Help! De Koerden komen!September 1, 1999 - bron: Asielbeleid in 2000
Hoofdstuk 4
Schengen trekt de teugels aan
Het Verdrag van Amsterdam, inclusief de afspraken over het toekomstige asiel- en migratiebeleid, treedt pas in werking als het verdrag door alle nationale parlementen is geratificeerd. Over de inhoud van het te voeren beleid zegt het Verdrag van Amsterdam feitelijk niet veel. Het geeft alleen aan op welke terreinen er gezamenlijk beleid moet komen.
In welke richting Europese beleidskringen denken wordt wel duidelijk in de winter van 1997, die in het teken staat van de dreigende ‘exodus’ van Irakese Koerden naar Europa. Op dat moment zijn er nog steeds grote verschillen in het asiel- en immigratiebeleid van de lidstaten van de Europese Unie. Sommige lidstaten ontvangen meer asielzoekers, terwijl andere lidstaten een soort gedoogbeleid ten aanzien van illegale immigranten voeren. lees meer
Van Schengen tot MaastrichtAugust 29, 1999
Hoofdstuk 2
Europees asielbeleid in vogelvlucht
Uit: Dossier Europa, Asielbeleid in 2000, Uitgeverij Papieren Tijger, september 1999
Het lieflijke dorpje Schengen, gelegen aan de Moezel in Luxemburg, kreeg op 14 juni 1985 hoog bezoek. De regeringsleiders van Nederland, België, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk ondertekenden die dag het Akkoord van Schengen. Terugblikkend kan gesteld worden dat daarmee de eerste stap werd gezet op weg naar een gezamenlijk Europees asiel- en migratiebeleid. De regeringsleiders besloten namelijk om hun onderlinge binnengrenscontroles op te heffen. Het doel was om te komen tot een interne markt, waar kapitaal, goederen en personen vrijelijk heen en weer konden bewegen. De grenscontroles werden verplaatst naar de buitengrenzen van het ‘Schengengebied’.
lees meer
Help! De Koerden komen!August 27, 1999
Hoofdstuk 4
Schengen trekt de teugels aan
Uit: Dossier Europa, Asielbeleid in 2000, Uitgeverij Papieren Tijger, september 1999
Het Verdrag van Amsterdam, inclusief de afspraken over het toekomstige asiel- en migratiebeleid, treedt pas in werking als het verdrag door alle nationale parlementen is geratificeerd. Over de inhoud van het te voeren beleid zegt het Verdrag van Amsterdam feitelijk niet veel. Het geeft alleen aan op welke terreinen er gezamenlijk beleid moet komen.
In welke richting Europese beleidskringen denken wordt wel duidelijk in de winter van 1997, die in het teken staat van de dreigende ‘exodus’ van Irakese Koerden naar Europa. Op dat moment zijn er nog steeds grote verschillen in het asiel- en immigratiebeleid van de lidstaten van de Europese Unie. Sommige lidstaten ontvangen meer asielzoekers, terwijl andere lidstaten een soort gedoogbeleid ten aanzien van illegale immigranten voeren.
lees meer
operationeel, pro-actief, effectief, executief: Actieplan georganiseerde criminaliteitMarch 27, 1999 - bron: Europol Dossier 2
Europol is niet het enige project waarin de Europese politiesamenwerking vorm krijgt. Sterker nog: terwijl de verschillende nationale parlementen zich buigen over de ratificatie van het Europol-verdrag, zijn de Europese leiders al weer een paar stappen verder. Er worden volop plannen gesmeed om de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit verder te intensiveren en het mandaat en de bevoegdheden van Europol uit te breiden. De politieke druk, vooral vanuit Duitsland, om de Europese politiesamenwerking een nieuwe impuls te geven komt tot uiting tijdens de Europese Top van Dublin in 1996.
lees meer
Brochure Europol 2 – Actieplan georganiseerde criminaliteitMarch 17, 1999
operationeel, pro-actief, effectief, executief
Actieplan georganiseerde criminaliteit
Europol is niet het enige project waarin de Europese politiesamenwerking vorm krijgt. Sterker nog: terwijl de verschillende nationale parlementen zich buigen over de ratificatie van het Europol-verdrag, zijn de Europese leiders al weer een paar stappen verder. Er worden volop plannen gesmeed om de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit verder te intensiveren en het mandaat en de bevoegdheden van Europol uit te breiden. De politieke druk, vooral vanuit Duitsland, om de Europese politiesamenwerking een nieuwe impuls te geven komt tot uiting tijdens de Europese Top van Dublin in 1996.
lees meer
Actieplan georganiseerde criminaliteitMarch 7, 1999
Uit: Europol Dossier 2 4
operationeel, pro-actief, effectief, executief
Actieplan georganiseerde criminaliteit Europol is niet het enige project waarin de Europese politiesamenwerking vorm krijgt. Sterker nog: terwijl de verschillende nationale parlementen zich buigen over de ratificatie van het Europol-verdrag, zijn de Europese leiders al weer een paar stappen verder. Er worden volop plannen gesmeed om de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit verder te intensiveren en het mandaat en de bevoegdheden van Europol uit te breiden. De politieke druk, vooral vanuit Duitsland, om de Europese politiesamenwerking een nieuwe impuls te geven komt tot uiting tijdens de Europese Top van Dublin in 1996.
lees meer
De Criminele Inlichtingendienst – CID in NederlandMarch 1, 1999
2.1. CID in Nederland
2.1.1. Ontstaansgeschiedenis CID’en
De criminaliteitsontwikkeling eind jaren zestig, begin jaren zeventig, was reden onderzoek te verrichten naar verdergaande recherchesamenwerking op regionaal en landelijk niveau.
De Nederlandse politie verloor in deze jaren steeds meer greep op de ernstige vormen van criminaliteit. De veranderende vormen van criminaliteit, waardoor er meer samenwerkingsverbanden tussen criminelen ontstonden, hun toenemende mobiliteit en de steeds ruimer wordende technische mogelijkheden waren hier onder andere oorzaak van. Door te weinig zicht op het doen en laten van criminelen werd de opsporing bemoeilijkt en bleven resultaten achter. Bij de politie, die in die tijd nog voornamelijk reactief werkte, groeide het besef dat de inwinning en verzameling van inlichtingen over crimineel handelen de misdaadbestrijding ten goede zouden kunnen komen. Meer kennis van de activiteiten van de crimineel zou leiden tot het efficiënter en effectiever verrichten van het recherchewerk. De voorlopers van de eerste CID’en waren de individuele tactische rechercheurs, die hun vroegere verdachten uit de verhoorkamer als contact behielden. De informatie werd opgeslagen in het bekende zakboekje. Iedere structuur ontbrak.
lees meer
Handelingen BVD 1997January 21, 1999
26279 Verslag van de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten over haar werkzaamheden in het jaar 1997 Nr. 2
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG
Vastgesteld 21 januari 1999
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties<1> heeft op 9 december 1998 overleg gevoerd met minister Peper van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de heer Melkert, voorzitter van de commissie voor de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten over:- het jaarverslag van de Binnenlandse veiligheidsdienst over 1997 (BiZa-98-737);
– het jaarverslag van de commissie voor de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer over 1997 (26279, nr. 1);
– het rapport “De politieke islam in Nederland”, toegezonden bij brief van de minister van Binnenlandse Zaken d.d. 15 juni 1998 (BiZa-98-702);
– schriftelijke vragen en antwoorden van de leden Van Oven en Valk inzake de Britse geheime dienst (aanhangsel II, vergaderjaar 1997-1998, nr. 818 en 1998-1999, nr. 150).
lees meer
Bijlage I – 2. Lijst van officiele publikatiesJanuary 1, 1999
Naast de in onderstaand overzicht vermelde kamerstukken is gebruik
gemaakt van stukken uit de rijksbegroting
van de departementen van Justitie en Binnenlandse Zaken, alsmede
van m.b.t. vermelde stukken gevoerde
debatten in de Tweede kamer
17.363, Wet op de de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
17.975, Nadere wijziging van de opiumwet
18.895, Verslag van de vaste commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten omtrent haar
werkzaamheden over de persiode 25 augustus 1981 tot 6 maart
1985
18.995, Samenleving en criminaliteit
19.038, Algemene Rekenkamer, Het functioneren van de Centrale
Recherche Informatiedienst
19.073, Algemene wet op het binnentreden
19.095, Regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in
verband met persoonsregistraties: Wet
persoonsregistraties
19.159, Beleidsplan Automatisering van de Politile
Informatievoorziening
19.326, Akkoord tussen de Regeringen van de Benelux, de
Bondsrepubliek Duitsland en Frankrijk betreffende
geleidelijke afschaffing van grenscontroles, Schengen, 14 juni
1985
19.328, Infiltratie als opsporingstechniek (under-cover agenten;
pseudo-koop)
19.535, Wijziging van de politiewet
19.589 Regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in
verband met politieregisters: Wet op de
politieregisters
19.711, Beleidsvoorstellen onderdeel Politie voor 1987
19.757, Wijziging van het Wetboek van strafrecht en Strafvordering:
Anonieme verdachte
19.774, Wijziging van enkele bepalingen van het Wetboek van
Strafvordering omtrent de voorlopige hechtenis
en enige andere onderwerpen
20.090, Beleidsplan Politie 1988
20.385, Verslag van de Vaste Commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten omtrent haar
werkzaamheden over de periode 7 maart 1985 tot 30 november 1987
20.559, Onderzoek Paspoortproject 20.811, Beleidsplan Politie
1989
21.132, Regeerakkoord 1989
21.302, Beleidsplan Politie 1990
21.426, Wijziging van de Wet op de weerkorpsen ter zake van de
particuliere beveiligingsorganisaties
21.461, Een nieuw politiebestel in de jaren ’90
21.481, Algemene Rekenkamer, Verslag over 1989
21.501 – 20, Europese Raad
21.504, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, van het Wetboek
van Strafvordering en enige andere wetten
ter verruiming van de mogelijkheden tot toepassing van de
maatregelen van ontneming van wederrechtelijk
verkregen voordeel en andere vermogenssancties (Pluk ze)
21.551, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van het Wetboek
van Strafvordering in verband met de
voortschrijdende toepassing van informatietechniek: Wet
computercriminaliteit
21.553, Infiltratie BVD
21.565, Aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek
van Strafvordering met voorzieningen ten
behoeve van de bestrijding van heling
21.803, Beleidsplan Politie 1991
21.819, Verslag van de vaste commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten over haar
werkzaamheden (juli 1989-juli 1990)
21.829, Recht in beweging, een beleidsplan voor justitie in komende
jaren
21.833, Strafrecht met beleid: Beleidsplan van het openbaar
ministerie voor de jaren 1990-1995
21.874, Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie
politiebestel
22.036, Verwijdering en vernietiging van dossiers van de
Binnenlandse Veiligheidsdienst
22.036, Verwijdering en vernietiging van dossiers van de
Binnenlandse Veiligheidsdienst
22.081, Goedkeuring van het op 8 november 1990 te Straatsburg tot
stand gekomen Verdrag inzake het
witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en confiscatie van
opbrengsten van misdrijven
22.083, Wijziging van de Wet overdracht tenuitvoerlegging
strafvonnissen en het Wetboek van Strafvordering
met het oog op de internationale samenwerking gericht op de
ontneming van wederrechtelijk verkregen
voordeel
22.112, Ontwerp-richtlijnen Europese Commissie
22.268, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht inzake algemene
strafbaarstelling van
voorbereidingshandelingen
22.306, Beleidsvoornemens Politie 1992
22.343, Handhaving milieuwetgeving
22.355, Algemene Rekenkamer, Criminaliteitsbestrijding
22.447, Aanvulling van het Wetboek van Strafvordering met
voorzieningen ten behoeve van het
DNA-onderzoek in strafzaken
22.463, Verslag van de vaste Commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten over haar
werkzaamheden (juli 1990-juli 1991)
22.483, Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek
van Strafrecht en enige andere wetten
(getuigenbescherming)
22.539, Wijziging van de binnentredingsbepalingen
22.562, Vaststelling van een nieuwe Politiewet
22.838, De georganiseerde criminaliteit in Nederland
22.890, Verslag van de vaste Commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten over haar
werkzaamheden in de periode juli 1991-juli 1992
23.009, Melding ongebruikelijke transacties bij financile
dienstverlening: Wet melding ongebruikelijke
transacties (MOT)
23.045, Wijziging van de Wet op de inlichtingen en
veiligheidsdiensten (opheffing IDB)
23.047, Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met
de regeling van het opnemen van
gesprekken met een technisch hulpmiddel: Direct afluisteren
23.065, Algemene Rekenkamer, Verslag over 1992
23.096, Veiligheidsrapportage 1993
23.108, Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen in
verband met het aftappen van GSM
23.143, TREVI
23.173, Goedkeuring en uitvoering van de op 20 november 1992 te
Washington tot stand gekomen
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde
Staten van Amerika inzake de
wederzijdse samenwerking bij de opsporing, inbeslagneming en
confiscatie van de opbrengsten van en
hulpmiddelen voor misdrijven en de verdeling van geconfisceerde
voorwerpen (Trb. 1994, 0005)
23.225, Verslag van de vaste Commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten over haar
werkzaamheden in de periode juli 1992 – december 1992
23.251, Partile wijziging van het Wetboek van Strafvordering:
Herziening van het gerechtelijk vooronderzoek
23.444, Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen,
het Wetboek van Strafrecht en het
Wetboek van Strafvordering in verband met de doorbreking van het
exclusieve recht van de concessiehouder in
hoofdzaak door middel van de invoering van een gelimiteerd
vergunningenstelsel voor specifieke vormen van
openbare mobiele telecommunicatie
23.446, De landelijke werving, de selectie en het onderwijs voor de
politie: LSOP-wet
23.478, Wet particuliere beveiligingsorganisaties en
recherchebureaus
23.490, Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag
23.547, Samenvoeging ECD en AID
23.593, De opheffing van het interegionaal rechercheteam
Noord-Holland/Utrecht (IRT)
23.635, Algemene Rekenkamer, Politiesterkte
23.655, Nationale ombudsman, Jaarverslag 1993
23.672, Stand van wetgeving ter herziening van het Wetboek van
Strafvordering
23.681, Partile wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere
wetten in verband met de opheffing van
het cumulatieverbod inzake de oplegging van hoofdstraffen
23.700, Derde tranche Algemene wet bestuursrecht
23.704, Regelen inzake de confiscatie van met criminaliteit in
verband staand vermogen: Wet confiscatie
crimineel vermogen
23.705, Wijziging Wetboek van Strafvordering: Vormverzuimen
23.715, Regeerakkoord 1994
23.777, Wet inzake de wisselkantoren
23.815, Internationale politile samenwerking
23.956, Verslag van de commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten over haar werkzaamheden in
1993
23.989, Wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van
Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de
terechtzitting en het vonnis
23.993, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere wetten
met het oog op de opneming in het
Wetboek van Strafrecht van eenvormige strafbepalingen inzake het
verstrekken van onware gegevens en het
nalaten te voldoen aan wettelijke verplichtingen om tijdig gegevens
te verstrekken (concentratie
strafbaarstelling frauduleuze gedragingen)
24.034, Reorganisatie van het openbaar ministerie
24.077, Drugbeleid
24.107, Herziening van de Wet wapens en munitie
24.123, Bestelling van locomotieven door de NS
24.125, Nationale Ombudsman, Jaarverslag 1994
24.139, Regels met betrekking tot naar buitenlands recht
opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende
kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheden geheel of nagenoeg
geheel in Nederland verrichten en
geen werkelijke band hebben met de staat naar welk recht zij zijn
opgericht: Wet op de formeel buitenlandse
vennootschappen
24.141, Regels van internationaal privaatrecht met betrekking tot
corporaties: Wet conflictenrecht corporaties
24.147, Verslag van de commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten van haar werkzaamheden in
het jaar 1994
24.163, Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen,
de Mediawet, de
Radio-Omroep-Zender-Wet 1935 en het Wetboek van Strafvordering in
verband met de liberalisering van
kabelgebonden telecommunicatie-inrichtingen
24.167, Europese samenwerking op het gebied van Justitie en
Binnenlandse Zaken
24.175, Algemene Rekenkamer, Beheersing informatiebeveiliging
24.219, Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met
de verlengingsprocedure van voorlopige
hechtenis
24.225, Veiligheidsbeleid 1995 – 1998
24.252, Aanpassing regelgeving met betrekking tot de advocatuur
24.263, Vaststelling van een Penitentiaire beginselenwet en daarmee
verband houdende intrekking van de
Beginselenwet gevangeniswezen met uitzondering van de artikelen 2
tot en met 5 en wijzigingen van het
Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering alsmede
enige andere wetten (Penitentiaire
beginselenwet)
24.269, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht
(mensensmokkel)
24.420, Beleidsvoornemens Politie 1996
24.470, Ontslag van de procureur-generaal van Amsterdam
24.500, Algemene Rekenkamer, Beheer en controle EG-geldstromen in
Nederland
Stenografisch verslag van een besloten algemeen overleg d.d. 29
november 1994 van de vaste Commissie
voor Justitie met de minister van Justitie, W. Sorgdrager, D66,
over de inbraak bij officier van justitie Valente in
Amsterdam
Kort verslag van een besloten algemeen overleg d.d. 6 december 1994
van de vaste Commissie voor Justitie
met de minister van Justitie, W. Sorgdrager, D66, naar aanleiding
van de mededelingen van hoofdofficier van
Justitie te Amsterdam, mr. J. Vrakking in de NRC van 2 december
1994
Wetgeving; Belgi
lees meer
Bijlage V – 11.2 Inventarisatie van opsporingsmethoden in
BelgiJanuary 1, 1999
11.2 Inventarisatie van opsporingsmethoden in Belgi
11.2.1 De georganiseerde misdaad in Belgi
Hoewel het begrip georganiseerde misdaad ook in Belgi
steeds meer ingeburgerd raakt, hebben vooral de fenomenen groot
banditisme (de Bende van Nijvel) en de hormonenmafia de
gemoederen van het Belgische opsporingsapparaat jarenlang bezig
gehouden. Deze selectieve aandacht heeft geresulteerd in het
ontbreken van een goed beeld van (de ontwikkeling van) de
georganiseerde criminaliteit. Inmiddels is het Centraal bureau
opsporingen (CBO) van de Rijkswacht begonnen met het vaststellen
van een criminaliteitsbeeld. Het CBO stelt vast dat 90
Rijkswachtonderzoeken betrekking hebben op zaken die voldoen aan de
definitie van georganiseerde misdaad. In 1994 zijn 22 onderzoeken
afgesloten. De onderzoeken omvatten in totaal 1.067 verdachten en
6.584 strafbare feiten. Verder blijkt uit een kwalitatieve studie
dat het aantal verdachten, de organisatiegraad en de etnische
samenstelling van deze groepen zeer variren. In het merendeel van
de onderzoeken (86 van de 90) zijn internationale verbindingen
vastgesteld. Verder is in zes op tien gevallen vastgesteld dat
commercile structuren worden gebruikt, in n op twintig van de
onderzoeken is gebruik van geweld vastgesteld en in vier van
twintig gevallen is sprake van benvloeding. Noot
Ten aanzien van de aard van de georganiseerde criminaliteit zijn de
geluiden niet veel anders dan in Nederland: drugs, mensenhandel,
witwassen, grootschalige fraude, en – misschien in iets mindere
mate – milieucriminaliteit.
lees meer
Dutch Desk Europol 1998January 1, 1999

1. ALGEMEEN EDU EUROPOL / EUROPOL
In de loop van 1998 werd het Europol verdrag door de nog resterende 3 landen (Italië, Griekenland en België) geratificeerd. Hierdoor kon EDU/Europol formeel per 01 -10-1998 worden omgezet naar een organisatie op verdragsrechtelijke basis welke als rechtspersoon kan optreden, te weten Europol. Duidelijk mag zijn dat dit als een mijlpaal mag worden gezien in de ontwikkeling van deze organisatie. Doordat aan een aantal formaliteiten nog niet kon worden voldaan, onder andere het afsluiten van bilaterale overeenkomsten tussen Nederland en de overige 14 lidstaten over de formele status van de liaison functionarissen, kon Europol nog niet officieel met haar eigen werkzaamheden aanvangen in 1998.
lees meer
Europese aanscherping artikel 140 op komstMay 1, 1998 - bron: Wil van der Schans
‘Dit wetsartikel legitimeert politieke vervolging in Europa’ zegt advocaat Marq Wijngaarden. Het bestuurslid van de Coornhert Liga is verontrust over de voorgenomen uitbreiding van artikel 140 op Europees niveau: ‘Ook actiegroepen, vakbonden en pressiegroepen kunnen op deze manier gecriminaliseerd worden’. De Raad van Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie van de Europese Unie (de JBZ-Raad) besprak donderdag 19 maart een voorstel om de strafbaarstelling van lidmaatschap van een criminele organisatie uit te breiden. Met een beroep op de bestrijding van de georganiseerde misdaad vallen voortaan ook pogingen tot beïnvloeding van de staat onder de strafbaarheid. Dit voorstel heeft vergaande invloed op de Nederlandse wetgeving. lees meer
Europese aanscherping artikel 140 op komstApril 30, 1998
‘Dit wetsartikel legitimeert politieke vervolging in Europa’ zegt advocaat Marq Wijngaarden. Het bestuurslid van de Coornhert Liga is verontrust over de voorgenomen uitbreiding van artikel 140 op Europees niveau: ‘Ook actiegroepen, vakbonden en pressiegroepen kunnen op deze manier gecriminaliseerd worden’. De Raad van Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie van de Europese Unie (de JBZ-Raad) besprak donderdag 19 maart een voorstel om de strafbaarstelling van lidmaatschap van een criminele organisatie uit te breiden. Met een beroep op de bestrijding van de georganiseerde misdaad vallen voortaan ook pogingen tot beïnvloeding van de staat onder de strafbaarheid. Dit voorstel heeft vergaande invloed op de Nederlandse wetgeving.
lees meer
Uniestrafrecht is op hol geslagenApril 17, 1997
Dr A.H. Klip
André Klip is universitair docent strafrecht aan de Universiteit Utrecht en lid van de Permanente Commissie van deskundigen in internationaal vreemdelingen-, vluchtelingen- en strafrecht (Commissie Meijers)).
De ontwikkelingen in de Europese Unie op strafrechtelijk terrein hebben een grote vaart genomen. Waar het Verdrag van Maastricht nog uitging van samenwerking bij internationale rechtshulp in strafzaken, zijn de eerste teksten strekkende tot harmonisatie van wetgeving totstandgekomen. Hieronder worden de ontwikkelingen in het huidige uniestrafrecht gekenschetst en geanalyseerd. Gebrek aan democratische en rechterlijke controle tegenover een repressief ingezet Europees optreden dwingt tot een kritische beschouwing over het uniestrafrecht van Maastricht en de mogelijkheden voor een verdrag van Amsterdam. Sinds het Verdrag betreffende de Europese Unie bestaan bepalingen met betrekking tot de samenwerking op het gebied van de justitie en binnenlandse zaken (derde pijler).(1) In artikel K.1 is `met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, met name het vrije verkeer van personen en onverminderd de bevoegdheden van de Europese Gemeenschappen’ een aantal gebieden tot terreinen van `gemeenschappelijk belang’ verklaard. Ten aanzien van sommige onderwerpen worden besluiten vastgesteld op initiatief van een lid-staat of van de Commissie, ten aanzien van andere bezit de Commissie dit initiatiefrecht niet. Strafrechtelijk is relevant dat de Commissie dit recht heeft ten aanzien van `de strijd tegen drugverslaving’ en `bestrijding van fraude van internationale omvang’, beide voorzover het niet gaat om de justitiële samenwerking, de douanesamenwerking en de politiële samenwerking. Juist ten aanzien van deze drie laatstgenoemde vormen van samenwerking zijn enkel de lid-staten bevoegd initiatieven in te dienen. De samenwerking kan ingevolge artikel K.3 leiden tot besluitvorming: gemeenschappelijke standpunten, gemeenschappelijke optredens en overeenkomsten.(2) Deze besluiten worden voorbereid door het op grond van artikel K.4 ingestelde coördinatiecomité.
lees meer