• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Help! De Koerden komen!

    Hoofdstuk 4

    Schengen trekt de teugels aan

    Het Verdrag van Amsterdam, inclusief de afspraken over het toekomstige asiel- en migratiebeleid, treedt pas in werking als het verdrag door alle nationale parlementen is geratificeerd. Over de inhoud van het te voeren beleid zegt het Verdrag van Amsterdam feitelijk niet veel. Het geeft alleen aan op welke terreinen er gezamenlijk beleid moet komen.
    In welke richting Europese beleidskringen denken wordt wel duidelijk in de winter van 1997, die in het teken staat van de dreigende ‘exodus’ van Irakese Koerden naar Europa. Op dat moment zijn er nog steeds grote verschillen in het asiel- en immigratiebeleid van de lidstaten van de Europese Unie. Sommige lidstaten ontvangen meer asielzoekers, terwijl andere lidstaten een soort gedoogbeleid ten aanzien van illegale immigranten voeren. lees meer

    Van Schengen tot Maastricht

    Hoofdstuk 2

    Europees asielbeleid in vogelvlucht

    Uit: Dossier Europa, Asielbeleid in 2000, Uitgeverij Papieren Tijger, september 1999

    Het lieflijke dorpje Schengen, gelegen aan de Moezel in Luxemburg, kreeg op 14 juni 1985 hoog bezoek. De regeringsleiders van Nederland, België, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk ondertekenden die dag het Akkoord van Schengen. Terugblikkend kan gesteld worden dat daarmee de eerste stap werd gezet op weg naar een gezamenlijk Europees asiel- en migratiebeleid. De regeringsleiders besloten namelijk om hun onderlinge binnengrenscontroles op te heffen. Het doel was om te komen tot een interne markt, waar kapitaal, goederen en personen vrijelijk heen en weer konden bewegen. De grenscontroles werden verplaatst naar de buitengrenzen van het ‘Schengengebied’.

    lees meer

    Help! De Koerden komen!

    Hoofdstuk 4

    Schengen trekt de teugels aan

    Uit: Dossier Europa, Asielbeleid in 2000, Uitgeverij Papieren Tijger, september 1999

    Het Verdrag van Amsterdam, inclusief de afspraken over het toekomstige asiel- en migratiebeleid, treedt pas in werking als het verdrag door alle nationale parlementen is geratificeerd. Over de inhoud van het te voeren beleid zegt het Verdrag van Amsterdam feitelijk niet veel. Het geeft alleen aan op welke terreinen er gezamenlijk beleid moet komen.
    In welke richting Europese beleidskringen denken wordt wel duidelijk in de winter van 1997, die in het teken staat van de dreigende ‘exodus’ van Irakese Koerden naar Europa. Op dat moment zijn er nog steeds grote verschillen in het asiel- en immigratiebeleid van de lidstaten van de Europese Unie. Sommige lidstaten ontvangen meer asielzoekers, terwijl andere lidstaten een soort gedoogbeleid ten aanzien van illegale immigranten voeren.

    lees meer

    operationeel, pro-actief, effectief, executief: Actieplan georganiseerde criminaliteit

    Europol is niet het enige project waarin de Europese politiesamenwerking vorm krijgt. Sterker nog: terwijl de verschillende nationale parlementen zich buigen over de ratificatie van het Europol-verdrag, zijn de Europese leiders al weer een paar stappen verder. Er worden volop plannen gesmeed om de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit verder te intensiveren en het mandaat en de bevoegdheden van Europol uit te breiden. De politieke druk, vooral vanuit Duitsland, om de Europese politiesamenwerking een nieuwe impuls te geven komt tot uiting tijdens de Europese Top van Dublin in 1996.

    lees meer

    Brochure Europol 2 – Actieplan georganiseerde criminaliteit

    operationeel, pro-actief, effectief, executief

    Actieplan georganiseerde criminaliteit

    Europol is niet het enige project waarin de Europese politiesamenwerking vorm krijgt. Sterker nog: terwijl de verschillende nationale parlementen zich buigen over de ratificatie van het Europol-verdrag, zijn de Europese leiders al weer een paar stappen verder. Er worden volop plannen gesmeed om de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit verder te intensiveren en het mandaat en de bevoegdheden van Europol uit te breiden. De politieke druk, vooral vanuit Duitsland, om de Europese politiesamenwerking een nieuwe impuls te geven komt tot uiting tijdens de Europese Top van Dublin in 1996.

    lees meer

    Actieplan georganiseerde criminaliteit

    Uit: Europol Dossier 2 4

    operationeel, pro-actief, effectief, executief

    Actieplan georganiseerde criminaliteit Europol is niet het enige project waarin de Europese politiesamenwerking vorm krijgt. Sterker nog: terwijl de verschillende nationale parlementen zich buigen over de ratificatie van het Europol-verdrag, zijn de Europese leiders al weer een paar stappen verder. Er worden volop plannen gesmeed om de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit verder te intensiveren en het mandaat en de bevoegdheden van Europol uit te breiden. De politieke druk, vooral vanuit Duitsland, om de Europese politiesamenwerking een nieuwe impuls te geven komt tot uiting tijdens de Europese Top van Dublin in 1996.

    lees meer

    De Criminele Inlichtingendienst – CID in Nederland

    2.1. CID in Nederland

    2.1.1. Ontstaansgeschiedenis CID’en

    De criminaliteitsontwikkeling eind jaren zestig, begin jaren zeventig, was reden onderzoek te verrichten naar verdergaande recherchesamenwerking op regionaal en landelijk niveau.

    De Nederlandse politie verloor in deze jaren steeds meer greep op de ernstige vormen van criminaliteit. De veranderende vormen van criminaliteit, waardoor er meer samenwerkingsverbanden tussen criminelen ontstonden, hun toenemende mobiliteit en de steeds ruimer wordende technische mogelijkheden waren hier onder andere oorzaak van. Door te weinig zicht op het doen en laten van criminelen werd de opsporing bemoeilijkt en bleven resultaten achter. Bij de politie, die in die tijd nog voornamelijk reactief werkte, groeide het besef dat de inwinning en verzameling van inlichtingen over crimineel handelen de misdaadbestrijding ten goede zouden kunnen komen. Meer kennis van de activiteiten van de crimineel zou leiden tot het efficiënter en effectiever verrichten van het recherchewerk. De voorlopers van de eerste CID’en waren de individuele tactische rechercheurs, die hun vroegere verdachten uit de verhoorkamer als contact behielden. De informatie werd opgeslagen in het bekende zakboekje. Iedere structuur ontbrak.

    lees meer

    buro Jansen & Janssen Europol site

    Artikelen over

    Europol
    Vluchtelingenbeleid
    Openbaarheid

    Orginele Documenten

    Jaarverslagen Europol
    Begrotingen
    Officiële stukken
    Informatisering

    “Een zeldzame bron
    over Europol op het Web”

    lees meer

    Handelingen BVD 1997

    26279 Verslag van de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten over haar werkzaamheden in het jaar 1997 Nr. 2

    VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

    Vastgesteld 21 januari 1999

    De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties<1> heeft op 9 december 1998 overleg gevoerd met minister Peper van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de heer Melkert, voorzitter van de commissie voor de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten over:- het jaarverslag van de Binnenlandse veiligheidsdienst over 1997 (BiZa-98-737);
    – het jaarverslag van de commissie voor de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer over 1997 (26279, nr. 1);
    – het rapport “De politieke islam in Nederland”, toegezonden bij brief van de minister van Binnenlandse Zaken d.d. 15 juni 1998 (BiZa-98-702);
    – schriftelijke vragen en antwoorden van de leden Van Oven en Valk inzake de Britse geheime dienst (aanhangsel II, vergaderjaar 1997-1998, nr. 818 en 1998-1999, nr. 150).

    lees meer

    Bijlage I – 2. Lijst van officiele publikaties

    Naast de in onderstaand overzicht vermelde kamerstukken is gebruik
    gemaakt van stukken uit de rijksbegroting
    van de departementen van Justitie en Binnenlandse Zaken, alsmede
    van m.b.t. vermelde stukken gevoerde
    debatten in de Tweede kamer
    17.363, Wet op de de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
    17.975, Nadere wijziging van de opiumwet
    18.895, Verslag van de vaste commissie voor de Inlichtingen- en
    Veiligheidsdiensten omtrent haar
    werkzaamheden over de persiode 25 augustus 1981 tot 6 maart
    1985
    18.995, Samenleving en criminaliteit
    19.038, Algemene Rekenkamer, Het functioneren van de Centrale
    Recherche Informatiedienst
    19.073, Algemene wet op het binnentreden
    19.095, Regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in
    verband met persoonsregistraties: Wet
    persoonsregistraties
    19.159, Beleidsplan Automatisering van de Politile
    Informatievoorziening
    19.326, Akkoord tussen de Regeringen van de Benelux, de
    Bondsrepubliek Duitsland en Frankrijk betreffende
    geleidelijke afschaffing van grenscontroles, Schengen, 14 juni
    1985
    19.328, Infiltratie als opsporingstechniek (under-cover agenten;
    pseudo-koop)
    19.535, Wijziging van de politiewet
    19.589 Regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in
    verband met politieregisters: Wet op de
    politieregisters
    19.711, Beleidsvoorstellen onderdeel Politie voor 1987
    19.757, Wijziging van het Wetboek van strafrecht en Strafvordering:
    Anonieme verdachte
    19.774, Wijziging van enkele bepalingen van het Wetboek van
    Strafvordering omtrent de voorlopige hechtenis
    en enige andere onderwerpen
    20.090, Beleidsplan Politie 1988
    20.385, Verslag van de Vaste Commissie voor de Inlichtingen- en
    Veiligheidsdiensten omtrent haar
    werkzaamheden over de periode 7 maart 1985 tot 30 november 1987
    20.559, Onderzoek Paspoortproject 20.811, Beleidsplan Politie
    1989
    21.132, Regeerakkoord 1989
    21.302, Beleidsplan Politie 1990
    21.426, Wijziging van de Wet op de weerkorpsen ter zake van de
    particuliere beveiligingsorganisaties
    21.461, Een nieuw politiebestel in de jaren ’90
    21.481, Algemene Rekenkamer, Verslag over 1989
    21.501 – 20, Europese Raad
    21.504, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, van het Wetboek
    van Strafvordering en enige andere wetten
    ter verruiming van de mogelijkheden tot toepassing van de
    maatregelen van ontneming van wederrechtelijk
    verkregen voordeel en andere vermogenssancties (Pluk ze)
    21.551, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van het Wetboek
    van Strafvordering in verband met de
    voortschrijdende toepassing van informatietechniek: Wet
    computercriminaliteit
    21.553, Infiltratie BVD
    21.565, Aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek
    van Strafvordering met voorzieningen ten
    behoeve van de bestrijding van heling
    21.803, Beleidsplan Politie 1991
    21.819, Verslag van de vaste commissie voor de Inlichtingen- en
    Veiligheidsdiensten over haar
    werkzaamheden (juli 1989-juli 1990)
    21.829, Recht in beweging, een beleidsplan voor justitie in komende
    jaren
    21.833, Strafrecht met beleid: Beleidsplan van het openbaar
    ministerie voor de jaren 1990-1995
    21.874, Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie
    politiebestel
    22.036, Verwijdering en vernietiging van dossiers van de
    Binnenlandse Veiligheidsdienst
    22.036, Verwijdering en vernietiging van dossiers van de
    Binnenlandse Veiligheidsdienst
    22.081, Goedkeuring van het op 8 november 1990 te Straatsburg tot
    stand gekomen Verdrag inzake het
    witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en confiscatie van
    opbrengsten van misdrijven
    22.083, Wijziging van de Wet overdracht tenuitvoerlegging
    strafvonnissen en het Wetboek van Strafvordering
    met het oog op de internationale samenwerking gericht op de
    ontneming van wederrechtelijk verkregen
    voordeel
    22.112, Ontwerp-richtlijnen Europese Commissie
    22.268, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht inzake algemene
    strafbaarstelling van
    voorbereidingshandelingen
    22.306, Beleidsvoornemens Politie 1992
    22.343, Handhaving milieuwetgeving
    22.355, Algemene Rekenkamer, Criminaliteitsbestrijding
    22.447, Aanvulling van het Wetboek van Strafvordering met
    voorzieningen ten behoeve van het
    DNA-onderzoek in strafzaken
    22.463, Verslag van de vaste Commissie voor de Inlichtingen- en
    Veiligheidsdiensten over haar
    werkzaamheden (juli 1990-juli 1991)
    22.483, Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek
    van Strafrecht en enige andere wetten
    (getuigenbescherming)
    22.539, Wijziging van de binnentredingsbepalingen
    22.562, Vaststelling van een nieuwe Politiewet
    22.838, De georganiseerde criminaliteit in Nederland
    22.890, Verslag van de vaste Commissie voor de Inlichtingen- en
    Veiligheidsdiensten over haar
    werkzaamheden in de periode juli 1991-juli 1992
    23.009, Melding ongebruikelijke transacties bij financile
    dienstverlening: Wet melding ongebruikelijke
    transacties (MOT)
    23.045, Wijziging van de Wet op de inlichtingen en
    veiligheidsdiensten (opheffing IDB)
    23.047, Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met
    de regeling van het opnemen van
    gesprekken met een technisch hulpmiddel: Direct afluisteren
    23.065, Algemene Rekenkamer, Verslag over 1992
    23.096, Veiligheidsrapportage 1993
    23.108, Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen in
    verband met het aftappen van GSM
    23.143, TREVI
    23.173, Goedkeuring en uitvoering van de op 20 november 1992 te
    Washington tot stand gekomen
    Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde
    Staten van Amerika inzake de
    wederzijdse samenwerking bij de opsporing, inbeslagneming en
    confiscatie van de opbrengsten van en
    hulpmiddelen voor misdrijven en de verdeling van geconfisceerde
    voorwerpen (Trb. 1994, 0005)
    23.225, Verslag van de vaste Commissie voor de Inlichtingen- en
    Veiligheidsdiensten over haar
    werkzaamheden in de periode juli 1992 – december 1992
    23.251, Partile wijziging van het Wetboek van Strafvordering:
    Herziening van het gerechtelijk vooronderzoek
    23.444, Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen,
    het Wetboek van Strafrecht en het
    Wetboek van Strafvordering in verband met de doorbreking van het
    exclusieve recht van de concessiehouder in
    hoofdzaak door middel van de invoering van een gelimiteerd
    vergunningenstelsel voor specifieke vormen van
    openbare mobiele telecommunicatie
    23.446, De landelijke werving, de selectie en het onderwijs voor de
    politie: LSOP-wet
    23.478, Wet particuliere beveiligingsorganisaties en
    recherchebureaus
    23.490, Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag
    23.547, Samenvoeging ECD en AID
    23.593, De opheffing van het interegionaal rechercheteam
    Noord-Holland/Utrecht (IRT)
    23.635, Algemene Rekenkamer, Politiesterkte
    23.655, Nationale ombudsman, Jaarverslag 1993
    23.672, Stand van wetgeving ter herziening van het Wetboek van
    Strafvordering
    23.681, Partile wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere
    wetten in verband met de opheffing van
    het cumulatieverbod inzake de oplegging van hoofdstraffen
    23.700, Derde tranche Algemene wet bestuursrecht
    23.704, Regelen inzake de confiscatie van met criminaliteit in
    verband staand vermogen: Wet confiscatie
    crimineel vermogen
    23.705, Wijziging Wetboek van Strafvordering: Vormverzuimen
    23.715, Regeerakkoord 1994
    23.777, Wet inzake de wisselkantoren
    23.815, Internationale politile samenwerking
    23.956, Verslag van de commissie voor de Inlichtingen- en
    Veiligheidsdiensten over haar werkzaamheden in
    1993
    23.989, Wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van
    Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de
    terechtzitting en het vonnis
    23.993, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere wetten
    met het oog op de opneming in het
    Wetboek van Strafrecht van eenvormige strafbepalingen inzake het
    verstrekken van onware gegevens en het
    nalaten te voldoen aan wettelijke verplichtingen om tijdig gegevens
    te verstrekken (concentratie
    strafbaarstelling frauduleuze gedragingen)
    24.034, Reorganisatie van het openbaar ministerie
    24.077, Drugbeleid
    24.107, Herziening van de Wet wapens en munitie
    24.123, Bestelling van locomotieven door de NS
    24.125, Nationale Ombudsman, Jaarverslag 1994
    24.139, Regels met betrekking tot naar buitenlands recht
    opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende
    kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheden geheel of nagenoeg
    geheel in Nederland verrichten en
    geen werkelijke band hebben met de staat naar welk recht zij zijn
    opgericht: Wet op de formeel buitenlandse
    vennootschappen
    24.141, Regels van internationaal privaatrecht met betrekking tot
    corporaties: Wet conflictenrecht corporaties
    24.147, Verslag van de commissie voor de Inlichtingen- en
    Veiligheidsdiensten van haar werkzaamheden in
    het jaar 1994
    24.163, Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen,
    de Mediawet, de
    Radio-Omroep-Zender-Wet 1935 en het Wetboek van Strafvordering in
    verband met de liberalisering van
    kabelgebonden telecommunicatie-inrichtingen
    24.167, Europese samenwerking op het gebied van Justitie en
    Binnenlandse Zaken
    24.175, Algemene Rekenkamer, Beheersing informatiebeveiliging
    24.219, Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met
    de verlengingsprocedure van voorlopige
    hechtenis
    24.225, Veiligheidsbeleid 1995 – 1998
    24.252, Aanpassing regelgeving met betrekking tot de advocatuur
    24.263, Vaststelling van een Penitentiaire beginselenwet en daarmee
    verband houdende intrekking van de
    Beginselenwet gevangeniswezen met uitzondering van de artikelen 2
    tot en met 5 en wijzigingen van het
    Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering alsmede
    enige andere wetten (Penitentiaire
    beginselenwet)
    24.269, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht
    (mensensmokkel)
    24.420, Beleidsvoornemens Politie 1996
    24.470, Ontslag van de procureur-generaal van Amsterdam
    24.500, Algemene Rekenkamer, Beheer en controle EG-geldstromen in
    Nederland
    Stenografisch verslag van een besloten algemeen overleg d.d. 29
    november 1994 van de vaste Commissie
    voor Justitie met de minister van Justitie, W. Sorgdrager, D66,
    over de inbraak bij officier van justitie Valente in
    Amsterdam
    Kort verslag van een besloten algemeen overleg d.d. 6 december 1994
    van de vaste Commissie voor Justitie
    met de minister van Justitie, W. Sorgdrager, D66, naar aanleiding
    van de mededelingen van hoofdofficier van
    Justitie te Amsterdam, mr. J. Vrakking in de NRC van 2 december
    1994

    Wetgeving; Belgi

    lees meer

    Bijlage V – 11.2 Inventarisatie van opsporingsmethoden in Belgi

    11.2 Inventarisatie van opsporingsmethoden in Belgi

    11.2.1 De georganiseerde misdaad in Belgi

    Hoewel het begrip georganiseerde misdaad ook in Belgi
    steeds meer ingeburgerd raakt, hebben vooral de fenomenen groot
    banditisme
    (de Bende van Nijvel) en de hormonenmafia de
    gemoederen van het Belgische opsporingsapparaat jarenlang bezig
    gehouden. Deze selectieve aandacht heeft geresulteerd in het
    ontbreken van een goed beeld van (de ontwikkeling van) de
    georganiseerde criminaliteit. Inmiddels is het Centraal bureau
    opsporingen (CBO) van de Rijkswacht begonnen met het vaststellen
    van een criminaliteitsbeeld. Het CBO stelt vast dat 90
    Rijkswachtonderzoeken betrekking hebben op zaken die voldoen aan de
    definitie van georganiseerde misdaad. In 1994 zijn 22 onderzoeken
    afgesloten. De onderzoeken omvatten in totaal 1.067 verdachten en
    6.584 strafbare feiten. Verder blijkt uit een kwalitatieve studie
    dat het aantal verdachten, de organisatiegraad en de etnische
    samenstelling van deze groepen zeer variren. In het merendeel van
    de onderzoeken (86 van de 90) zijn internationale verbindingen
    vastgesteld. Verder is in zes op tien gevallen vastgesteld dat
    commercile structuren worden gebruikt, in n op twintig van de
    onderzoeken is gebruik van geweld vastgesteld en in vier van
    twintig gevallen is sprake van benvloeding. Noot
    Ten aanzien van de aard van de georganiseerde criminaliteit zijn de
    geluiden niet veel anders dan in Nederland: drugs, mensenhandel,
    witwassen, grootschalige fraude, en – misschien in iets mindere
    mate – milieucriminaliteit.

    lees meer

    Dutch Desk Europol 1998

    1. ALGEMEEN EDU EUROPOL / EUROPOL

    In de loop van 1998 werd het Europol verdrag door de nog resterende 3 landen (Italië, Griekenland en België) geratificeerd. Hierdoor kon EDU/Europol formeel per 01 -10-1998 worden omgezet naar een organisatie op verdragsrechtelijke basis welke als rechtspersoon kan optreden, te weten Europol. Duidelijk mag zijn dat dit als een mijlpaal mag worden gezien in de ontwikkeling van deze organisatie. Doordat aan een aantal formaliteiten nog niet kon worden voldaan, onder andere het afsluiten van bilaterale overeenkomsten tussen Nederland en de overige 14 lidstaten over de formele status van de liaison functionarissen, kon Europol nog niet officieel met haar eigen werkzaamheden aanvangen in 1998.

    lees meer

    Europese aanscherping artikel 140 op komst

    ‘Dit wetsartikel legitimeert politieke vervolging in Europa’ zegt advocaat Marq Wijngaarden. Het bestuurslid van de Coornhert Liga is verontrust over de voorgenomen uitbreiding van artikel 140 op Europees niveau: ‘Ook actiegroepen, vakbonden en pressiegroepen kunnen op deze manier gecriminaliseerd worden’. De Raad van Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie van de Europese Unie (de JBZ-Raad) besprak donderdag 19 maart een voorstel om de strafbaarstelling van lidmaatschap van een criminele organisatie uit te breiden. Met een beroep op de bestrijding van de georganiseerde misdaad vallen voortaan ook pogingen tot beïnvloeding van de staat onder de strafbaarheid. Dit voorstel heeft vergaande invloed op de Nederlandse wetgeving. lees meer

    Europese aanscherping artikel 140 op komst

    ‘Dit wetsartikel legitimeert politieke vervolging in Europa’ zegt advocaat Marq Wijngaarden. Het bestuurslid van de Coornhert Liga is verontrust over de voorgenomen uitbreiding van artikel 140 op Europees niveau: ‘Ook actiegroepen, vakbonden en pressiegroepen kunnen op deze manier gecriminaliseerd worden’. De Raad van Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie van de Europese Unie (de JBZ-Raad) besprak donderdag 19 maart een voorstel om de strafbaarstelling van lidmaatschap van een criminele organisatie uit te breiden. Met een beroep op de bestrijding van de georganiseerde misdaad vallen voortaan ook pogingen tot beïnvloeding van de staat onder de strafbaarheid. Dit voorstel heeft vergaande invloed op de Nederlandse wetgeving.

    lees meer

    Uniestrafrecht is op hol geslagen

    Dr A.H. Klip

    André Klip is universitair docent strafrecht aan de Universiteit Utrecht en lid van de Permanente Commissie van deskundigen in internationaal vreemdelingen-, vluchtelingen- en strafrecht (Commissie Meijers)).

    De ontwikkelingen in de Europese Unie op strafrechtelijk terrein hebben een grote vaart genomen. Waar het Verdrag van Maastricht nog uitging van samenwerking bij internationale rechtshulp in strafzaken, zijn de eerste teksten strekkende tot harmonisatie van wetgeving totstandgekomen. Hieronder worden de ontwikkelingen in het huidige uniestrafrecht gekenschetst en geanalyseerd. Gebrek aan democratische en rechterlijke controle tegenover een repressief ingezet Europees optreden dwingt tot een kritische beschouwing over het uniestrafrecht van Maastricht en de mogelijkheden voor een verdrag van Amsterdam. Sinds het Verdrag betreffende de Europese Unie bestaan bepalingen met betrekking tot de samenwerking op het gebied van de justitie en binnenlandse zaken (derde pijler).(1) In artikel K.1 is `met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, met name het vrije verkeer van personen en onverminderd de bevoegdheden van de Europese Gemeenschappen’ een aantal gebieden tot terreinen van `gemeenschappelijk belang’ verklaard. Ten aanzien van sommige onderwerpen worden besluiten vastgesteld op initiatief van een lid-staat of van de Commissie, ten aanzien van andere bezit de Commissie dit initiatiefrecht niet. Strafrechtelijk is relevant dat de Commissie dit recht heeft ten aanzien van `de strijd tegen drugverslaving’ en `bestrijding van fraude van internationale omvang’, beide voorzover het niet gaat om de justitiële samenwerking, de douanesamenwerking en de politiële samenwerking. Juist ten aanzien van deze drie laatstgenoemde vormen van samenwerking zijn enkel de lid-staten bevoegd initiatieven in te dienen. De samenwerking kan ingevolge artikel K.3 leiden tot besluitvorming: gemeenschappelijke standpunten, gemeenschappelijke optredens en overeenkomsten.(2) Deze besluiten worden voorbereid door het op grond van artikel K.4 ingestelde coördinatiecomité.

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>