• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage VIII – VI.5. Conclusie

    VI.5. Conclusie

    Het staat dus buiten kijf dat de Italiaanse mafia, en in het
    bijzonder de camorra, op Nederlands grondgebied opereert, en dat
    haar optreden hier als het ware de harde kern vormt van veel
    ruimere criminele betrekkingen tussen Nederland en Itali. Met deze
    constatering is helemaal niet gezegd dat er in Nederland ook
    Italiaanse toestanden zouden heersen. Want, ook voorzover het om de
    mafia-groepen gaat, is het zo dat zij Nederland vr alles nog
    beschouwen als een marktplaats waar tegen betrekkelijk geringe
    kosten illegale goederen, en speciaal dan drugs, kunnen worden
    ingekocht. In de mate dat zij zich in Nederland zelf organiseren –
    horecabedrijven opkopen, makelaars uitsturen – gaat het dan ook
    grotendeels om het treffen van logistieke voorzieningen die een
    adequate uitgangspositie op die markt garanderen.

    Dit wil niet zeggen dat hun aanwezigheid geen gevaren inhoudt
    voor de Nederlandse samenleving. Die zijn er zeker wel. Hierbij
    moet in eerste instantie zeker worden gedacht aan hun bereidheid
    zich met dodelijk geweld tegen opponenten en vroegere medestanders
    te keren, en ook om Nederlandse overheidsfunctionarissen te
    corrumperen; het optreden van de camorra in Amsterdam laat hierover
    geen misverstand bestaan. In tweede instantie moet ook in dit
    verband acht worden geslagen op het gegeven dat – zoals in het
    rapport over de vrije beroepen nader is uitgewerkt – een (gewezen)
    Nederlandse notaris niet zo lang geleden belangrijke hand- en
    spandiensten heeft verleend aan de Italiaanse mafia (bij de aankoop
    van een bank in Zwitserland). Dit roept natuurlijk de vraag op of
    er ook mafia-gelden in Nederland worden gewisseld, witgewassen en
    genvesteerd. En in derde instantie moet men zich natuurlijk
    afvragen wat het op de langere termijn betekent wanneer
    medestanders van de Italiaanse mafia en andere Italiaanse
    misdadigers zich voor kortere of langere tijd vestigen in een
    aantal Nederlandse gemeenten en hier niet alleen in de horeca maar
    ook in andere economische sectoren bedrijvig worden. Moet men dan
    niet ernstig rekening houden met het feit dat met name de
    (vertakkingen van de) mafia hier op eenzelfde manier hun criminele
    praktijken gaan uitbouwen als zij in de omringende landen reeds
    hebben gedaan? Wij denken van wel.

    Met deze laatste opmerking is meteen de vraag beantwoord die in
    de conclusie bij elk hoofdstuk van deze studie aan de orde is:
    welke is de omvang van de Italiaanse georganiseerde criminaliteit?
    Die is omvangrijker dan menigeen verwacht of voor mogelijk houdt.
    Zoveel werd hiervoor, denken wij, wel aangetoond.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken