• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 5.3. Werkwijzen bij autodiefstallen

    5.3. Werkwijzen bij autodiefstallen

    De bediening van de markt van gestolen personen- of vrachtauto’s
    vraagt om een aantal specieke criminele activiteiten en om speciale
    personen die deze activiteiten, zoals wij in de vorige paragraaf
    hebben gezien, afzonderlijk en onder leiding van een of meer
    organisatoren planmatig en binnen een strakke tijdsvolgorde
    uitvoeren. Er bestaan meer werkwijzen om deze deze activiteiten te
    verrichten (zie hierover: Sieber en Bgel, 1993, p. 74 – 130). Deze
    werkwijzen zijn afhankelijk van de omvang van het werkgebied.
    Regionaal actieve groepen zijn kleiner en werken anders dan
    (inter)nationaal opererende groepen.

    Een representatief voorbeeld van de laatste is gepresenteerd
    door een Poolse commissaris van politie die een uitgebreide
    beschrijving heeft gegeven van Poolse criminele groepen die niet
    alleen in Polen, maar ook in Duitsland en Nederland actief zijn
    (Gorodecka, 1994). Misdaadanalisten van haar korps geven aan dat
    autodiefstalgroepen doorgaans uit meer personen bestaan met aan het
    hoofd een organisator die de markt zowel aan de aanbodzijde als de
    vraagzijde goed kent. Hij weet doorgaans goed zijn weg in de wereld
    van garages en van autosloperijen. Hij weet ook gebruik te maken
    van behulpzame ambtenaren die van belang zijn voor de uiteindelijke
    legalisering van de gestolen auto. Deze organisator heeft een
    uitgebreid netwerk van personen tot zijn beschikking die voor
    onderdelen van het proces noodzakelijk zijn zoals helers, koeriers,
    vervalsers van documenten, enz. Hij regelt ook de legale faade
    waarachter de autodiefstallen worden verborgen en verzorgt het
    witwassen van het verdiende geld. Deze persoon heeft in zijn
    netwerk de beschikking over verschillende groepjes die gescheiden
    van elkaar verschillende werkzaamheden verrichten en die van
    samenstelling geregeld veranderen.

    De eerste groep zijn de autodieven. Hun aantal is flexibel en
    afhankelijk van de vraag naar auto’s. Deze autodieven zijn
    gespecialiseerd in het openen van auto’s en dienen zo snel mogelijk
    de auto’s te overhandigen aan leden van de tweede groep: de
    koeriers. Deze koeriers beschikken doorgaans al over de
    noodzakelijke papieren en verplaatsen de auto zo snel mogelijk naar
    de plaats van bestemming in het binnen- of buitenland. Een hoge
    snelheid van handelen is van belang om de diefstalsignalering bij
    de politie en bij de grenswachten voor te zijn. Koeriers zijn heel
    belangrijk voor de criminele groep omdat zij niet alleen goede,
    snelle chauffeurs moeten zijn, maar omdat zij ook moet kunnen
    worden vertrouwd. Koeriers dragen de auto vervolgens weer over aan
    andere personen die zorgen voor de stalling van een gestolen auto’s
    in een loods of garage voor een paar dagen. Daarna worden de
    auto’s, al dan niet omgekat, overgedragen aan de autoheler die de
    illegale verkoop ervan regelt. Dit hele proces wordt ondersteund
    door groepjes vakmensen die de autopapieren vervalsen en de
    douaneformaliteiten regelen, door monteurs en lassers die de auto
    bewerken (nummers veranderen, overspuiten) en ten slotte door
    corrupte douane-, registratie- en controlefunctionarissen.
    Eventueel wordt gebruik gemaakt van katvangers die tegen een
    redelijke vergoeding gestolen auto’s op hun naam willen zetten.

    Omdat het plegen van autodiefstallen steeds vaker een
    internationale aangelegenheid is moeten criminele groepen
    beschikken over veel buitenlandse contacten. Nederlandse groepen of
    buitenlandse groepen die in Nederland actief zijn moeten contacten
    onderhouden met groepen uit Duitsland, Polen, de landen van het
    GOS. Deze contacten worden echter alleen onderhouden door de
    organisator en enkele andere, vertrouwde leden van de groep. De
    andere medewerkers kennen elkaar niet of nauwelijks, wat de
    strafrechtelijke vervolging ernstig bemoeilijkt.

    Op grond van het bovenbeschreven proces kunnen werkwijzen voor
    de volgende onderscheiden deelactiviteiten worden aangegeven:
    1. de diefstal van de auto’s;
    2. de verplaatsing van de auto’s;
    3. het omkatten van de auto’s, en
    4. het legaliseren van de auto’s en de aflevering aan de klant.
    Het feitelijk wegnemen van de auto’s wordt doorgaans uitbesteed aan
    jong volwassen daders die zijn gespecialiseerd in autodiefstal. In
    Nederland houden bijvoorbeeld jonge Joegoslaven zich daarmee bezig.
    Omdat wordt gewerkt met vaste afnemers wordt vrijwel altijd op
    bestelling gestolen: afhankelijk van de vraag wordt een bepaalde
    auto weggehaald. Doorgaans is dat er een uit de duurdere klasse:
    Mercedes, BMW, Audi, Porsche en terreinwagens. De auto’s mogen niet
    ouder zijn dan een tot twee jaar en er goed uitzien (zelfs de kleur
    wordt in de bestelling opgenomen). Wanneer de autodief weet welke
    auto nodig is, wordt de plaats van diefstal uitgezocht. In de
    meeste gevallen worden auto’s eerst door verkenners bekeken op
    parkeerplaatsen, parkeergarages en bij woningen waar mogelijk
    interessante auto’s staan die voldoen aan de eisen van de
    bestelling. De diefstallen worden in heel Nederland uitgevoerd,
    maar de grote steden zijn favoriet om de eenvoudige reden dat de
    dieven daar zelf wonen en om het grotere aanbod van doelen. In een
    enkel geval worden autoverhuurbedrijven uitgezocht waarvan wordt
    vermoed dat daar minder streng naar papieren wordt gekeken en
    sneller een auto kan worden verhuurd (luchthavens). Als eenmaal een
    of meer doelen zijn vastgesteld wordt het tijdstip van diefstal
    bepaald. Soms is dat direct bij de eerste verkenning al, vaker
    wordt gewacht op een meer gunstig tijdstip. Wanneer auto’s bij
    woningen zijn gesignaleerd wordt overwogen daar in te breken om zo
    de originele sleutels en de papieren tegelijk te bemachtigen. Het
    via inbraak een auto stelen gebeurt overigens vaker in de kleinere
    steden en minder in de grootstedelijke conglomeraties.

    De avonden en nachten zijn favoriete tijdstippen voor het plegen
    van een autodiefstal en vooral de dinsdagen en de woensdagen. Het
    waarom daarvan is onbekend, maar kan iets te maken hebben met de
    geringere drukte op straat op doordeweekse dagen.

    Autodieven zijn opgeleid, of beter gezegd, gesocialiseerd door
    andere, meer ervaren autodieven. Een ervaren dief kan binnen tien
    seconden elke auto open krijgen, zoals een test van de Engelse
    consumentenbond heeft uitgewezen (Eijken en De Waard, 1994). De
    technieken om de auto te openen kunnen variren van eenvoudig tot
    zeer geavanceerd. Een ruit inslaan is de meest eenvoudige en
    directe manier om een auto open te maken, maar daaraan zijn wel
    nadelen verbonden. De auto wordt beschadigd (er moeten later weer
    kosten worden gemaakt om een en ander te herstellen), het geluid
    kan mensen alarmeren en de wagen valt met een ingeslagen raam meer
    op bij surveillerende politiemensen of bij burgers. Andere manieren
    zijn via het rubber van het raam de deur ontgrendelen, door het
    verwijderen van een ruit, door het terugslaan van het slotschot,
    door het slot met geweld te forceren of door speciaal gereedschap
    te gebruiken. Soms beschikken dieven over valse sleutels om auto’s
    open te maken. In andere gevallen nemen zij de tijd en wordt eerst
    een paar dagen vr de feitelijke diefstal de tankdop of het slot van
    de rechtervoordeur eruit getrokken om daarmee een valse sleutel te
    kunnen maken. Een paar dagen later wordt dan de auto opgehaald. Bij
    de meeste auto’s wordt de rechterdeur namelijk bijna niet gebruikt
    en het valt dus bij het slachtoffer zelden op dat het rechterslot
    is verdwenen. In het algemeen is het zo dat technieken die zo min
    mogelijk beschadigingen opleveren de voorkeur genieten (Sieber en
    Bgel, 1993, p. 88-89). Een nieuwe werkwijze is in Polen
    gentroduceerd waar auto’s met behulp van takelwagens worden
    weggesleept (Gorodecka, 1994).

    Sieber en Bgel (1993, p. 90) maken melding van het verschijnsel
    dat soms wordt samengewerkt tussen dieven en garages en
    autoverhuurbedrijven bij de diefstal van auto’s. Eigenaars of
    werknemers van autoverhuurbedrijven kunnen, om de
    verzekeringsuitkeringen te ontvangen, de originele sleutels en
    papieren aan de dieven overhandigen en dan dagen later bij de
    politie en verzekeringsmaatschappij pas aangifte doen. De
    verstreken tijd werkt dan in het voordeel van de dieven. De laatste
    hier te besproken manier om aan auto’s te komen is het via inbraak
    in garages bemachtigen van de sleutels van de daar aanwezige auto’s
    om direct daarna met de auto(‘s) te verdwijnen. Diverse auteurs
    merken op dat steeds vaker samenwerking tussen slachtoffer en
    dader(s) voorkomt, althans meer dan men eerder aannam. In Duitsland
    schat men het aantal auto-inbraken en samenwerking elk op 50% van
    de autodiefstallen (Sieber en Bgel, 1993, p. 91).

    Om de auto te starten zijn originele of valse sleutels het
    prettigst voor de autodief. De auto kan dan direct na opening
    worden weggereden. In andere gevallen kan door kortsluiting de auto
    worden gestart of met professionele apparatuur het elektrische
    circuit worden aangesloten. De daders werken doorgaans met twee of
    meer personen. In de minderheid van de gevallen opereert de
    autodief op z’n eentje. En man bestuurt de auto waarmee eventueel
    snel kan worden gevlucht en fungeert als uitkijk terwijl de
    andere(n) de auto’s openmaken. Over het algemeen wordt vastgehouden
    aan dezelfde werkwijze totdat deze manier niet meer blijkt te
    werken. Slechts dan wordt overgestapt op een andere techniek.

    Na de diefstal moet de auto zo snel mogelijk worden overhandigd
    aan een ander lid van de groep (de koerier). Soms wordt aan de dief
    de opdracht gegeven de gestolen auto op een bepaalde plaats langs
    de openbare weg te stallen of op een parkeerplaats elders in de
    stad. In een enkel geval moet de auto naar een loods of
    autowerkplaats worden gereden om later door een koerier naar de
    plaats van bestemming te worden gebracht. Koeriers kunnen worden
    verdeeld in:

    a. koeriers die de opdracht hebben de auto zo snel mogelijk bij
    de opdrachtgever (eigen of andere criminele groep) te brengen;
    b. koeriers die voor de gestolen auto hebben betaald en die
    vervolgens zelf weer met winst doorverkopen op de plaats van
    bestemming;
    c. koeriers die voor de auto al hebben betaald en voor eigen
    gebruik ophalen. Meestal wordt gebruik gemaakt van dezelfde
    koeriers omdat de criminele groep erop moet kunnen vertrouwen dat
    zij er niet met de auto vandoor gaan. Wanneer internationale
    illegale handel wordt bedreven, worden koeriers uit het land van
    bestemming per vliegtuig naar Nederland gebracht. Daar verblijven
    zij eventueel een nacht in een hotel of op een bekend logeeradres
    en moeten vanuit dat adres dan een speciaal (auto)telefoonnummer
    bellen. Vervolgens nemen zij de gestolen auto in ontvangst en
    rijden in een of twee dagen ononderbroken door naar Moskou, St.
    Petersburg, Warschau, een stad in de Kaukasus of andere plaatsen.
    Het benodigde visum is uitgereikt in Rusland, Polen of een ander
    land. Als referenten voor deze koeriers dienen legale bedrijven uit
    de autobranche (die wel wat zien in de verkoop van grote aantallen
    gebruikte auto’s) of dekmantelorganisaties van de eigen criminele
    groep. Voor een Russische criminele groep in Nederland regelde
    Russische reisbureaus de noodzakelijk visa en legale papieren.
    Stempels en andere noodzakelijke technische bescheiden werden
    vermoedelijk door corrupte ambtenaren in Rusland verkregen.

    Koeriers (meestal de onder (a) genoemde) kunnen solo rijden of
    in colonne waarbij de eerste auto een legale is, maar zeer
    opvallend. Hierdoor gaat alle aandacht van de douane en
    grenspolitie uit naar de eerste auto en laat men de andere auto’s
    door. Zij worden nauwkeurig genstrueerd over de te dragen kleding,
    routes, gedrag bij de grens en over de gunstige tijdstippen voor
    het passeren van de grenzen. Over de opgedane ervaringen wordt
    later teruggerapporteerd naar de organisator. Koeriers worden
    ondanks soortgelijke voorzorgsmaatregelen geregeld aangehouden aan
    de grens, maar dat wordt gezien als bedrijfskosten (pech) voor de
    groep. De routes die worden afgelegd hangen af van de plaats van
    bestelling en worden pas afgewisseld wanneer een intensieve
    grenscontrole wordt gevreesd. In het geval dat geen gebruik wordt
    gemaakt van koeriers (of wanneer gestolen auto’s massaal moeten
    worden verplaatst), kan de autodief de auto zelf naar een garage in
    Nederland brengen of naar de Rotterdamse of Amsterdamse haven om
    daar in containers of onopvallend tussen veel legale gebruikte
    auto’s te worden verscheept naar andere landen. Koeriers krijgen
    voor het overbrengen van een auto 1.000 tot 4.000 gulden per
    keer.

    Voor elke criminele groep die systematisch auto’s steelt, is het
    van groot belang te beschikken over mensen en apparatuur om de
    gestolen auto een andere papieren identiteit te kunnen geven. Het
    tijdstip waarop deze identiteit wordt veranderd, is afhankelijk van
    de afzetmarkt. Is deze markt ver weg in het buitenland, dan wordt
    de auto met het bestaande kenteken zo snel mogelijk over de grens
    gebracht. Is de markt dichterbij of in Nederland zelf, dan wordt
    sneller de identiteit veranderd (omgekat). Er zijn twee manieren om
    de auto een andere identiteit te bezorgen: men vervalst de
    benodigde papieren en laat de auto zoals die is, of men brengt
    veranderingen aan in de auto en maakt hem passend voor de aanwezige
    (valse of echte) papieren.

    Voor de eerste manier zijn nieuwe kentekenplaten (in n uur
    gemaakt) nodig en valse kentekenbewijzen I, II en III en een valse
    groene kaart. Deze papieren worden door de organisator zelf
    aangeleverd of anders verkregen via specialisten die handelen in
    valse autopapieren ( ongeveer f.350,-). In sommige gevallen worden
    het chassisnummer en het motornummer ongewijzigd gelaten en
    volstaat men met een nieuw kenteken. In andere gevallen worden oude
    nummers weggevijld en nieuwe nummers in de auto ingeslagen. Soms
    worden nieuwe platen met andere nummers ingelast. Deze nummers
    kunnen verzonnen zijn, maar ze zijn vaak afkomstig van
    schrootauto’s waarvan het kenteken bewaard is gebleven. Deze
    schrootauto’s moeten qua kleur, type, enzovoort lijken op de
    gestolen auto. Dit is de belangrijkste reden dat schrootauto’s met
    kenteken zo gewild zijn en er een levendige handel in schroot
    bestaat in Nederland. Niet in de laatste plaats wordt deze handel
    mogelijk gemaakt doordat verzekeringsmaatschappijen na een
    total-loss als eigenaar onvoldoende maatregelen nemen om de auto en
    de papieren veilig te stellen. Naast de verandering van de nummers
    kunnen auto’s in een andere kleur worden gespoten om herkenbaarheid
    te bemoeilijken. Ook moeten eventueel werkzaamheden worden
    uitgevoerd om de braakschades weg te werken en te repareren.
    Daarvoor worden tweedehands onderdelen gebruikt van autosloperijen
    of nieuwe onderdelen die via legale garages worden besteld
    Noot . Voor al deze werkzaamheden is personeel nodig en
    een werkplaats. De criminele groep moet dus kennis hebben van de
    autobranche om te weten waar deze werkzaamheden zo veilig mogelijk
    kunnen worden uitgevoerd. Van de eerder genoemde Russische groep is
    bekend dat zij beschikte over een eigen garage, ook wel de showroom
    genoemd, waar de auto’s werden verwerkt. In het buitenland, met
    name in Oost-Europa en het Midden-Oosten, is het vaak helemaal niet
    nodig de identiteit van de auto te veranderen. Controle door
    politie en justitie is er in die landen niet of nauwelijks, en als
    er wordt gecontroleerd dan is de functionaris niet op de hoogte
    en/of in staat Nederlandse documenten adequaat te lezen, laat staan
    te begrijpen. Wanneer de auto voor de Nederlandse markt is bestemd,
    dan is het nodig de auto, voordat hij kan worden verkocht, weer in
    het legale circuit te laten opnemen. Daarvoor moet de auto bij de
    RDW worden geregistreerd. Voor deze registratie is het nodig dat de
    auto eerst moet worden aangeboden aan een van de keuringsstations
    van de RDW. Pas nadat de auto is goedgekeurd wordt de auto
    opgenomen in het RDW-bestand. Met behulp van de veranderde nummers
    van chassis en/of motor wordt een nieuw kenteken aangevraagd. Als
    dat kenteken wordt verkregen wordt daarna de auto aangemeld als
    handelsvoorraad van gebruikte auto’s en is de auto weer opgenomen
    in de legale branche. Het te koop aanbieden kan op bestelling, maar
    gebeurt ook via de gebruikelijke legale kanalen van de autobranche.
    De prijsstelling is doorgaans gunstiger dan die bij andere
    gebruikte auto’s, waardoor de (gestolen) exemplaren sneller legaal
    worden verkocht.

    Om de auto in het legale circuit te laten opnemen worden volgens
    diverse publikaties smeergelden betaald aan controlerende
    ambtenaren in het buitenland (BKA, 1994; Hinchcliff, 1994;
    Richards, 1993; Sehr, 1995 en Steinke, 1993). Dit betreft
    voornamelijk corruptie van grensbeambten, politiemensen en
    ambtenaren van organisaties waarbij de registratie van auto’s
    plaatsvindt. Maar ook in Nederland wordt gewaarschuwd voor de
    betaling van smeergelden. Het regiokorps Limburg-Zuid heeft meer
    malen aangedrongen op een betere controle op keurmeesters van het
    RDW omdat zij een zwakke en kwetsbare schakel uitmaken in het
    proces om gestolen auto’s weer in het legale circuit te
    krijgen.

    De winsten die met de verkoop van gestolen auto’s worden
    gemaakt, gaan voor het grootste deel naar de organisator (50%).
    Verder krijgt ieder die heeft meegewerkt, een aandeel in de winst.
    De hoogte is afhankelijk van de activiteiten die zijn verricht. Het
    meeste daarvan wordt uitgegeven aan een luxueus leven, zoals mooie
    kleding, eten, auto’s, gokken en prostitues. Alleen de organisator
    investeert een deel van zijn winsten in de groep (voor de
    voorfinanciering van nieuwe autodiefstallen en voor de betaling van
    koeriers, en anderen) of voor de financiering van andere illegale
    activiteiten (kopen van wapens of verdovende middelen). Soms
    investeert hij het verdiende geld in de legale autobranche waardoor
    de herkomst verborgen blijft. Over het algemeen is het aantal
    gestolen auto’s per groep, zoals in de vorige paragraaf aangegeven,
    niet zo hoog dat daarvoor witwaspraktijken nodig zijn.

    Voor grotere internationaal actieve groepen geldt dat slechts in
    mindere mate. Ook bij deze groepen moeten de participanten (dieven,
    koeriers, monteurs, ed.) worden betaald, documenten worden gekocht.
    Na aftrek van de kosten wordt het overige teruggesluisd naar het
    land van herkomst en daar ter plaatse op een rekening gestort of
    gebruikt voor aankopen in onroerend goed, juwelen of bedrijven.

    Samenvattend kan worden geconcludeerd dat voor het systematisch
    stelen, verplaatsen en verhandelen van auto’s een organisatie nodig
    is die het proces zo goed mogelijk moet laten verlopen. De
    afstemming van activiteiten luistert zo nauw dat grote fouten
    onherroepelijk worden afgestraft, zowel intern als extern. De
    voorkeur moet aan de organisator worden doorgegeven, de opdracht
    tot stelen en de komst van de koerier moeten op elkaar worden
    afgestemd en voor het omkatten moet hij ruimte reserveren bij een
    werkplaats en zorgen voor rechtsgeldige papieren. Om een dergelijk
    proces te kunnen runnen is enig organisatietalent nodig en moet men
    beschikken over een intern sanctiesysteem omdat te veel
    activiteiten door leden van de groep zonder enige toezicht van de
    organisator worden uitgevoerd. In geval er internationaal wordt
    gehandeld, moeten in het land van bestemming betrouwbare contacten
    bestaan die voor de auto betalen. Voorts moet men in die landen
    beschikken over corrupte ambtenaren om de auto zo snel mogelijk in
    het legale circuit te kunnen laten opnemen. Met betrekking tot de
    internationale contacten kan worden opgemerkt dat de aard van de
    handel in gestolen auto’s met zich meebrengt dat
    autodiefstalgroepen contacten hebben of zoeken met criminele
    groepen in het buitenland. Daar worden veel bestellingen gedaan
    voor dure automerken voor eigen gebruik maar ook om daarmee te
    voorzien in een behoefte van de eigen klanten. Deze internationale
    contacten leiden er toe dat internationale netwerken ontstaan en
    dat groepen van autodieven ook andere criminele activiteiten, zoals
    de smokkel van verdovende middelen of wapens, gaan uitvoeren. Als
    een auto toch rijdt, dan kunnen evengoed illegale goederen of
    mensen worden vervoerd. De koerier die eventueel met zo’n lading
    wordt aangehouden kan worden gezien als een extra, maar klein in te
    schatten bedrijfsrisico.

    De groep moet derhalve om de criminele activiteiten uit te
    voeren de volgende delicten plegen: diefstal van de auto,
    oplichting, heling, verzekeringsfraude, belasting- en
    accijnsontduiking, kentekendiefstal en kentekenmisbruik,
    documentenvervalsing, documentendiefstal, inbraak, geweld,
    witwassen opbrengsten, omkoping van douane en andere
    opsporingsambtenaren, bedreiging, geweld en eventueel bv-fraudes.
    Niet elk van deze delicten vereist een grote specifieke
    deskundigheid. Er is kennis nodig van de automarkt, de
    motorenhandel en officile registratiesystemen. Tevens is het goed
    weet te hebben van de politieprocedures bij en na diefstal. Over
    veel van die kennis zou men ook moeten beschikken om een legale
    autohandel te drijven.

    Lokaal actieve groepen werken in veel opzichten op dezelfde
    wijze als de hiervoor beschreven groepen, maar verschillen de
    internationale groepen met name in de volgende opzichten: a. zij
    stelen vaker zelf auto’s;

    b. zij maken geen gebruik van koeriers;
    c. zij zorgen zelf voor de medewerking van een garage of
    werkplaats;
    d. zij stelen een beperkt aantal auto’s. Uit een analyse van de CRI
    kwam na voren dat van 25 groepen bekend is dat zij over een periode
    van vijf jaar in totaal 1545 auto’s hebben gestolen. Dit komt neer
    op een gemiddelde van 12 auto’s per groep per jaar (Degen, 1993, p.
    6); e. autodiefstallen worden meestal in combinatie met andere
    delicten als inbraken, geweldplegingen en heling gepleegd. Lokaal
    opererende groepen richten zich dus niet uitsluitend op
    autodiefstallen.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken