• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage X – 5. SLOTBESCHOUWING

    5. SLOTBESCHOUWING

    Advocaten, notarissen en accountants hebben de beschikking over
    specifieke deskundigheid op juridisch, financieel en fiscaal
    terrein. In dit opzicht zijn zij aantrekkelijk voor criminele
    organisaties. Daarnaast kunnen zij dienen als een belangrijke en
    betrouwbare faade, waarachter criminelen zich kunnen afschermen. In
    bepaalde gevallen kunnen criminelen zelfs niet om deze
    dienstverleners heen. Advocaten hebben het wettelijk monopolie van
    procesvertegenwoordiging, bij het passeren en opmaken van
    authentieke akten schrijft de wetgever de tussenkomst van een
    notaris dwingend voor, en accountants hebben het alleenrecht om
    goedkeurende verklaringen af te geven bij jaarrekeningen. In dit
    rapport wordt de aandacht gevestigd op de verwijtbare betrokkenheid
    van deze vrije-beroepsbeoefenaars bij hun dienstverlening aan
    criminele organisaties. Deze verwijtbare betrokkenheid kan eruit
    bestaan dat de beroepsbeoefenaar welbewust en opzettelijk meewerkt
    aan strafbare handelingen. Daarnaast onderscheid ik verwijtbare
    betrokkenheid in ruimere zin. Hiervan is sprake als de
    beroepsbeoefenaar niet voldoende zorgvuldigheid in acht neemt ter
    voorkoming van misbruik van zijn ambtsuitoefening voor criminele
    doeleinden. Er is dan weliswaar niet sprake van het welbewust
    meewerken aan strafbare handelingen, maar wel kan hem worden
    verweten dat hij had moeten of kunnen weten dat van zijn diensten
    misbruik werd gemaakt voor criminele doeleinden.

    De omvang van verwijtbare betrokkenheid is per beroepsgroep
    moeilijk vast te stellen. Op grond van de bronnen die zijn
    geraadpleegd, kan worden geconstateerd dat de meeste gevallen van
    verwijtbare betrokkenheid plaatsvinden bij de advocaten. In elke
    beroepsgroep hebben zich in de afgelopen jaren enkele ernstige
    gevallen van betrokkenheid voorgedaan. De vrije beroepen
    ontwikkelen zich alle drie in dezelfde richting naar meer
    commercile dienstverlening. Advocaten zien een markt in de
    juridische dienstverlening, notarissen verrichten naast hun
    traditionele taak ook advieswerkzaamheden en accountants begeven
    zich steeds nadrukkelijker in de wereld van financile advisering.
    In de verhoudingen binnen de beroepsgroep hebben commercialisering
    en concurrentie hun intrede gedaan. Toch zijn de
    vrije-beroepsbeoefenaars niet gelijk te stellen met commercile
    dienstverleners. De ideologie en het handelen worden nog steeds
    sterk bepaald door klassieke professionele waarden. Maar deze
    waarden komen meer en meer onder druk te staan onder invloed van de
    zojuist geschetste ontwikkelingen.

    Advocaten dienen van oudsher in hun handelingen het evenwicht te
    bewaren tussen de professionele waarden van onafhankelijkheid en
    partijdigheid. De uitbreiding van het werkterrein (van
    procesbijstand naar advisering) en de grotere commercialisering
    dreigen het evenwicht te verstoren. Dit brengt risico’s met zich
    mee. Het kan ertoe leiden dat advocaten in hun partijdigheid over
    de schreef gaan. In dit rapport worden voorbeelden gegeven van de
    medewerking die advocaten verlenen aan het afschermen van
    misdaadgeld, het onder druk zetten van verdachten ten behoeve van
    hun clint op de achtergrond en het verzinnen van illegale
    constructies.

    Notarissen kennen de plicht tot dienstverlening, de
    ministerieplicht. Dit brengt een zekere lijdelijkheid met zich mee
    in het verlenen van diensten. Over de beantwoording van de vraag
    waar lijdelijkheid ophoudt en dient over te gaan in een
    rechercheplicht bestaat binnen het notariaat nog niet veel
    duidelijkheid. De gesignaleerde voorvallen van verwijtbare
    betrokkenheid hebben nagenoeg alle betrekking op de klassieke
    taakuitoefening. Van de diensten van de notaris wordt zowel gebruik
    gemaakt vanwege de parafernalia van het ambt als voor handelingen
    waarbij zijn tussenkomst wettelijk is voorgeschreven zoals de
    verkoop van onroerend goed en de oprichting van rechtspersonen. Ook
    de notaris loopt risico’s wanneer hij zich meer en meer als
    particuliere dienstverlener gaat gedragen. Hij stelt zich dan bloot
    aan de kans dat zijn clinten de parafernalia van het notarisambt
    misbruiken.

    Openbaar accountants dienen objectiviteit en onafhankelijkheid
    te bewaren bij het controleren van jaarrekeningen. Aan de eis van
    onafhankelijkheid ligt een maatschappelijk belang ten grondslag. Er
    zijn immers naast de directe opdrachtgever ook andere partijen die
    belang hebben bij een accountantsverklaring. De accountants
    verkeren in hun beroepsuitoefening in een spanningsveld, omdat de
    waarden objectiviteit en onafhankelijkheid vooral tot gelding
    moeten worden gebracht ten aanzien van degenen (opdrachtgevers) van
    wie zij economisch afhankelijk zijn. Ook de accountants die niet
    optreden als openbaar accountant zijn gebonden aan professionele
    waarden en normen. Verschillende voorvallen van verwijtbare
    betrokkenheid van accountants zijn gesignaleerd. We hebben gezien
    dat zij zowel vanwege hun technische kennis als vanwege hun
    uitstraling van betrouwbaarheid van nut kunnen zijn voor de
    georganiseerde misdaad. De verwijtbare betrokkenheid lijkt in het
    bijzonder voor te komen bij de kleinere kantoren.

    Zoals in het eerste hoofdstuk is gesteld, is nog een vierde
    beroepsgroep voor zover dat mogelijk was, meegenomen bij het
    raadplegen van de bronnen en het voeren van gesprekken. De
    belastingadviseur is pur sang adviseur en heeft de uitstraling noch
    de kenmerken ( verschoningsrecht; monopolie) van de klassieke vrije
    beroepen. Hoewel de adviseur veel specifieke fiscale expertise
    bezit, lijkt het beroep slechts weinig aantrekkingskracht uit te
    oefenen op criminele organisaties. Slechts enkele gevallen van
    verwijtbare betrokkenheid zijn door mij gesignaleerd. Wellicht is
    de adviseur, als kenner van legale, fiscale ontgaansconstructies,
    aantrekkelijker voor de legale dan voor de illegale wereld. Deze
    gegevens bevestigen overigens eens te meer hoe belangrijk voor het
    misbruik kennelijk de parafernalia van het klassieke professionele
    beroep zijn.

    Uit het onderzoek naar de tuchtrechtspraak is gebleken dat het
    tuchtrecht onvoldoende garanties biedt voor het opsporen van, en
    disciplinaire maatregelen nemen tegen, beroepsbeoefenaars die in
    hun contacten met criminele organisaties over de schreef zijn
    gegaan. Voor zo ver ik kon nagaan zijn betrekkelijk weinig gevallen
    van verwijtbare betrokkenheid bij de tuchtrechter aangekaart. Bijna
    alle beroepsbeoefenaars die betrokken waren bij de in dit rapport
    beschreven voorvallen, zijn in functie gebleven.

    Een verklaring voor de beperkte reikwijdte van het tuchtrecht is
    dat de tuchtrechtspraak van de advocatuur en het notariaat wordt
    geactiveerd door rechtstreeks belanghebbenden. Behoudens de
    gevallen van ambtshalve ingediende klachten, geldt als regel:
    zonder klager geen klacht. De klager moet kunnen aantonen duidelijk
    een eigen belang te hebben bij de betreffende klacht, anders is de
    kans groot dat de klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard.
    Beroepsorganisaties kunnen zelf het initiatief nemen tot het
    indienen van ambtshalve klachten, maar daar wordt maar zeer beperkt
    gebruik van gemaakt. Het ontbreekt de organisaties aan een
    opsporingsapparaat en er bestaat te weinig zicht op het individuele
    handelen van leden. Bij politie en justitie bestaat bovendien
    terughoudendheid om verwijtbaar gedrag van de
    vrije-beroepsbeoefenaars in strafrechtelijke zin aan te pakken of
    aan te melden bij de tuchtrechter. In het geval van de advocatuur
    zijn er enkele procedurele beletsels voor de toegang van de OvJ tot
    de tuchtrechter. Het zelfreinigend vermogen van de
    beroepsorganisaties via de tuchtrechtspraak is daarom niet bijster
    groot.

    In de afgelopen jaren is door de beroepsorganisaties het
    initiatief genomen tot het ontwerpen van nieuwe richtlijnen,
    fraudeverordeningen, meldpunten en ethische codes teneinde
    betrokkenheid te voorkomen bij de georganiseerde misdaad. De
    gentroduceerde maatregelen kunnen zeker een preventief effect
    hebben, maar de echt kwaadwillenden zullen zich er niet door laten
    benvloeden. De effectiviteit van het tuchtrecht zou groter kunnen
    zijn, wanneer de toegang tot de tuchtrechter wordt verbreed.

    De in dit rapport beschreven voorvallen laten zien dat criminele
    organisaties naast de know-how ook de kenmerken van het vrije
    beroep misbruiken: de geheimhouding en verschoning, de uitstraling
    van de professionale waarden als onkreukbaarheid en
    onafhankelijkheid. Het is daarom van belang te overwegen onder
    welke omstandigheden kantoorrekeningen, schriftelijke en mondelinge
    communicatie, en dergelijke ten behoeve van de vertrouwensrelatie
    met de clint bescherming behoeven. Een aanknopingspunt biedt dat
    het object van verschoning alleen de feiten betreft die de
    verschoningsgerechtigde in zijn hoedanigheid van advocaat of
    notaris zijn toevertrouwd. Dit onderstreept het belang van het
    maken van duidelijke onderscheidingen tussen de traditionele,
    beroepsspecifieke werkzaamheden (bv. procesbijstand, ambtelijke
    dienstverlening) van de vrije-beroepsbeoefenaar en de activiteiten
    die in het kader van de commercile dienstverlening ook tot zijn
    werkzaamheden zijn gaan behoren.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken