• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De afvalverwerkingsbranche – 4.2. Soorten milieucriminaliteit

    4.2. Soorten milieucriminaliteit: de officile cijfers

    Om de aard en de omvang van milieucriminaliteit in kaart te
    brengen kan men te rade gaan bij de officile statistieken die door
    het CBS jaarlijks worden gepubliceerd. Verdeeld over de diverse
    soorten milieuwetten is in tabel 4 van de bijlage te zien dat de
    meeste overtredingen van de milieuwetten onder de
    Bestrijdingsmiddelenwet vallen. Het minste aantal zaken staat
    vermeld onder de Wet inzake de luchtverontreiniging. Er kan worden
    aangenomen dat de door de CBS gepresenteerde cijfers nauwelijks een
    betrouwbare en valide afspiegeling van het werkelijke aantal
    overtredingen van milieuwetten bieden. Ook de stijging van het
    aantal milieudelicten van het jaar 1993 ten opzichte van de
    voorafgaande jaren hoeft niet in overeenstemming te zijn met een
    werkelijke stijging. Het is aannemelijk te veronderstellen dat die
    stijging voor het grootste deel is toe te schrijven aan een
    registratie-effect als gevolg van een grotere aandacht van politie
    en justitie voor milieuzaken. Het is ook mogelijk dat feitelijk een
    toename in wetsovertredingen ten opzichte van het milieu heeft
    plaatsgevonden, maar dit is niet uit de cijfers af te leiden.
    Voorts is uit deze officile cijfers van het CBS niet op te maken of
    er sprake is van lichte of van zware milieucriminaliteit. Deze
    vermenging van kleine en grote milieudelicten maakt deze cijfers
    voor dit deelrapport al direct ongeschikt als maat voor de aard en
    de omvang van zware milieucriminaliteit.

    Maar er is meer aan de hand. Een belangrijke tekortkoming in
    deze CBS-gegevens is dat vrijwel zeker de meeste milieudelicten
    berhaupt niet in de statistieken terecht komen. De belangrijkste
    redenen voor dit dark number van milieucriminaliteit zijn de
    omvang van dit relatief recent onderscheiden rechtsgebied, de vage
    afbakening van de wetgeving en de praktijk dat het OM milieuzaken
    vaak vervolgt langs de weg van het commune strafrecht (zoals
    oplichting, valsheid in geschrifte, fraude). De belangrijkste
    oorzaken van dit hoge dark number betreffen de relatieve
    onbekendheid van politie en politie tot voor kort met dergelijke
    delicten en met de opsporing en de bestrijding daarvan. De
    bewijsvoering blijkt in milieuzaken uitermate ingewikkeld te zijn
    (zie verder .5.2). Ook zijn vergelijkingen van andere jaren met het
    jaar 1993 moeilijk omdat voor een deel de wetten zijn veranderd
    waaronder bepaalde activiteiten vallen (CBS, 1995). Het
    bovenstaande impliceert wel dat op grond van deze
    CBS-cijfers geen conclusies kunnen worden getrokken over de ernst,
    de aard en de omvang van de zware milieucriminaliteit in Nederland.
    In hoofdstuk zes gaan wij hier dieper op in.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken