• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage XI – 1. INLEIDING

    1. INLEIDING

    In de diverse deelrapporten die in opdracht van de Parlementaire
    Enqutecommissie worden vervaardigd om de aard en de omvang van de
    georganiseerde criminaliteit in Nederland vast te kunnen stellen,
    staan telkens vier hoofdvragen centraal:

    1. Wat voor groepen maken zich in Nederland schuldig aan
    georganiseerde criminaliteit? 2. Welke vormen van georganiseerde
    criminaliteit worden door deze groepen bedreven? 3. Op wat voor
    manieren wordt deze criminaliteit gepleegd? Deze vraag betreft de
    modus operandi van deze groepen.

    4. Op welke wijze worden de winsten besteed die met
    georganiseerde criminaliteit worden behaald? De onderzoekmethode
    die is gebruikt om de vier vragen te beantwoorden komt erop neer
    dat niet alleen op nationaal niveau onderzoek wordt verricht maar
    evenzeer op lokaal niveau. De onderzoekers stellen zich met de
    lokale studies ten doel om relif te geven aan het landelijke beeld
    door te laten zien dat de variteit aan criminele groepen, criminele
    activiteiten, modus operandi en het besteden van behaalde inkomsten
    van georganiseerde misdaad groter zou kunnen zijn dan wordt
    aangenomen. Om dat beeld te krijgen, is een aantal locaties de
    revue gepasseerd die een interessant object van studie zouden
    kunnen vormen: de situatie in andere steden in de randstad, in
    Zuid-Limburg met de steden Venlo, Heerlen en Maastricht, de
    situatie in Brabant met de stedendriehoek Breda, ‘s-Hertogenbosch
    en Eindhoven en de grenssteden in het oosten van het land Enschede,
    Arnhem en Nijmegen. Elk van de genoemde gebieden en steden hebben
    hun specifieke problemen die het bestuderen meer dan waard zijn.
    Als gevolg van het feit dat slechts een zeer beperkte tijd ter
    beschikking stond, is naast de situatie in Amsterdam, waarvoor de
    keuze evident is, de lokale situatie van de grenssteden Enschede,
    Arnhem en Nijmegen als onderwerp van onderzoek genomen. Deze steden
    zijn van vergelijkbare grootte, hebben geografisch vergelijkbare
    verbindingen met Nederland en met het achterland in Duitsland, maar
    zijn tevens erg verschillend van elkaar. Een bijkomend voordeel was
    dat de beide auteurs van dit deelrapport vaker criminologisch
    onderzoek in deze drie steden hebben verricht en de korpsen daar
    redelijk goed kennen.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken