Overige trajecten – CocaïneJanuary 1, 1999
6.4. COCAINE
6.4.O. Inleiding
In deze paragraaf worden 4 trajecten beschreven waarbij sprake is van betrokkenheid van de RCID Kennemerland in relatie tot het in Nederland invoeren van partijen cocaïne. Daarnaast wordt informatie over cocaïne-handel weergegeven waarin de RCID Kennemerland een rol speelt. De beschikbare gegevens over dit onderwerp waren niet compleet (te krijgen). Dit had tot gevolg dat in een aantal zaken geen duidelijk beeld kan worden gegeven en dat een aantal vragen vooralsnog onbeantwoord blijft.
lees meer
Overige trajecten – XTC-labsJanuary 1, 1999
6.5. XTC-LABS
6.5.0. Inleiding
Tijdens het horen van het hoofd van de RCID Gelderland Noord-Oost, dat plaatsvond in het kader van het inventariseren van de samenwerking tussen de RCID Kennemerland en andere RCID-en, deelde deze mee dat op dat moment een zekere zich in voorlopige hechtenis bevond. was aangehouden ter zake vermoedelijke overtreding van de Opiumwet. Bij zijn verhoren had hij te kennen gegeven informant te zijn van de CID Haarlem.
lees meer
Overige trajecten – LiquidatiesJanuary 1, 1999
6.6. LIQUIDATIES
6.6.0. Inleiding
In het kader van het feitenonderzoek naar het functioneren van de RCID Kennemerland, werd een groot aantal gesprekken gevoerd met mensen in diverse disciplines. Hierbij kwam een aantal (soms vage) geruchten ter sprake, waardoor de indruk werd gewekt, dat er mensen geliquideerd waren omdat zij als informant voor de regiopolitie Kennemerland werkzaam waren geweest. Ook werd in deze geruchten gesuggereerd, dat de politie mogelijk van liquidaties op de hoogte zou zijn geweest, maar hieraan niets zou hebben gedaan.
lees meer
Overige trajecten – BedreigingenJanuary 1, 1999
6.7. BEDREIGINGEN
6.7.0. Inleiding
Na het opheffen van het IRT in december 1993 was te voorzien dat er moeilijkheden zouden kunnen ontstaan met informanten. Eén informant, de zgn. ‘IRT-groei-informant’, had voor een criminele groepering de taak om de import van drugs te realiseren. Door het opheffen van het IRT met daaraan gekoppeld het niet meer op relatief eenvoudige wijze kunnen binnenhalen van containers waarin drugs waren verborgen, zou binnen het criminele milieu zijn dubbelrol snel duidelijk kunnen worden.
lees meer
Overige trajecten – Ambtelijke IntegriteitJanuary 1, 1999
6.8. AMBTELIJKE INTEGRITEIT
6.8.0. Inleiding
In de administratie van de RCID Kennemerland zijn CID-informatierapporten aangetroffen waaruit zou kunnen blijken dat voorafgaande aan de grootschalige toepassing van de Deltamethode althans één van de informanten/infiltranten kon beschikken over (een) corrupte douaneambtena(a)r(en). Deze ambtena(a)r(en) zou(den) behulpzaam geweest kunnen zijn bij het binnenbrengen van niet gecontroleerde partijen verdovende middelen.
Om de Deltamethode goed te laten verlopen was de medewerking noodzakelijk van de douane, die op verzoek van de politie de containers, waarin drugs verborgen zaten, niet controleerde.
lees meer