• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 3.2. Criminaliteit op de luchthaven Schiphol

    3.2. Criminaliteit op de luchthaven Schiphol

    De luchthaven Schiphol (inclusief Seceurop Schiphol) en de
    Koninklijke Marechaussee die vanaf 1 januari 1994 voor de
    politiezorg op Schiphol verantwoordelijk is, verklaren weinig last
    te hebben van
    criminaliteitsvormen als autokraak, autodiefstal, diefstal van
    bagage van passagiers en zakkenrollerij. Schiphol heeft relatief
    weinig met (veelvoorkomende) criminaliteit te maken. Gezien het
    grote aantal dagelijks geparkeerde auto’s (ruim 80.000) is het
    aantal van 135 (in 1993) en 185 (in 1994) ontvreemde auto’s
    relatief laag. De meeste auto’s worden voor joy-riding gebruikt
    (zie ook het deelrapport van Bruinsma over (vracht)autodiefstallen
    in Nederland). De autodiefstallen vinden gespreid over het jaar
    plaats en vertonen geen piek in bepaalde maanden. Van de autodieven
    zijn er in 1993 twee en in 1994 vier verdachten door de Koninklijke
    Marechaussee aangehouden. Van de op het terrein van Schiphol
    geparkeerde auto’s worden er per jaar ongeveer 290 opengebroken.
    Zowel voor 1993 als 1994 zijn er van diefstal uit of vanaf auto’s
    292 aangiftes gedaan. Dit aantal is vermoedelijk een onderschatting
    van het werkelijke aantal, omdat veel passagiers niet goed weten
    waar zij op Schiphol aangifte moeten doen, of na een lange
    vliegreis maar besluiten thuis aangifte te doen bij de plaatselijke
    politie. De meeste autokraken (bijna de helft) worden gepleegd in
    parkeergarage P9 die vrij dicht is gelegen bij de aankomst- en
    vertrekhal van Schiphol. Veel voorkomende delicten op openbare
    plaatsen met druk personenverkeer, zijn bijvoorbeeld zakkenrollerij
    en bagagediefstal Noot . In 1993 werd in 1722 gevallen
    aangifte gedaan door passagiers en bezoekers; in 1994 bedroeg dat
    aantal 1209. Ook bij deze aantallen kan worden aangetekend dat de
    officile aangiftes een klein deel van het werkelijke aantal beslaan
    omdat veel mensen pas na verloop van tijd hun bagage missen of hun
    papieren kwijt zijn. Bovendien denken veel mensen in eerste
    instantie dat zij een en ander hebben verloren of dat bij het
    inchecken de bagage in het verkeerde vliegtuig is terecht gekomen.
    In dat geval wordt aangifte gedaan van vermissing, niet van
    diefstal. In de aankomsthal vindt bijna de helft van de
    bagagediefstallen plaats, maar ook in de vertrekhal zijn de volle
    koffers en tassen een aantrekkelijk doelwit voor dieven. Volgens de
    Koninklijke Marechaussee worden zakkenrollerij en bagagediefstallen
    professioneel georganiseerd door groepen daders die internationaal
    opereren. Zij zijn gedurende enkele dagen op een bepaalde
    luchthaven in Europa actief om vervolgens naar een andere
    luchthaven te vertrekken voordat de opsporingsdiensten en
    veiligheidsbedrijven alert worden en actie ondernemen.
    Internationale contacten tussen opsporingsdiensten in Europa
    bevestigen dit patroon van internationaal professioneel opererende
    dieven. Het internationale karakter van de criminele groepen blijkt
    uit gegevens over het land van oorsprong van de daders die zijn
    aangehouden. Van de 78 aanhoudingen in 1993 waren 21 daders uit
    Peru afkomstig, 19 uit voormalig Joego-Slavi, 11 uit Marokko, 9 uit
    Frankrijk, 3 uit Nederland en een enkeling uit andere landen. In
    1994 zijn 82 aanhoudingen verricht terzake van zakkenrollerij en/of
    bagagediefstallen. Hiervan blijken 19 daders afkomstig te zijn uit
    ex-Joego-Slavi, 17 uit Peru, 10 uit Algerije 8 uit Marokko en 7 uit
    Chili en Frankrijk. Deze dieven werken volgens de Koninklijke
    Marechaussee veelal in groepen en maar in een enkel geval
    solistisch. Het is zeer moeilijk een hele groep gezamenlijk aan te
    houden, omdat het bewijs van medeplichtigheid meestal moeilijk is
    te leveren.

    De Koninklijke Marechaussee vermoedt dat de komst van de direkte
    treinverbinding met Schiphol het voor velen goedkoper en
    makkelijker maakt een bezoek te brengen aan Schiphol met als doel
    het plegen van diefstallen. Met name vreest zij dat verslaafden uit
    Amsterdam van deze vervoersmogelijkheid in de toekomst vaker
    gebruik zullen maken en passagiers en bezoekers van hun waardevolle
    goederen en geld zullen beroven. Een ander delict waarvan Schiphol
    en de daar aanwezige bedrijven en luchtvaartmaatschappijen
    slachtoffer kunnen worden betreft de diefstal van vracht. Voor
    Schiphol is dat een uiterst gevoelige zaak. Wanneer zou blijken dat
    er veel vracht wordt gestolen, wordt het goede internationale imago
    van Schiphol beschadigd. Deze angst voor naamsbeschadiging door
    criminaliteit bleek begin 1995 toen de EVO (de
    Ondernemersorganisatie voor Verladers) een brandbrief naar de
    directie van de luchthaven stuurde waarin zij gewag maakte van
    berichten van 11 importeurs die meenden dat in de periode daarvoor
    het aantal diefstallen van kostbare vrachten toenam. Zo zouden
    computers, parfums en audiovisuele apparatuur worden gestolen van
    pallets en uit loodsen waarbij het schadebedrag in de miljoenen zou
    lopen. De veronderstelling was dat de georganiseerde misdaad achter
    deze diefstallen zou zitten. Interessant daarbij is te vermelden
    dat de Koninklijke Marechaussee deze stijging niet in de
    aangiftecijfers terug kon vinden. In 1994 werden namelijk 50
    aangiften gedaan en het jaar daarvoor 66. Vervolgens werd alles in
    het werk gesteld om het vertekende beeld weer te corrigeren: het
    probleem rond diefstallen op Schiphol viel erg mee (het Parool, 28
    februari 1995) en de georganiseerde misdaad is niet bij diefstal op
    Schiphol betrokken Nieuwsblad Transport, 28 februari 1995).

    Wat er werkelijk aan de hand is (geweest), is nog altijd niet
    duidelijk. In de eerste plaats is niet altijd exact vast te stellen
    of goederen nu worden gestolen bij de verzender, tijdens het
    transport naar het vliegveld, tijdens de inklaring in het land van
    verzending, bij aankomst bij de vrachtafhandeling, tijdens de
    opslag in de loodsen of bij de expediteur, resp. de
    transportonderneming tijdens het vervoer naar de afnemer. In de
    tweede plaats mag worden aangenomen dat er incidenteel door
    personeel op de luchthaven goederen worden weggenomen, maar dat de
    werkelijke omvang daarvan niet bekend zal worden omdat verladers en
    andere bedrijven vrijwel nooit aangifte doen van vrachtdiefstallen
    vanwege de eerder genoemde imago-beschadiging. De Koninklijke
    Marechaussee vermoedt dat in een aantal gevallen op bestelling
    wordt gestolen, maar gaf te kennen niet over
    bewijzen te beschikken van het bestaan van professionele criminele
    groepen, behoudens het feit dat nog al eens werknemers op Schiphol
    door onbekenden worden benaderd met het verzoek goederen voor hen
    te stelen. Uit tactische onderzoeken uit 1994 kwam echter wel naar
    voren dat twee kleine, autochtone groepen, bestaande uit
    luchthavenpersoneel, diefstallen pleegden uit vrachtstations op
    Schiphol (hierover later meer). Van georganiseerde criminaliteit
    overeenkomstig onze definitie was in ieder geval geen sprake.
    Schiphol is in 1993 ook slachtoffer geworden van drie gewapende
    roofovervallen die professioneel zijn uitgevoerd. Bij een bedrijf
    in een vrachtloods pleegden twee mannen een gewapende overval op
    personeel dat op dat moment binnen de loods een kluis had geopend.
    De daders namen, terwijl het aanwezige personeel werd bedreigd met
    vuurwapens, drie zakken met bankbiljetten weg. In totaal werd 3.9
    miljoen gulden buit gemaakt. De overval kon ondanks de
    (bedrijfs)beveiliging in korte tijd worden uitgevoerd, waarbij de
    daders grote kennis van zaken moeten hebben gehad over het reilen
    en zeilen binnen de beschermde terreinen. Een andere gewapende
    overval werd uitgevoerd in een restaurant op Schiphol. Daar maakten
    drie gewapende buitenlandse daders onder bedreiging van een
    bedrijfsleider zich meester van een cassette met een geldbedrag van
    f.12.000,-.

    De laatste overval is er een op een geldloper die geld wilde
    storten bij een bank op Schiphol-Oost. Hem werd f.77.000,- afhandig
    gemaakt door onbekend gebleven daders.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken