niet waar kunnen nemen. De Nederlandse biljetten waren
    waarschijnlijk als baar geld door koeriers overgebracht. Op
    zichzelf waren die telefoongesprekken weer niet zo lastig te
    ontcijferen, de gesprekspartners hadden het over cassettes,
    biggetjes en tapijten en dat deze dingen er niet letterlijk mee
    konden zijn bedoeld, bleek toen iemand bijvoorbeeld drieneenhalve
    cassette bestelde. Wanneer er politie in de straat was gesignaleerd
    zei iemand per telefoon: de insekten zijn in de straat. Na verloop
    van een jaar had de politie de groepen beter in beeld. Het ging om
    twee drugsorganisaties en een geldwisselorganisatie. In totaal
    leverde dat ongeveer 40 verdachten op. Er waren ook regelmatige
    handelskontacten met mensen in grote steden van Duitsland, Belgi en
    Frankrijk.

    Wie waren dat nu precies? De witwasser was een voormalige
    gastarbeider uit Casablanca die reeds lang was afgekeurd en een
    WAO-uitkering genoot. De ene drugs-organisatie bestond uit enkele
    jongemannen van de anderhalve immigrantengeneratie die afkomstig
    was uit het gastarbeiders-recruteringsgebied van de Rif. Ook in
    cultureel opzicht waren ze anderhalf: de opbrengsten van de
    drugshandel werden wel overwegend naar Marokko gezonden maar ze
    reden toch al in een mooie BMW, droegen snelle kleren en hielden er
    vriendinnen op na. De tweede drugsorganisatie was een uitermate
    gesloten en traditioneel Berbers gezin met een man aan het hoofd
    die op het moment van aanhouding 35 jaar oud was, maar er uitzag
    als een verweerde grijsaard van 60. Bij huiszoeking wist de politie
    niet wat zij zag. Volgens de meest conservatieve berekeningen moet
    deze familie die vanaf 1986 met drugshandel bezig was geweest, tot
    1994 tientallen miljoenen guldens naar Marokko hebben overgemaakt.
    Deze uitkeringstrekkers die een huurhuis bewoonden en tien kinderen
    rijk zijn, bleken hun (niet ontwikkelde) kinderen geen betere
    slaapplaats aan te bieden dan een kartonnen doos. Volgens oude
    Nederlandse maatstaven moet je dit wel een onmaatschappelijk gezin
    noemen en de politie zag zich gedwongen om de kinderbescherming in
    te schakelen. Er was echter sprake van volledige scheiding van twee
    systemen, sociologische schizofrenie. Als de familie met Air Maroc
    naar huis vloog was dit altijd eerste klas. Er werd een
    bouwtekening aangetroffen van hun riante huis in Marokko met een
    zwembad op het dak. De drie families (twee drugsverkopers en een
    witwasser) samen hebben dankzij de opbrengst van hun buurthandel in
    drugs aantoonbaar over een reeks van jaren in Nederland en Belgi
    vele miljoenen guldens naar Marokko overgemaakt. In deze
    Ramola-zaak komt het syndroom van criminele en deviante
    verschijnselen in volle omvang over het voetlicht. De bewoners van
    Spangen lopen te hoop tegen overlast in de buurt: er is lawaai,
    agressief optreden van klanten en dealers, huizen en straten
    krijgen een haveloos aanzien; Marokkaanse kinderen worden uitgebuit
    en verwaarloosd; er is sprake van ongeassimileerde buitenlanders
    die nochtans zo zijn aangepast dat ze het systeem in hun voordeel
    gebruiken; hun onwaarschijnlijk grote criminele winsten kunnen niet
    anders dan de concurrentie vervalsen binnen de economie van
    Marokko; hun geldzendingen veroorzaken zonder twijfel corruptie in
    de ambtenarij en dragen bij tot de verloedering van de politiek. Er
    is wel iets te zeggen voor de slogan van de Rotterdamse recherche
    dat de georganiseerde misdaad begint op de hoek van de straat.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken