• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De afvalverwerkingsbranche – 3.3. De economische situatie van de afvalverwerkingsbranche

    3.3. De economische situatie van de
    afvalverwerkingsbranche

    In de afvalbranche bestaan grote verschillen tussen de
    hoeveelheid aangeboden soorten afval en de verwerkingscapaciteit
    van de afvalverwerkingsbranche (VROM, 1995, 20). In deze vrij jonge
    economische sector is er ook nog geen evenwicht tussen vraag en
    aanbod. Enerzijds leiden deze verschillen tot fricties in de markt
    die illegale verwerking van afval in de hand werken, anderzijds tot
    grotere winstmogelijkheden voor bedrijven die van die fricties
    handig gebruik weten te maken. Zo sluit de verwijderingscapaciteit
    nog steeds niet aan op het afvalaanbod, waardoor niet altijd de
    meest geigende wijze van verwijdering wordt of kan worden
    toegepast. Als gevolg daarvan moeten ook grote hoeveelheden afval
    worden gexporteerd naar het buitenland. Maar het omgekeerde is ook
    het geval. De capaciteit voor het schoonmaken van verontreinigende
    grond is groter dan het binnenlandse aanbod vervuilde grond. Deze
    frictie leidt derhalve tot de invoer van verontreinigende grond uit
    het buitenland. Een overcapaciteit van stort in de afvalbranche en
    een tekort aan reinigingsinstallaties kan leiden tot een grotere
    stort in plaats van een noodzakelijke verbranding of destillatie.
    Als laatste kan worden genoemd dat voor diverse soorten afval niet
    of nauwelijks verwerkingstechnieken operationeel zijn (batterijen)
    waardoor noodgedwongen naar een andere, minder geschikte
    verwerkingstechniek moet worden uitgezien. Zo wordt vliegas
    verwerkt in beton of asfalt, maar omdat het aanbod de vraag
    overtreft blijft stort als enig alternatief over. De afvalmarkt is
    sterk in beweging. De kleinere, van oudsher familiebedrijven zullen
    steeds grotere concurrentie gaan ondervinden van kapitaalkrachtige
    bedrijven, die proberen monopolieposities in de afvalketen te
    krijgen (zie ook .5.8). Hoe meer onderdelen van die afvalketen een
    bedrijf in bezit heeft, des te groter zijn de winstkansen voor het
    bedrijf en des te moeilijker dat bedrijf door de overheid is te
    controleren. De grote bedrijven zullen de kleinere na verloop van
    tijd uit de markt drukken omdat de afvalverwerking aan steeds
    hogere milieu-eisen moet voldoen. En die eisen in de
    milieuwetgeving hebben tot gevolg dat grotere investeringen nodig
    zijn om verwerkingsinstallaties te laten bouwen. De overheid kan
    daaraan tegemoet komen door via allerlei subsidies te verstrekken
    de kleinere bedrijven te steunen, maar deze praktijk zal als gevolg
    van de TCR/TCA-affaire in de toekomst vermoedelijk minder vaak
    voorkomen.

    Voorts zal de internationale concurrentie sterker worden. Vele
    afvalverwerkingsbedrijven zullen zich op internationale
    afvalmarkten begeven om daar hun graantje mee te pikken. Dus ook
    buitenlandse bedrijven zullen in Nederland actief worden, al was
    het alleen maar om reden dat in Nederland in vergelijking met
    andere Europese landen per hoofd van de bevolking het meeste afval
    wordt geproduceerd en in ons land de wetgeving de meeste
    mogelijkheden biedt om zich hier te vestigen als bedrijf. De
    prijsverschillen tussen landen en tussen de regio’s binnen landen
    houden in dat afval over grotere afstanden worden vervoerd en in
    grotere hoeveelheden tegelijkertijd.

    De totale hoeveelheid afval zal echter in toekomst afnemen zoals
    de AOO in april van dit jaar heeft voorspeld. Maar dat afval is wel
    veel moeilijker te verwerken. De prijzen zullen in ieder geval
    sterk stijgen omdat de eisen van de overheid aan afvalverwerking
    scherper zullen worden en het afval in de toekomst niet of
    nauwelijks meer mag worden gestort, omdat stort de grootste
    vervuiling oplevert. Dit betekent dat meer
    afvalverwerkingsbedrijven op termijn in de financile moeilijkheden
    zullen komen. De druk van de overheid om schoner te werken neemt
    verder toe, terwijl de verwerkingscapaciteit nog niet aanwezig is,
    de noodzakelijke technologien (nog) niet altijd toepasbaar zijn en
    slechts met zeer hoge investeringen kunnen worden aangelegd en
    ontwikkeld. Kleinere ondernemingen kunnen deze investeringen
    vermoedelijk niet opbrengen. De keerzijde van deze druk is dat een
    aantal afvalverwerkingsbedrijven meer winstmogelijkheden ziet door
    op een illegale wijze dat afval te verwerken.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken