• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De bouwnijverheid – 3.2. Het bouwproces

    3.2. Het bouwproces

    Bouwprodukten zijn elementaire produkten waaraan altijd behoefte
    bestaat. Zij kennen een grote verscheidenheid zowel naar aard als
    naar omvang. Het produktieproces is tot op vandaag de dag ondanks
    alle technologische vernieuwingen nog steeds arbeidsintensief
    (Jansen, 1995, p. 8). De start van een bouwproces ligt bij een
    opdrachtgever. Deze opdrachtgever kan de daadwerkelijke gebruiker
    zijn, een beheerder, zoals een woningbouwcorporatie, of een
    projectontwikkelaar. De wensen en behoeften van de opdrachtgever
    worden omgezet in een Programma van Eisen, dat gebruikerseisen,
    functies, prestaties en voorwaarden bevat en aan de basis staat van
    het ontwerp. Op basis van het ontwerp wordt het bestek gemaakt,
    de beschrijving van een bouwkundig werk. In het bestek is opgenomen
    welke bouwstoffen- en materialen moeten worden gebruikt en aan
    welke kwaliteitseisen ze moeten voldoen. Als het bouwplan
    besteksgereed is, worden bij diverse aannemers om prijsopgaven
    gevraagd. De opdrachtgever laat dit doorgaans over aan een
    architect. De opdrachtgever gunt het werk vervolgens in een
    openbare aanbesteding aan de laagste aanbieder.

    Na de opdrachtverwerving begint het bouwbedrijf met de
    projectvoorbereiding, de inkoop, de produktievoorbereiding en de
    produktie. De produktie tenslotte is de uitvoering van de in de
    voorgaande stappen genomen beslissingen en keuzes (Voordijk, 1994,
    p. 86-88).

    Hoofdaannemers besteden in de regel onderdelen van een opdracht
    uit aan gespecialiseerde bedrijven: onderaannemers. Veel
    werkzaamheden hebben een specialistisch karakter of hoeven niet
    voor ieder bouwwerk even vaak te worden uitgevoerd (grondwerk,
    constructie- en betonwerk, metsel-, voeg- en stukadoorswerk,
    tegelzetten, schilderwerk en vloerleggen). Het bedrijf dat
    uitbesteedt treedt op als hoofdaannemer; de bedrijven die de
    uitvoerende werkzaamheden verrichten zijn als onderaannemer bij het
    bouwproces betrokken. Onderaannemers behoren niet altijd tot de
    bedrijfstak bouwnijverheid. Een steeds grotere rol is weggelegd
    voor de toeleveranciers als onderaannemers. Alhoewel een strikt
    onderscheid tussen hoofdaannemer en onderaannemer op theoretisch
    niveau wel kan worden aangebracht, blijkt dat onderscheid in de
    dagelijkse bouwpraktijk moeilijker te kunnen worden vastgesteld.
    Afhankelijk van het bouwwerk kunnen bedrijven als hoofd- of als
    onderaannemer optreden.

    Het produktieproces in de bouwnijverheid staat altijd onder
    tijdsdruk. Vooraf wordt met de opdrachtgever een bepaalde
    bouwperiode overeengekomen waarna het gebouw of bouwwerk moet zijn
    opgeleverd. Indien de aannemer daaraan niet kan voldoen, moet hij
    een boete betalen aan de opdrachtgever. Omdat niet alle
    werkzaamheden bij aanbesteding kunnen worden gepland, heeft de
    aannemer altijd te maken met een grote onzekerheid of hij het
    tijdstip van oplevering wel kan halen. Door de inschakeling van
    onderaannemers moeten de diverse, sterk van elkaar verschillende
    werkzaamheden qua volgorde goed op elkaar worden afgestemd. Een
    aannemer heeft dat niet altijd in de hand en doorgaans gaat dan ook
    veel tijd verloren door een slechte afstemming van werkzaamheden.
    Vaak moet dat in de laatste bouwperiode meer personeel worden
    ingeschakeld om de verloren tijd weer in te halen.

    De bouwnijverheid is een sector met een eigen karakter: de
    produkten die in de bouwnijverheid worden gemaakt en het
    produktieproces in de bouw worden gekenmerkt door een aantal
    bijzondere eigenschappen en omstandigheden:

    1. in het algemeen is sprake van een relatief hoge kostprijs per
    eenheid produkt als gevolg van het zeer arbeidsintensieve karakter
    van de bouw;
    2. assemblage op lokatie is vrijwel altijd noodzakelijk;
    3. het eindprodukt is niet homogeen (toepassing van integrale
    technische en procedurele repetitie is niet mogelijk);
    4. de omloopsnelheid van het produkt is gering;
    5. de aard van het eindprodukt brengt met zich mee dat de bouw is
    onderworpen aan een uitgebreide wetgeving en overheidsregulering
    (plaatselijke bouwverordeningen, bouwvergunningenstelsel, het
    welstandstoezicht en ruimtelijke ordeningsprocedures) (EIB, 1991,
    p. 201-202). De bouwnijverheid als bedrijfstak onderscheidt zich
    van andere bedrijfstakken door de volgende kenmerken: 6. veel
    minder dan in de industrie wordt geproduceerd voor de markt:
    bouwbedrijven leveren in principe alleen bouwdiensten aan
    opdrachtgevers met het doel een ontwerp te realiseren dat door
    opdrachtgevers of derden is vervaardigd;

    7. een uitvloeisel van het vorige punt vormt het probleem van de
    discontinuteit. Ondernemers zijn afhankelijk van het aanbod van
    opdrachten. Zij moeten dus zorgen dat de orderportefeuille altijd
    gevuld is en dat geen momenten van het ontbreken van opdrachten
    voorkomen. Discontinuteit vormt een steeds terugkerende bedreiging
    voor aannemers. Als compensatie zijn aannemers geneigd weer teveel
    opdrachten aan te nemen zonder het werk daadwerkelijk aan te kunnen
    (met alle negatieve gevolgen voor het bedrijf). Om zich tegen deze
    risico’s enigszins in te dekken zorgen ondernemers er voor deze
    zoveel mogelijk per onderdeel te beperken. Een verkeerde calculatie
    of vertraging in n onderdeel van het bouwproces kan het hele
    bedrijf ten onder laten gaan. Bouwbedrijven beheren meestal enkele
    BV’s binnen een holding om onderdelen van het produktieproces ten
    opzichte van elkaar veilig te stellen. Het bezit van enkele BV’s is
    dus een eigenschap van de bonafide bouwnijverheid en hoeft
    niet noodzakelijkerwijs te wijzen op malafide bedrijven of fraudes;
    8. de scheiding tussen ontwerp en uitvoering: het bouwbedrijf houdt
    zich dikwijls uitsluitend bezig met de technische uitvoering van
    het ontwerp. De overige procesfuncties in het bouwproces laat het
    bouwbedrijf naast zich liggen. Het organisatievermogen van de
    ondernemer en het vakmanschap, de kennis en ervaring van de
    werknemers bepalen daarom in hoge mate de technische kwaliteit van
    het eindprodukt. De concurrentie onderling is daarbij moordend;
    9. de bijzondere wijze van het tot elkaar brengen van vraag en
    aanbod (het aanbestedingsstelsel) plaatst de kostprijscalculatie in
    een bijzonder daglicht. Aannemers zijn gedwongen altijd zo krap
    mogelijk te budgetteren. Om toch aan nieuwe opdrachten te komen
    kunnen bouwondernemers hun toevlucht zoeken tot twee strategien:
    zij kunnen z scherp calculeren dat zij vrijwel zeker de opdracht
    binnen halen, maar deze strategie betekent in de praktijk dat het
    bedrijf op de rand van het faillissement zal balanceren. De andere
    strategie behelst dat alles in het werk wordt gesteld om op andere
    manieren een opdracht te krijgen. Hierbij kan worden gedacht aan
    het maken van onderlinge afspraken tussen aannemers, op het niveau
    van hoofd- en onderaannemers, over wie, wanneer, welke opdracht zal
    krijgen (kartelafspraken) of aan het onderhouden van goede relaties
    met de (publieke en private) opdrachtgevers tot het regelrecht
    uitbetalen van smeergelden ( corruptie).

    Voorlopig concluderend kan worden gesteld dat de bouwnijverheid
    gemiddeld genomen een flexibele bedrijfstak is met een relatief
    hoge omloopsnelheid van mensen en bedrijven. Toetreding tot de
    bouwnijverheid is relatief eenvoudig. De produktie is
    kapitaalintensief. Het eindprodukt is veelal uniek en wordt in de
    regel onder een aannemingsovereenkomst tot stand gebracht. Binnen
    de bedrijfstak is een groot aantal afzonderlijke bedrijven actief.
    Deze bedrijven vertonen onderling grote verschillen naar omvang en
    activiteitenpakket. Het gemiddelde bouwbedrijf kan worden
    gekarakteriseerd als (1) relatief klein van omvang, (2) vrij sterk
    gespecialiseerd naar type werk, objectcategorie en naar sector, (3)
    regionaal gebonden, (4) eenzijdig technisch georinteerd en (5) te
    kampen met discontinuteit in de opdrachten (EIB, 1995, p.
    205-206).


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken