• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 4.1. Internationale smokkelroutes

    4.1. Internationale smokkelroutes

    Om de internationale smokkelroutes te beschrijven is het van
    belang onderscheid aan te brengen tussen de soorten goederen. Voor
    de aanvoerroutes van de drugs moet een onderscheid naar de soort
    drug worden aangebracht.

    De herone wordt grosso modo uit twee gebieden in de
    wereld gexporteerd. Het eerste gebied is het meest bekende: de
    Gouden Driehoek
    . In dit gebied dat is gelegen tussen Thailand,
    Birma en Cambodja, worden de papaverplanten verbouwd en de herone
    vervolgens uit opium gewonnen in kleine laboratoria. Het grootste
    deel van deze herone wordt naar andere Aziatische landen
    getransporteerd of naar Australi, de Verenigde Staten, Canada. Het
    vervoer gaat over het algemeen per boot. Een ander deel wordt met
    behulp van koeriers in kleine hoeveelheden per vliegtuig naar
    Europa gebracht. Het zijn met name Chinese en Nigeriaanse criminele
    groepen die achter deze smokkel van herone zitten, maar ook
    Pakistani en Ghanezen zijn erbij betrokken.

    Het tweede gebied waar de grondstoffen voor herone vandaan komen
    is de Gouden Sikkel. Dit gebied is grofweg gelegen tussen
    Afghanistan, Irak en Iran. Omdat de grenzen van Rusland gedurende
    het communistische regime gesloten waren en de toegangswegen
    slecht, verliep het transport van de herone voornamelijk via
    Turkije. De Koerden controleerden en controleren nog altijd de
    eerste aanvoerlijnen van de ruwe opium die in laboratoria in de
    nabije omgeving van Istanbul wordt omgezet in herone. De smokkel
    vindt
    zelden per vliegtuig plaats maar gaat veeleer met behulp van
    vrachtwagens via Griekenland, Joegoslavi, Oostenrijk en Duitsland
    naar Nederland (Balkanroute). Als gevolg van de oorlog tussen de
    Moslims, Servirs en Kroaten in het voormalige Joegoslavi moest de
    smokkelroute worden verlegd. Vandaag de dag zijn er drie
    aanvoerroutes: (1) via Griekenland per boot naar Itali en
    vervolgens over de weg naar Nederland; (2) via Griekenland,
    Roemeni, Bulgarije, Sloveni naar Oostenrijk en daarna via Duitsland
    naar Nederland; (3) via de Kaukasus (Tsjetsjeni) door Rusland,
    Polen en Duitsland naar Nederland. Deze laatste route brengt voor
    de smokkelaars een groot risico met zich mee, omdat de kans te
    worden geript of om protectiegeld te moeten betalen in die
    doorvoerlanden heel groot is geworden.

    Door het wegvallen van de controles aan de binnengrenzen van de
    Europese Unie is de pakkans aanzienlijk gereduceerd. Vanuit Turkije
    vertrekken per jaar 4.5 miljoen personenauto’s en 400.000
    vrachtwagens naar Europa, waardoor effectieve controle van alle
    auto’s praktisch onmogelijk is. Omdat ongeveer 85% van de herone in
    Nederland afkomstig is van Koerden/Turken mag worden aangenomen dat
    het merendeel daarvan met vrachtwagens naar Nederland wordt
    gebracht en niet via de luchthaven Schiphol of de Rotterdamse
    haven. Deze heronehandelaren bedienen zich derhalve niet van de
    havens om hun illegale goederen naar Nederland te vervoeren maar
    maken gebruik van de transportbranche (zie ook het hoofdstuk van
    Bovenkerk en Lempens over de transportbranche).

    De cocane is vrijwel geheel afkomstig van landen uit
    Zuid-Amerika. Colombia is de grootste producent, maar ook Peru is
    als producerend land in opkomst. Het Cali-kartel en het
    Medelln-kartel voorzien vanuit Colombia vrijwel de gehele vraag
    naar cocane in de wereld. Naast de Verenigde Staten zijn de
    Europese landen de grootste afnemers. De smokkel wordt
    hoofdzakelijk op twee manieren uitgevoerd. In de eerste plaats
    wordt de cocane rechtstreeks met (container)schepen naar de havens
    in Europa vervoerd. De cocane bevindt zich in containers die in de
    haven Buenaventura worden geladen op eigen of andere schepen. De
    tweede manier van smokkel van cocane gaat via (kleine) vliegtuigjes
    naar de Bahama’s om vervolgens in kleinere hoeveelheden per bootje
    of per vliegtuig naar de USA te worden vervoerd. Tussenstops voor
    de vliegtuigen worden ook gemaakt in Suriname en de Nederlandse
    Antillen. Vandaar wordt de cocane in grote hoeveelheden (100 kilo
    of meer) ofwel in containers per boot naar de Nederlandse havens
    gesmokkeld, ofwel via koeriers (waarover later meer) in kleinere
    hoeveelheden per vliegtuig naar Schiphol. Omdat de diverse
    opsporingsinstanties in Europa tegenwoordig schepen uit Colombia
    strenger controleren, maken de Colombiaanse kartels steeds vaker
    gebruik van ingewikkelde routes via andere landen of van schepen
    onder andere vlag om de cocane naar Spanje of Nederland te bengen.
    De Rotterdamse haven (en Schiphol) is voor de kartels een
    belangrijke haven voor de aanvoer van cocane naar Europa, aldus
    Bettien Martens aan Bovenkerk (Bovenkerk, 1995). Spanje wordt
    tegenwoordig steeds vaker benut als aanvoer- en transitogebied voor
    cocane. Marbella is uitgegroeid tot een internationale
    ontmoetingsplaats voor internationale drugshandelaren en
    Zuidamerikaanse cocane wordt daar tegen Turkse herone geruild.

    Colombianen zijn op smokkelgebied zeer inventief en pakken alles
    aan: elke mogelijkheid cocane te smokkelen, van klein (een pond)
    tot groot (honderden kilo’s), wordt aangegrepen. De Colombianen
    zijn ware meesters in het bedenken van (nieuwe) manieren waarop
    wordt gesmokkeld (Bovenkerk, 1995). Eventuele verliezen als gevolg
    van opsporingsactiviteiten worden voor lief genomen. Het aanbod van
    cocane is zo enorm dat verliezen kunnen worden ingecalculeerd.

    Van de softdrugs is de marihuana eveneens voor een zeer
    groot deel afkomstig uit Colombia. Andere kleine exporterende
    landen van marihuana zijn Nigeria, Ghana, Libanon en Jamaica
    (Boekhoorn, e.a., 1995). Vanuit Colombia worden grote hoeveelheden
    (5-15.000 kilo) per keer per container over zee vervoerd naar
    Nederland. De prijs maakt de smokkel van kleine hoeveelheden
    marihuana – dit in tegenstelling tot cocane of herone –
    onaantrekkelijk.

    De meeste marihuana is voor doorvoer naar andere landen bestemd,
    slechts een zeer klein deel voor de Nederlandse markt. De routes
    van marihuana vanuit Colombia zijn vrijwel dezelfde als die van
    cocane. De meeste marihuana wordt per schip vervoerd. Per vliegtuig
    wordt nauwelijks marihuana gesmokkeld. De marihuana moet goed
    worden verpakt om de sterke geur tegen te gaan en om te voorkomen
    dat vocht de marihuana aantast.

    De hash is afkomstig van Pakistan (donkere of zwarte
    soorten), Afghanistan, Nepal of India en Marokko (gele en bruine
    soorten) en Libanon (gele of rode). De Marokkaanse hash vindt in
    Nederland gretig aftrek en wordt op verschillende manieren naar
    Nederland gesmokkeld. Vanuit het Rifgebergte wordt de hash in
    kleine, luchtdichte verpakkingen per ezel naar de kust vervoerd.
    Daar vindt centraal de eerste opslag plaats. Vandaar wordt met
    kleine bootjes de hash naar zeilschepen voor de kust gebracht die
    naar Spanje of Zuid-Frankrijk varen waar vrachtwagens de lading
    overnemen. Een deel wordt in containers per zeeschip naar Nederland
    gebracht (voornamelijk Rotterdam), een deel via de ferry per
    vrachtauto door Spanje. De vrachtauto’s zijn van Nederlandse
    transportondernemingen of van Nederlandse criminele groepen. De
    Pakistaanse hash wordt hoofdzakelijk per zeeschip naar de
    Rotterdamse haven gesmokkeld en is voor een deel voor de
    Nederlandse markt bestemd. Veel wordt er verder getransporteerd
    naar Noord-Amerika waar Canada een goede afnemer
    blijkt te zijn.
    Via de zeehavens worden ook gestolen auto’s naar diverse
    werelddelen gesmokkeld. Het gaat hierbij niet zozeer om de import
    van gestolen personenauto’s maar om de export ervan. Om meer auto’s
    tegelijk te vervoeren is een schip goedkoper en efficinter dan het
    aantrekken van vele koeriers die de gestolen exemplaren persoonlijk
    naar de plaats van bestemming rijden. Uit het deelrapport over de
    autobranche is naar voren gekomen dat sommige criminele groepen van
    de haven gebruik maken om gestolen auto’s naar Letland, Litouwen en
    Rusland te vervoeren Noot , naar landen in Afrika
    (Marokko, Ghana) of naar het Midden-Oosten. De gestolen exemplaren
    worden geplaatst tussen legale en het gehele transport vindt plaats
    onder de supervisie van im- en exportbedrijven voor
    automobielbedrijven die soms speciaal voor dit doel zijn opgericht.
    De route gaat via de Noordzee naar de Oostzee of via de Atlantische
    Oceaan en de Middellandse Zee. Wapens worden in de wereld op
    alle mogelijke manieren gesmokkeld. De zware wapens worden per boot
    vervoerd en de lichtere wapens per (vracht)auto en per vliegtuig.
    Er zijn diverse berichten dat veel wapens (ook automatische) uit
    Oosteuropese landen naar landen in Europa worden gesmokkeld.
    Mensensmokkel vindt voornamelijk plaats per auto en per
    vliegtuig. Vanuit Oost-Europa worden de meeste illegalen of anderen
    met kleine busjes naar het westen vervoerd. Afhankelijk van het
    land van herkomst wordt gebruik gemaakt van de grote doorlaatposten
    aan de oostgrens van Duitsland en Oostenrijk. Niet alle gesmokkelde
    mensen hebben Nederland als eindbestemming. Vanuit Nederland wordt,
    bijvoorbeeld, met kleine zeescheepjes de overtocht naar Engeland
    gemaakt of per vliegtuig naar de Verenigde Staten of Canada. De
    mensensmokkel vanuit Azi (in het bijzonder Chinezen), Afrika of
    Zuid-Amerika vindt vrijwel uitsluitend per vliegtuig plaats. Vaak
    worden allerlei overstaps gemaakt om de herkomst van betrokkenen te
    verdoezelen (meer over dit onderwerp in .4.3.2).

    Een relatief nieuwe soort smokkel is het illegale vervoer van,
    meestal gevaarlijk, afval. Om elders in de wereld goedkoper
    afval te kunnen verwerken maken bedrijven in de afvalbranche
    gebruik van de transportfaciliteiten in Nederland. Naast de
    illegale transporten over de weg, maken malafide afvalverwerkers of
    afvalmakelaars gebruik van containers voor vervoer overzee om
    elders in de wereld illegaal te storten of tegen een veel lagere
    prijs te verwerken. De zeeroutes lopen voornamelijk naar landen in
    Afrika en naar landen in Oost-Europa, waar via de havens aldaar de
    containers naar legale en illegale stortplaatsen worden vervoerd.
    Omdat veelal met vervalste laadbrieven voor containers wordt
    gewerkt (zie hierover meer in het deelrapport over de
    afvalverwerkingsbranche), is de aard van de lading niet in alle
    gevallen bij de kapiteins van de betrokken schepen bekend.

    Tenslotte kan worden vermeld dat beschermde en uitheemse dier-
    en plantensoorten per vliegtuig en per boot vanuit tropische
    gebieden naar de westerse wereld, Japan en het Midden-Oosten worden
    getransporteerd (zie het hoofdstuk over de wildlifebranche van
    Bruinsma). Levende dieren worden om voor de hand liggende redenen
    altijd per vliegtuig gesmokkeld, planten alsmede kadavers per
    schip. Ook hiervoor worden de havens in Nederland gebruikt,
    voornamelijk in verband met het feit dat Nederland over vitale
    transportknooppunten beschikt.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken