• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage XI – 3.4. De illegale handel in vuurwapens

    3.4. De illegale handel in vuurwapens

    Van oudsher wordt de illegale handel in vuurwapens, zeker in
    illegale vuurwapens, geassocieerd met georganiseerde criminaliteit.
    Niet alleen omdat de grootschaliger vormen van deze handel op
    zichzelf reeds gemakkelijk de kenmerken van deze criminaliteit
    vertonen, maar ook omdat in alle andere vormen van georganiseerde
    criminaliteit het gebruik van geweld, ook door middel van
    vuurwapens, een cruciale rol speelt. De beschrijving die hiervoor
    is gepresenteerd van de drugshandel in Amsterdam, laat hier geen
    enkel misverstand over bestaan. Daarenboven mag niet uit het oog
    worden verloren dat, juist ook vanwege het gewelddadige karakter
    van veel drugshandel, groepen die in drugs doen geregeld tevens
    illegaal wapens verhandelen.

    In deze paragraaf wordt aan de hand van de schaarse gegevens die
    er over deze handel in en rond Amsterdam
    voorhanden zijn, gepoogd een beeld te geven van wat hij hier
    voorstelt. En dit allereerst tegen de achtergrond van enig
    cijfermateriaal omtrent het vuurwapenbezit en het vuurwapengebruik
    in de stad. Deze gegevens bieden althans enige indicatie van de
    behoefte aan (illegaal) verhandelde vuurwapens in de stad zelf, de
    lokale markt zogezegd. Tevens wordt echter bezien in welke mate de
    wapenhandel in Amsterdam niet zozeer gericht is op de lokale markt,
    maar zich ook op internationaal niveau beweegt. Maar over welke
    markt(en) het ook gaat, centraal staat bij hun bespreking de vraag
    naar de groepen die op deze markt(en) wapens te koop aanbieden.

    3.4.1. Vuurwapenbezit en vuurwapengebruik in Amsterdam

    In de jaren tachtig werd er weinig of geen controle uitgeoefend
    op het legale vuurwapenbezit in de stad. Hierdoor was het ook
    moeilijk te bepalen hoeveel mensen op een gegeven moment legaal
    over exact hoeveel wapens beschikten. De laatste twee jaar is in
    het kader van een stedelijk politieproject de controle op het
    (legale) bezit echter weer gentensiveerd. Dat dit geen overbodige
    luxe was, kan onder meer worden opgemaakt uit het feit dat een
    bepaalde schietvereniging 130 leden telde, waarvan er 80 niet
    alleen geen verlof, een machtiging, hadden om een wapen te
    bezitten, maar voor het grootste deel ook nog eens over de nodige
    antecedenten beschikten. Deze leden kwamen dus in een quasi-legale
    omgeving hun schietvaardigheid op peil houden met wapens die zij
    kennelijk op de zwarte markt hadden gekocht. Door de meer
    stringente controle die de laatste jaren werd toegepast, is
    duidelijk geworden dat in de hele regio Amsterdam-Amstelland
    momenteel 2.400 verlofhouders en 355 jachtaktehouders samen 6.222
    vuurwapens in gebruik hebben. Bij de zogenaamde verlofhouders gaat
    het onder andere om sportschutters en kleiduivenschutters, maar ook
    om personeel van De Nederlandsche Bank, deurwaarders en een aantal
    mensen in andere (bedreigde) beroepen, bijvoorbeeld taxichauffeurs
    en juweliers. Het feit dat al zulke mensen verlof kunnen bekomen
    tot het houden van een vuurwapen, sluit overigens bepaalde risico’s
    met betrekking tot het gebruik van de desbetreffende wapens niet
    uit. Aan de ene kant komt het namelijk voor dat volstrekt reguliere
    verlofhouders hun legale wapen in een illegaal verband bij zich
    dragen (buiten de eigen woning en buiten het domein van de
    schietvereniging). Aan de andere kant gebeurt het ook wel dat
    verlofhouders hun wapen voor kortere of langere tijd uitlenen aan
    criminele bekenden. Hoe dikwijls iets dergelijks gebeurt, is
    moeilijk te schatten.

    Deze laatste praktijk brengt ons bij de vraag naar het illegale
    wapenbezit in Amsterdam, want hier leven nu eenmaal illegale
    wapenhandelaren bij wie criminelen voor een tijdje een wapen kunnen
    leasen. Om maar te zeggen dat het gewoon zeer moeilijk is om de
    omvang van het illegale wapenbezit enigermate vast te stellen. Wie
    toch een poging wil wagen kan nog het best vertrekken van het
    aantal illegale vuurwapens dat in de voorbije jaren naar aanleiding
    van gewone controles, schietincidenten of bedreigingen in beslag is
    genomen. Dat waren er in 1993.705 (voor Amsterdam alleen), in
    1994.733 (voor de regio Amsterdam-Amstelland) en in het eerste
    kwartaal van 1995 reeds 158 (16 meer dan in het eerste kwartaal van
    1994). Binnen het projectteam nu huldigt men de stelling dat deze
    aantallen slechts een paar procent vertegenwoordigen van de
    werkelijke hoeveelheid illegale wapens die bij deze en gene in de
    stad voorhanden zijn. De redenering die hier achter zit, komt in
    wezen neer op het trekken van een parallel met de drugshandel: ook
    van de ingevoerde drugs wordt slechts zo’n 3% gepakt. Wanneer deze
    parallel steekhoudt, zou dat betekenen dat er in de regio
    Amsterdam-Amstelland zo’n 24.000 illegale vuurwapens onder de
    mensen zijn. Hoe dan ook, wat het gebruik van vuurwapens betreft,
    vertonen de cijfers een betrekkelijk grillig verloop in de tijd.
    Het aantal voorvallen waarbij daadwerkelijk werd geschoten, liep op
    van 114 in 1990, naar 136 in 1991, 208 in 1992, en 254 in 1993, om
    in 1994 te dalen naar 212, en in het eerste kwartaal van 1995 te
    blijven steken op hetzelfde aantal als in het eerste kwartaal van
    1994, namelijk 55. Het aantal doden en gewonden dat bij deze
    incidenten viel, wisselde navenant. Bedroeg het aantal doden in
    1990 21, in 1991 liep het op naar 26, in 1992 naar 32, en in 1993
    naar 35, maar zakte in 1994 naar 21 (en in het eerste kwartaal van
    1995 bedroeg het 3 in 1994 6). Het aantal gewonden was in 1990 40,
    in 1991 46, in 1992 66, in 1993 95 en in 1994 …. wederom 66! Een
    afdoende verklaring voor dit vreemde verloop van de cijfers is niet
    voorhanden. Het kan in elk geval niet liggen aan een toename van
    het aantal pro-actieve onderzoeken naar illegaal wapenbezit. Van
    zulke onderzoeken is immers niet of nauwelijks sprake.

    Overigens bieden de bestaande analyses van de
    vuurwapencriminaliteit geen diepgaand inzicht in de aard (en
    omvang) van de voorvallen waarbij daadwerkelijk van een vuurwapen
    gebruik werd gemaakt respectievelijk met een dergelijk wapen werd
    gedreigd. Het is dan ook totaal uitgesloten dergelijke voorvallen
    op de een of andere manier te relateren aan het probleem van de
    georganiseerde criminaliteit, of aan de groepen die nauw betrokken
    zijn bij het plegen hiervan. In hoeveel van die voorvallen het
    bijvoorbeeld ging om conflicten tussen dergelijke groepen, valt op
    dit ogenblik dus niet te achterhalen.

    3.4.2. De handelaren op de markt

    Gebleken is dat op de Amsterdamse markt heuse wapenhandelaren
    opereren. Uit persberichten van mei 1995 kan immers worden
    opgemaakt dat in augustus van verleden jaar in een woning aan de
    Newtonstraat naast 95 kg cocane 200 staven semtex, 30.000 patronen,
    30 machinegeweren en een aantal handgranaten waren aangetroffen.
    Deze vondst laat dus niet alleen zien dat, zoals in de inleiding
    van dit hoofdstuk reeds werd gesteld, drugshandel en wapenhandel
    nogal eens samengaan, maar ook dat Amsterdam meer dan een lokale
    wapenmarkt herbergt. Zoveel staven semtex en zoveel machinegeweren
    tonen toch duidelijk aan dat er ook internationale wapenhandel
    plaatsvindt.

    Wie hier allemaal deze handel drijven is – op dit ene recente
    geval na – moeilijk te zeggen. Gewoon door het feit dat er in de
    voorbije jaren geen onderzoek naar is ingesteld. We moeten het ook
    in dit rapport dus vooral hebben van indrukken van leden van het al
    eerder genoemde projectteam en van een aantal politieberichten
    omtrent de handelaren die hier op de korrel worden genomen.

    Wanneer de wapenmarkt als het ware vanuit de stad wordt bekeken
    dan zijn er, wordt geschat, zo’n 10 20 (Nederlandse) figuren van
    wie binnen en, in zekere mate, ook wel buiten het criminele milieu
    bekend is dat zij (illegaal) in wapens doen. Niet bekend is
    eigenlijk op welke schaal en op welk niveau zij in de stad handel
    drijven en ook niet of zij rechtstreeks eigen lijnen hebben naar
    plaatsen en gebieden waar volop wapens te koop zijn, dan wel van
    daaruit worden bevoorraad door groothandelaren die wel zelf over
    dergelijke kanalen beschikken. Niettemin staat vast dat de partij
    wapens die in augustus 1994 in beslag werd genomen, toebehoorde aan
    een persoon die een centrale rol vervult in een van de hiervoor
    besproken criminele organisaties die ook nu nog volop in de
    internationale drugshandel bedrijvig is. De prijzen die op de
    lokale markt voor wapens en dergelijke worden gevraagd, zijn, hoe
    dan ook, niet zo erg hoog. Zij gaan van f.25,- voor een handgranaat
    naar f.1.000,- voor een behoorlijk vuistvuurwapen, tot f.4.000,-
    voor een automatisch wapen. Wie dus in de stad een wapen wil
    hebben, kan daar relatief gemakkelijk aan komen. Wat de bedoelde
    wapens moeten opbrengen op de internationale markt en voor welk
    bedrag zij hierop kunnen worden gekocht, is onbekend.

    Wie als het ware van buiten de stad wapens op de Amsterdamse
    markt aanbieden, is al evenmin goed bekend. Wat Oost-Europa betreft
    bestaat de indruk dat van hieruit weinig of geen handel richting
    Amsterdam komt. Er zijn tot nu toe in elk geval nog haast geen
    wapens van bijvoorbeeld Russische makelij in Amsterdam
    aangetroffen. Dit wil natuurlijk helemaal niet zeggen dat het zo
    blijft. Er zijn enkele betrouwbare en minder betrouwbare berichten
    dat sommige Russische wapenhandelaren ook wel in de Amsterdamse
    markt genteresseerd zijn. En dan gaat het overigens niet alleen om
    alle mogelijke lichte en zware wapens, tot raketten enzovoort aan
    toe, maar ook om hoogwaardige nucleaire materialen. De
    plutonium-affaire in Duitsland ten spijt.

    Met betrekking tot Zuid-Europa is er het beeld dat incidenteel
    ook vanuit Itali wapenhandel richting Amsterdam zal worden
    bedreven. Dit is in de voorbije jaren ook gebleken uit onderzoeken
    waarin concreet (ook) Italianen waren betrokken. Maar dat er sprake
    zou zijn van een meer structurele verbinding op dit gebied, wordt
    onwaarschijnlijk geacht.

    Dat er verder met de burgeroorlog in voormalig Joegoslavi in
    beginsel grote mogelijkheden zijn gekomen voor de internationale
    illegale wapenhandel, ligt voor de hand. En allerlei informatie
    toont aan dat het hier ook om meer gaat dan om een een louter
    theoretische mogelijkheid. Ten eerste zijn er nogal wat
    geloofwaardige berichten dat Joegoslaven – individueel of in een
    groep – in Amsterdam zelf op kleine schaal alle mogelijke wapens
    verkopen: geweren, pistolen, riotguns, machinegeweren,
    handgranaten, etcetera. Ten tweede komt er af en toe ook
    (onbevestigde) informatie binnen dat Joegoslavische wapenhandelaren
    hier grote partijen wapens, tot enkele duizenden stuks,
    verhandelen, met name ook aan Amsterdamse respectievelijk
    Nederlandse wapenhandelaren; de recente wapenvondst bewijst dat dit
    niet tot de onmogelijkheden behoort. En ten derde mag niet worden
    uitgesloten dat allerlei incidentele wapenverkopers, en vooral
    verkopers van allochtone of buitenlandse origine, hun wapens in het
    buitenland, tot in voormalig Joegoslavi toe, van Joegoslaven
    betrekken. Zo gaat bijvoorbeeld het verhaal dat Turkse groeperingen
    die drugs leveren voor de soldaten aan het front, met wapens worden
    betaald en deze wapens vervolgens elders in Europa, ook in
    Amsterdam, proberen te slijten op de zwarte markt.

    Voorts leeft in politiekringen de overtuiging dat ook Belgische
    wapenhandelaren nog steeds een belangrijke rol spelen op de
    (Amsterdamse) wapenmarkt. Ondanks de aanscherping van de
    wapenwetgeving en van de controle op de naleving ervan in Belgi,
    zouden zij er toch nog steeds in slagen wapens te onttrekken aan
    het legale verkeer, onder meer door diefstallen van grotere
    partijen wapens te ensceneren. Deze wapens zetten zij
    hoogstwaarschijnlijk niet zelf in Amsterdam af. Hun verkoop hier
    loopt vooral via illegale Nederlandse wapenhandelaren uit Brabant
    en Zuid-Holland.

    Tenslotte is er meer dan genoeg reden om aan te nemen dat ook
    groepen die uit het Midden-Oosten afkomstig zijn in en/of vanuit
    Amsterdam wapenhandel bedrijven. We praten in dit verband zeker
    over n Isralische
    criminele organisatie, die wereldwijd opereert, maar in Amsterdam
    haar thuishaven heeft, en die in het zr groot in vuurwapens
    handelt, zowel vanuit Nederland als vanuit Belgi. Hierbij gaat het
    niet alleen om handvuurwapens maar ook om bijvoorbeeld bazooka’s.
    Overigens is deze organisatie, naar het schijnt, ook nog op andere
    terreinen actief, zoals de diefstal van schilderijen en de handel
    in verdovende middelen. Verder speelt in dit verband een
    Libanees-Syrische groep een belangrijke rol. Ook deze groep staat
    niet op zichzelf, maar is vertakt naar andere West-Europese landen.
    Zij voert hash en herone in Nederland in en voert cocane, van
    Colombianen op de Amsterdamse markt gekocht, uit. En nu is het
    vermoeden dat een deel van (de opbrengst van) deze verdovende
    middelen, ook in Nederland, wordt gebruikt voor de aanschaf van
    wapens, bedoeld voor n van de strijdende partijen in het
    Midden-Oosten. Daarenboven is bekend dat een deel van deze groep
    betrokken is bij de diefstal (en de export) van duurdere auto’s
    (naar het Midden-Oosten en Nigeria).


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken