Verhoren – mr. H.P. Wooldrik en mr. G.P. van de BeekJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 9
11 september 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
maandag 11 september 1995
in de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord
worden mr. H.P. Wooldrik en mr. G.P. van de Beek
Zie ook: Tweede verhoor mr. H.P. Wooldrik (red.)
Aanvang 9.32 uur
lees meer
Verhoren – mr. L.A.J.M. de WitJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 25
25 september 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
maandag 25 september 1995
in de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
mr. L.A.J.M. de Wit
Zie ook: Tweede verhoor mr. L.A.J.M. de Wit (red.)
Aanvang 9.30 uur
lees meer
Verhoren – de heer G.J.C.M. BakkerJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 41
4 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
woensdag 4 oktober 1995 in
de vergaderzaal van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt de
heer G.J.C.M. Bakker
Aanvang 12.10 uur
lees meer
Verhoren – mevrouw mr. P.M.H. van der Molen-MaesenJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 57
16 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
maandag 16 oktober 1995 in
de vergaderzaal van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
mevrouw mr. P.M.H. van der Molen-Maesen
Aanvang 14.15 uur
lees meer
Verhoren – mr. J. KoersJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 73
27 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
vrijdag 27 oktober 1995 in de
vergaderzaal van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt mr. J.
Koers
Zie ook: Eerste verhoor mr. J. Koers (red.)
Aanvang 12.30 uur
lees meer
Verhoren – mr. P.R. StoffelenJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 89
8 november 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
woensdag 8 november 1995
in de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
mr. P.R. Stoffelen
Aanvang 16.00 uur
lees meer
Inhoud Bijlage XJanuary 1, 1999
Bijlage X – Deelonderzoek 3
1. De vrije-beroepsbeoefenaars: advocaten, notarissen en
accountants
Voorwoord
lees meer
Bijlage X – 4.6. SlotbeschouwingJanuary 1, 1999
4.6. Slotbeschouwing
De openbaar accountant heeft een maatschappelijke
vertrouwensfunctie. Ook de accountant die in dienst van een bedrijf
werkzaam is of op commercile basis adviezen verstrekt, heeft een
dergelijke uitstraling. Accountants staan borg voor deugdelijkheid
en objectiviteit inzake het ontwerpen en controleren van de
financile verslaggeving.
lees meer
Bijlage X – 5.1. InleidingJanuary 1, 1999
5. AFSCHERMING
5.1. Inleiding
Nu in kaart is gebracht welke vormen van fraude zoal zijn
aangetroffen en welke dadergroepen zich aan deze vormen van
georganiseerde criminaliteit schuldig maken, dient een antwoord te
worden geformuleerd op de vraag op welke wijzen de criminele
groepen zich trachten af te schermen van gedupeerden en
opsporingsinstanties. In dit verband kan een onderscheid worden
gemaakt tussen maatregelen die betrekking hebben op de interne
organisatie, en afschermingsmethoden die gepaard gaan met de
inbreng van invloedrijke derden. Met het eerste wordt gedoeld op de
inspanningen van de fraudeurs de bedrijfsvoering zodanig vorm te
geven dat men zich zo veel mogelijk aan de controle van
marktpartijen en overheidsinstanties kan onttrekken. Het schuilgaan
achter rechtspersonen en andere faades en de beperking en
manipulatie van informatiestromen zijn hiervan de meest voorkomende
verschijningsvormen. In deel II van dit rapport (hoofdstuk 7 e.v.)
zal uitvoerig worden ingegaan op de wijzen waarop criminele groepen
– fraudeurs, maar ook andere typen van daders, zoals drughandelaren
– van rechtspersonen gebruik c.q. misbruik maken om hun rol in de
organisatie te maskeren en aansprakelijkheid te ontlopen. In dit
hoofdstuk (paragraaf 5.2) zal worden bezien hoe criminele groepen
hun informatiehuishouding inrichten teneinde interventie van
buitenaf te voorkomen. Behalve maatregelen in de sfeer van de
interne bedrijfsvoering, blijken niet zelden ook personen en/of
instanties van buiten de organisatie goedschiks of kwaadschiks een
rol in de afschermingsstrategie te vervullen. De betrokkenheid van
derden kent wederom een breed scala van verschijningsvormen. Het
spectrum varieert van het inschakelen van derden als integraal
onderdeel van de modus operandi, het aangaan van betrekkingen met
wetshandhavers, het zich omringen met financile en juridische
deskundigen tot aan het mobiliseren van maatschappelijke
tegenkrachten om strafrechtelijke vervolging en veroordeling te
voorkomen. De beschouwing over afscherming met behulp van derden
valt in twee delen uiteen. In paragraaf 5.3.1 zullen de onoorbare
externe contacten op uitvoerend niveau de revue passeren, dat wil
zeggen de betrekkingen die gericht zijn op een ongestoorde
voortzetting van de frauduleuze activiteiten en op tegenwerking van
mogelijke opsporingshandelingen. In paragraaf 5.3.2 zal worden
bezien op welke wijze een aantal fraudeurs zich structureel tracht
in te nestelen in bestaande sociale en culturele netwerken. Door
zich te omringen met vooraanstaande personen in de samenleving
wordt niet alleen de behoefte aan maatschappelijke erkenning tot op
zekere hoogte bevredigd, maar kan tevens het eventuele wantrouwen
van de reguliere markt en de opsporingsinstanties worden weggenomen
c.q. geneutraliseerd. In de laatste betekenis dienen contacten met
de bovenwereld zeker te worden beschouwd als een belangrijke vorm
van immunisering.
lees meer
Bijlage X – 1.2. Geraadpleegde bronnenJanuary 1, 1999
1.2. Geraadpleegde bronnen
De in dit rapport gepresenteerde onderzoeksresultaten berusten
op een drietal bronnen: interviews, dossiers van strafzaken en
literatuurstudie.
lees meer
Bijlage X – 11.6. Witwassen en investeren op de onroerend
goedmarktJanuary 1, 1999
11.6. Witwassen en investeren op de onroerend
goedmarkt
Meer dan bij de handel in effecten is de handel in onroerend
goed niet alleen een middel maar ook een doel. Het is een
eindbestemming van misdaadgeld. Twee verschijningsvormen van de
route naar deze bestemmingen worden hieronder gepresenteerd.
lees meer
Bijlage XI – 3.5. De handel in gestolen auto’sJanuary 1, 1999
3.5. De handel in gestolen auto’s
In de voorbije jaren zijn er bij herhaling berichten
binnengekomen dat ook in Amsterdam op internationale schaal auto’s
worden gestolen en verhandeld. Veel van deze berichten hebben nu
eens betrekking op Joegoslaven en Russen die – zo lijkt het
tenminste – op eerder individuele voet opereren, dan weer op
landgenoten van hen die dit duidelijk in georganiseerd verband
doen. Deze laatsten behoren niet alleen tot een groep die als
zodanig is onderkend, zij stelen ook op een betrekkelijk vakkundige
manier. Waarbij moet worden aangetekend dat deze internationale
diefstal van (vracht)auto’s en de handel hierin voor Amsterdam niet
nieuw is. In de loop van de jaren tachtig bleek immers dat een
groep Ghanese criminelen, die ook actief was in de vrouwenhandel,
tezelfdertijd honderden luxe-auto’s op bestelling had laten stelen
en vervolgens – via Amsterdam, Rotterdam of Antwerpen – liet
verschepen naar een of ander West-Afrikaans land. De hoofdverdachte
hield te Amsterdam kantoor onder de naam African
Express.
lees meer
Bijlage XI – 1.2. De aanpak van het onderzoekJanuary 1, 1999
1.2. De aanpak van het onderzoek
Georganiseerde criminaliteit is een verschijnsel dat welhaast
per definitie vanuit heel diverse gezichtspunten kan worden
bestudeerd. Het kan bijvoorbeeld zowel worden bezien door de bril
van de mensen die deze criminaliteit bedrijven als vanuit de
positie van degenen die er direct het slachtoffer van zijn, maar
ook in het perspectief van de organisaties die haar op de n of
andere manier pogen te bestrijden. Onderzoeken vanuit deze of nog
andere gezichtspunten verricht, toveren steeds weer een ander beeld
van dit verschijnsel te voorschijn. Ook is het zo dat het onderzoek
dat vanuit de ene invalshoek wordt verricht, niet per definitie
moeilijker of gemakkelijker is dan het onderzoek dat vanuit een
andere invalshoek is opgezet. Voor wie bijvoorbeeld geen toegang
heeft tot de vertrouwelijke informatie waarover de politie
beschikt, is het gewoon heel moeilijk, om niet te zeggen
onmogelijk, om een adequaat beeld van de georganiseerde
criminaliteit te schetsen. Voor zo iemand zit er weinig anders op
dan om contact te zoeken met de plegers respectievelijk de
slachtoffers van georganiseerde criminaliteit en te bezien of er in
hun kring voldoende betrouwbare gesprekspartners te vinden zijn die
onder bepaalde voorwaarden opening van zaken willen geven. En het
is zeker ook zo dat aan elke aanpak van onderzoek op dit terrein de
nodige voordelen en nadelen, moeilijkheden en mogelijkheden kleven.
Het feit bijvoorbeeld dat de politie veel informatie uit de tweede
hand heeft, betekent dat haar berichten over georganiseerde
criminaliteit behoedzaam moeten worden genterpreteerd. Maar hier
staat tegenover dat het voor onderzoekers ook heel moeilijk is om
het waarheidsgehalte te beproeven van verhalen die door misdadigers
worden verteld, nog moeilijker vaak dan voor de politie. Kortom:
onderzoek naar georganiseerde criminaliteit is geen eenvoudige
zaak.
lees meer
Bijlage XI – 5.2. Couleur localeJanuary 1, 1999
5.2. Couleur locale
Ook de Arnhemse politie kreeg haar deel van de roerige jaren
zestig. Jongeren hielden demonstraties, scholen samen rond een
fontein in het centrum en verstoorden een Taptoe. De jaren zestig
leven in de herinnering van de politiemensen in Arnhem echter niet
voort als de jaren van de ludieke provocaties en hasjrokende
langharige jongeren. De herinneringen worden beheerst door een
bedreiging uit geheel andere hoek, namelijk de stevige
machtspositie van enkele onderwereldfamilies. Zij zouden de rosse
buurt en het uitgaansleven rondom de Korenmarkt, het
uitgaanscentrum van de stad, geheel in hun greep hebben. Zij
sloegen onmiddellijk munt uit de liberaler wordende opvattingen
over pornografie en betaalde seks. Ook zij tartten op hun manier
het gezag, net zoals de kabouters en krakers na hen. Bovendien
zouden zij regelmatig betrokken zijn bij de vele intimidaties en
gewelddadigheden die in die tijd tegen horecapersoneel en gasten
plaatsvonden. De betrokken zware jongens leken boven de wet te
staan. Zij konden ongestraft opzichtige parkeerovertredingen plegen
met hun even opzichtige auto’s en zij werden niet (meer)
gecontroleerd op vuurwapenbezit. In de plaatselijke krant werd
regelmatig gesteld dat de Arnhemse politie overschrijding van
sluitingstijden van cafs door de vingers zag en bepaalde cafs zelfs
niet langer durfde te betreden. Eind 1969 werd door de korpsleiding
een opmerkelijke stap gezet om de impasse te doorbreken. Er werd
een aparte brigade opgericht onder leiding van een brigadier,
waarvoor een zestal jonge, energieke surveillanten werd uitgekozen.
Zij zouden de groep bijzondere opdrachten (GBO) gaan vormen, met
een directe hirarchische lijn naar de korpsleiding. De groep kreeg
zeer flexibele diensttijden, en diende zich ongeniformeerd te
bewegen door de rosse buurt en het uitgaanscentrum. Zij kreeg het
consigne hard op te treden en geen enkele confrontatie uit de weg
te gaan.
lees meer
Bijlage I – 1.1 De Werkgroep vooronderzoek
opsporingsmethodenJanuary 1, 1999
HOOFDSTUK 1 VAN WERKGROEP NAAR ENQUTECOMMISSIE
1.1 De Werkgroep vooronderzoek opsporingsmethoden
Na afloop van het plenaire debat in de Kamer over de opheffing
van het interregionaal rechercheteam Noord-Holland/Utrecht op 7
april 1994 Noot werd de motie, ingediend door de leden
Dijkstal, Kohnstamm en Brouwer (motie-Dijkstal c.s) Noot
, door de Kamer aangenomen. De motie luidde als volgt: De
Kamer,
lees meer
<< oudere artikelen nieuwere artikelen >>