• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Onderzoek Fort-team – Teamsamenstelling en teambeheer

    1.2. Teamsamenstelling en teambeheer

    Het heeft vele weken gekost voordat het Fort-team op de gewenste personele sterkte was en over de voor het onderzoek minimale functionaliteiten beschikte. Voor een deel had dit te maken met de geringe omvang van de totale rijksrecherche (ca. 45 rechercheurs), de geografische spreiding over het land van deze dienst en het feit dat de rijksrecherche slechts generalistische rechercheurs kent. Gedegen kennis van CID-werk ontbreekt bij de rijksrecherche, misdaadanalisten zijn niet aanwezig en dat geldt ook voor grondige kennis van financiële onderzoeksmethoden. Ook het gedurende langere tijd in (een groter) teamverband werken komt zeer weinig bij de rijksrecherche voor. Alleen het, in de tachtiger-jaren, verrichte onderzoek naar fraude bij het algemeen burgerlijk pensioen fonds (ABP-affaire) kan qua omvang en tijdsduur enigszins worden vergeleken, alhoewel daar sprake was van een strafrechtelijk onderzoek. Een geautomatiseerd, ondersteunend administratiesysteem voor recherche-onderzoeken (en de bijbehorende kennis daarvan) was ook niet bij de rijksrecherche aanwezig en bleek elders moeilijk verkrijgbaar.

    lees meer

    Onderzoek CID-administratie Kennemerland – Werkwijze

    3.1. Werkwijze

    Ten behoeve van het onderzoek werd gebruik gemaakt van de CID-administratie van de regiopolitie Kennemerland, zoals die op 11 mei 1995 aan het Fort-team werd overgedragen door het interim-hoofd van de RCID Kennemerland, Woest. Verder werd gebruik gemaakt van:

    – andere informatiedragers, aangetroffen bij de regiopolitie Kennemerland, waaronder 16 door Langendoen bij de korpsleiding in bewaring gegeven floppy’s;

    – registraties, soms in een zeer laat stadium verkregen, welke gevoerd werden bij organisaties elders zoals NCID, IRT en KTR en

    – afgelegde verklaringen.

    lees meer

    Onderzoek Fort-team – Werkwijze

    1.3. Werkwijze

    Op 24 april 1995 bepaalde de minister van Justitie dat, gelet op artikel 18, vijfde lid van de Wet politieregisters

    ‘voor de duur van het onderzoek naar het functioneren van de criminele inlichtingen. dienst van het regionale politiekorps Kennemerland alle voor dit onderzoek van belang zijnde gegevens uit registers gehouden bij de Criminele inlichtingendiensten verstrekt worden aan de personen, die door de betrokken Procureur-Generaal zijn belast met het doen van dit onderzoek’

    Verder vermeldde het besluit dat

    ‘een ieder, die daartoe bij of krachtens de Wet politie registers gemachtigd is, verplicht is aan deze personen gegevens uit de bij de Criminele inlichtingendiensten gehouden registers te verstrekken’

    De administratie van de RCID Kennemerland werd kort daarop beschikbaar gesteld.

    lees meer

    Onderzoek CID-administratie Kennemerland – Inhoud administratie

    3.2. Inhoud administratie

    3.1.1. Ontwikkeling informatie huishouding RCID Kennemerland

    Ingevolge de Basisregeling regionale samenwerking politie en de CID-regeling 1986 werd de CID van de gemeentepolitie Haarlem aangewezen als regionale CID voor de regio Kennemerland. Eén en ander hield in een lokale CID-functie met daarnaast een regionale taak. Van deze regio maakten ook deel uit de CID’en van Haarlemmermeer, IJmuiden, Bloemendaal en Zandvoort.

    Het toenmalige hoofd van de CID Haarlem werd aangewezen als RCID-coördinator.

    In de periode C.J.Mefles (1989 tot 1 januari 1991) werd de CID uitgebouwd tot in totaal 31 personeelsleden. Deze mensen werden formatief toegewezen aan het centrumkorps Haarlem. De formatie bestond uit het OT Haarlem/ Zaanstad, misdaadanalisten, administratieve krachten en CID-rechercheurs.

    lees meer

    Onderzoek Fort-team – Rapportage en overleg

    1.4. Rapportage en overleg

    Schriftelijke rapportage: Over de onderzoeksresultaten werd vier maal een schriftelijke tussenrapportage ten behoeve van de opdrachtgevers verzorgd: op 29 mei, 28 juni, 22 september en 3 november 1995. Op 7 september werd de eindverantwoordelijke PG Gonsalves schriftelijk nader geïnformeerd. Al deze schriftelijke rapportages werden door de teamleiding weer ingenomen nadat betrokkenen deze hadden gelezen. Op 7 juni 1995 werd via de opdrachtgevers schriftelijk aan de minister van Justitie gerapporteerd.

    De eerste tussenrapportage leidde tot een brief van de PG aan de hoofdofficieren van justitie, waarin strikte voorwaarden werden verbonden aan het gecontroleerd doorlaten van verdovende middelen. Zo moesten voortaan zowel de OVJ, competent voor de binnenkomst van de zending in Nederland, als de OVJ waar de zending uiteindelijk terecht zou komen, akkoord gaan; het ‘slot’ op de containerdoorvoer met verdovende middelen. Begin juni 1995 leidde dit tot de ministeriële beleidslijn dat gecontroleerd doorlaten niet toegestaan was, tenzij aan zeer strikte voorwaarden was voldaan.

    lees meer

    Onderzoek CID-administratie Kennemerland – Onderzoek aangetroffen administraties/ registraties

    3.3. Onderzoek aangetroffen administraties/ registraties

    De overgedragen administratie betrof een geautomatiseerde en een handmatige administratie. Daarnaast werden zeven ordners met observatierapporten, één kasboek en zes ordners, betrekking hebbende op de Regeling tip-, toon- en voorkoopgelden administratie, 16 floppy’s welke door Langendoen bij de korpsleiding in bewaring waren gegeven en zeven floppy’s met tapverslagen e.d. in ontvangst genomen.

    Bij het onderzoek van de registraties, zoals deze gevoerd werden binnen de RCID Kennemerland, is de volgende indeling aangehouden:

    1 CID-register:

    a. verzameling CID-informatierapporten;

    b. registratie van CID-subjecten;

    c. een registratie van CID-acties;

    d. verstrekkingenbestand en

    e. persoonsdossier;

    lees meer

    Onderzoek Fort-team – Belemmeringen

    1.5. Belemmeringen

    Het was lastig voor het team dat de onderzoekstijd samenliep met die van de PEC. De ‘angst voor Van Traa’, de voorrang die de PEC in het onderzoeksveld (terecht) kreeg en het informatieve eenrichtingverkeer tussen team en PEC werkten complicerend. De PEC stelde aan politie en justitie zeer korte termijnen om informatie te leveren; het Fort-team werd op dit punt vele malen trager en soms in het geheel niet bediend. Daarnaast werd het verzoek van het Fort-team om medewerking door sommigen wel volledig, maar door te velen slechts ten dele gehonoreerd.

    lees meer

    Onderzoek CID-administratie Kennemerland – Bevindingen

    3.4. Bevindingen

    * Uit het onderzoek bleek dat in de periode van C.J. Mefles en Langendoen de CIDinformatie slecht met andere rechthebbenden werd gedeeld. Informatie van nationaal of internationaal belang werd zeer beperkt in- of doorgezonden. De CID-administratie werd voornamelijk voor intern gebruik gehouden. Opgemerkt dient te worden dat eind jaren tachtig, begin jaren negentig het in- of doorzenden van CID-informatie door een aantal andere CID’en ook matig geschiedde;

    * De RCID Kennemerland levert zijn subjecten sinds maart 1995 (periode-Woest) aan bij de NCID ten behoeve van de landelijk bevraagbare CIDSI. De verplichting voor het aanleveren van subjecten geldt vanaf de inwerkingtreding van de CID-regeling 1986. De RCID Kennemerland is pas sinds maart 1995 geautoriseerd voor het gebruik van de CIDSI;

    lees meer

    Inhoud Rijksrechercherapport RCID Kennemerland

    Rijksrechercherapport RCID Kennemerland

    Afkortingen, namen, begrippen en bevindingen

    Voorkant
    Ten Geleide
    Lijst van afkortingen
    Lijst van meest voorkomende namen
    Lijst van meest gehanteerde begrippen
    Lijst met gehanteerde Douanebegrippen
    Besluit minister van Justitie
    Samenvattende bevindingen over het functioneren van de RCID Kennemerland tussen 1990 en 1995

    lees meer

    Ten Geleide

    Ten Geleide

    Rapporten van de rijksrecherche worden over het algemeen niet gepubliceerd. Gelet op de publiciteit rond het instellen en uitvoeren van het onderzoek naar het functioneren van de RCID Kennemerland en de vele betrokkenen en belanghebbenden daarbij, kon het niet anders dan dat dit rijksrecherche-rapport wel openbaar gemaakt zou worden.

    Veel is al bekend geworden vanuit het rapport van de PEC. Met de voorzitter en vice-voorzitter van deze commissie zijn, lopende het onderzoek, vrij intensieve contacten onderhouden. Tussen de beide politieministers en de PEC werd immers, gelet op de be palingen van de wet op de parlementaire enquête, in febmari 1995 afgesproken dat ‘de commissie, in de persoon van haar voorzitter of bij ontstentenis de vice-voorzitter, alle gegevens die ter kennis komen van de commissie, haar medewerkers of de onde rzoeksgroep Fijnaut kan verifiëren door kennisname van niet-geanonimiseerde en niet-gecodeerde gegevens.

    lees meer

    Lijst van meest voorkomende namen

    Lijst van meest voorkomende namen

    Augusteijn, A.W.P.

    Chef CID van KTR, daarvoor van het IRT

    Baarle, B. van

    Korpschef Limburg Noord, vanaf de oprichting tot juli 1993 algemeen teamleider IRT, werkzaam bij de gemeentepolitie Utrecht

    Bakker, G.J.C.M.

    Teamleider FIOD Haarlem, voor januari 1994 plv.teamleider

    lees meer

    Voorkant

    Voorkant

     

    Financiën – Geldstromen Belgische sapfabriek

    7.5. Geldstromen Belgische sapfabriek

    In deze paragraaf wordt ingegaan op geldstortingen gedaan op verschillende bankrekeningen die een relatie hebben met de Sapman. In paragraaf 7.5.1 wordt de methode van onderzoek en de verantwoording daarvan beschreven.

    Daarna wordt ingegaan op stortingen gedaan op bankrekeningen die niet direct zijn terug te vinden in de administratie van de Belgische sapfabriek, het bedrijf van Sapman (7.5.2). Vervolgens worden andere onbekende stortingen die zijn vastgesteld in de administratie van die fabriek bekeken (7.5.3). Daarna wordt ingegaan op de financiële transacties tussen die fabriek en de fabriek in Zuid-Amerika (7.5.4). In paragraaf 7.5.5. wordt ingegaan op het (mogelijke) zwart geld circuit van de Belgische sapfabriek en zullen in paragraaf 7.5.6. de conclusies worden vermeld.

    lees meer

    Financiën – Recapitulatie mogelijke informele geldstromen

    7.6. Recapitulatie mogelijke informele geldstromen

    In deze paragraaf zal een overzicht worden gegeven van alle tot op dit moment bekende informele geldstromen. Hierbij wordt in eerste instantie een totaaloverzicht gegeven van de informele geldstromen die blijken uit de door Langendoen bij de PEC afgegeven investeringsoverzichten en andere vastgestelde investeringen (7.6.1). Daarna zal een totaal-overzicht worden gegeven van de gemaakte kosten in container-trajecten (7.6.2). Vervolgens zal een totaaloverzicht worden gegeven van de informele geldstromen vastgesteld in de administratie van de Belgische sapfabriek en de daarmee direct dan wel indirect samen-hangende bankrekeningen (7.6.3).

    Afgesloten zal worden met een totaal recapitulatie van de aangetoonde informele geldstromen (7.6.4).

    lees meer

    Overige trajecten – Inleiding

    HOOFDSTUK VI

    6. OVERIGE TRAJECTEN

    6.0 Inleiding

    Naast de hiervoor in hoofdstuk V beschreven containertrajecten, verdient een aantal andere operationele CID-activiteiten bijzondere aandacht. In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen beschreven:

    – het zogenoemde ‘saptraject’;

    – sigarettentransporten naar het buitenland;

    – XTC-transporten naar Engeland;

    – cocaïne-trajecten;

    – de opzet van C-laboratoria;

    – liquidaties;

    – bedreigingen en

    – ambtelijke integriteit.

     

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>