Verhoren – de heer J. van VondelJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 77
2 november 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
donderdag 2 november 1995
in de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
de heer J. van Vondel
Zie ook: Eerste verhoor de heer J. van Vondel (red.)
Aanvang 12.00 uur
lees meer
Verhoren – mr. C.V. van der VoortJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 79
2 november 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
donderdag 2 november 1995
in de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
mr. C.V. van der Voort
Aanvang 15.30 uur
lees meer
Verhoren – mr. A.W.H. Docters van LeeuwenJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 83
6 november 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
maandag 6 november 1995 in
de vergaderzaal van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt mr.
A.W.H. Docters van Leeuwen
Aanvang 13.00 uur
lees meer
Verhoren – drs. E. van ThijnJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 87
8 november 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
woensdag 8 november 1995
in de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
drs. E. van Thijn
Aanvang 11.30 uur
lees meer
Verhoren – mr. dr. V.A.M. van der BurgJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 90
9 november 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
donderdag 9 november 1995
in de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
mr. dr. V.A.M. van der Burg
Aanvang 10.30 uur
lees meer
Bijlage I – 2. Lijst van officiele publikatiesJanuary 1, 1999
Naast de in onderstaand overzicht vermelde kamerstukken is gebruik
gemaakt van stukken uit de rijksbegroting
van de departementen van Justitie en Binnenlandse Zaken, alsmede
van m.b.t. vermelde stukken gevoerde
debatten in de Tweede kamer
17.363, Wet op de de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
17.975, Nadere wijziging van de opiumwet
18.895, Verslag van de vaste commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten omtrent haar
werkzaamheden over de persiode 25 augustus 1981 tot 6 maart
1985
18.995, Samenleving en criminaliteit
19.038, Algemene Rekenkamer, Het functioneren van de Centrale
Recherche Informatiedienst
19.073, Algemene wet op het binnentreden
19.095, Regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in
verband met persoonsregistraties: Wet
persoonsregistraties
19.159, Beleidsplan Automatisering van de Politile
Informatievoorziening
19.326, Akkoord tussen de Regeringen van de Benelux, de
Bondsrepubliek Duitsland en Frankrijk betreffende
geleidelijke afschaffing van grenscontroles, Schengen, 14 juni
1985
19.328, Infiltratie als opsporingstechniek (under-cover agenten;
pseudo-koop)
19.535, Wijziging van de politiewet
19.589 Regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in
verband met politieregisters: Wet op de
politieregisters
19.711, Beleidsvoorstellen onderdeel Politie voor 1987
19.757, Wijziging van het Wetboek van strafrecht en Strafvordering:
Anonieme verdachte
19.774, Wijziging van enkele bepalingen van het Wetboek van
Strafvordering omtrent de voorlopige hechtenis
en enige andere onderwerpen
20.090, Beleidsplan Politie 1988
20.385, Verslag van de Vaste Commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten omtrent haar
werkzaamheden over de periode 7 maart 1985 tot 30 november 1987
20.559, Onderzoek Paspoortproject 20.811, Beleidsplan Politie
1989
21.132, Regeerakkoord 1989
21.302, Beleidsplan Politie 1990
21.426, Wijziging van de Wet op de weerkorpsen ter zake van de
particuliere beveiligingsorganisaties
21.461, Een nieuw politiebestel in de jaren ’90
21.481, Algemene Rekenkamer, Verslag over 1989
21.501 – 20, Europese Raad
21.504, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, van het Wetboek
van Strafvordering en enige andere wetten
ter verruiming van de mogelijkheden tot toepassing van de
maatregelen van ontneming van wederrechtelijk
verkregen voordeel en andere vermogenssancties (Pluk ze)
21.551, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van het Wetboek
van Strafvordering in verband met de
voortschrijdende toepassing van informatietechniek: Wet
computercriminaliteit
21.553, Infiltratie BVD
21.565, Aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek
van Strafvordering met voorzieningen ten
behoeve van de bestrijding van heling
21.803, Beleidsplan Politie 1991
21.819, Verslag van de vaste commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten over haar
werkzaamheden (juli 1989-juli 1990)
21.829, Recht in beweging, een beleidsplan voor justitie in komende
jaren
21.833, Strafrecht met beleid: Beleidsplan van het openbaar
ministerie voor de jaren 1990-1995
21.874, Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie
politiebestel
22.036, Verwijdering en vernietiging van dossiers van de
Binnenlandse Veiligheidsdienst
22.036, Verwijdering en vernietiging van dossiers van de
Binnenlandse Veiligheidsdienst
22.081, Goedkeuring van het op 8 november 1990 te Straatsburg tot
stand gekomen Verdrag inzake het
witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en confiscatie van
opbrengsten van misdrijven
22.083, Wijziging van de Wet overdracht tenuitvoerlegging
strafvonnissen en het Wetboek van Strafvordering
met het oog op de internationale samenwerking gericht op de
ontneming van wederrechtelijk verkregen
voordeel
22.112, Ontwerp-richtlijnen Europese Commissie
22.268, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht inzake algemene
strafbaarstelling van
voorbereidingshandelingen
22.306, Beleidsvoornemens Politie 1992
22.343, Handhaving milieuwetgeving
22.355, Algemene Rekenkamer, Criminaliteitsbestrijding
22.447, Aanvulling van het Wetboek van Strafvordering met
voorzieningen ten behoeve van het
DNA-onderzoek in strafzaken
22.463, Verslag van de vaste Commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten over haar
werkzaamheden (juli 1990-juli 1991)
22.483, Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek
van Strafrecht en enige andere wetten
(getuigenbescherming)
22.539, Wijziging van de binnentredingsbepalingen
22.562, Vaststelling van een nieuwe Politiewet
22.838, De georganiseerde criminaliteit in Nederland
22.890, Verslag van de vaste Commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten over haar
werkzaamheden in de periode juli 1991-juli 1992
23.009, Melding ongebruikelijke transacties bij financile
dienstverlening: Wet melding ongebruikelijke
transacties (MOT)
23.045, Wijziging van de Wet op de inlichtingen en
veiligheidsdiensten (opheffing IDB)
23.047, Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met
de regeling van het opnemen van
gesprekken met een technisch hulpmiddel: Direct afluisteren
23.065, Algemene Rekenkamer, Verslag over 1992
23.096, Veiligheidsrapportage 1993
23.108, Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen in
verband met het aftappen van GSM
23.143, TREVI
23.173, Goedkeuring en uitvoering van de op 20 november 1992 te
Washington tot stand gekomen
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde
Staten van Amerika inzake de
wederzijdse samenwerking bij de opsporing, inbeslagneming en
confiscatie van de opbrengsten van en
hulpmiddelen voor misdrijven en de verdeling van geconfisceerde
voorwerpen (Trb. 1994, 0005)
23.225, Verslag van de vaste Commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten over haar
werkzaamheden in de periode juli 1992 – december 1992
23.251, Partile wijziging van het Wetboek van Strafvordering:
Herziening van het gerechtelijk vooronderzoek
23.444, Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen,
het Wetboek van Strafrecht en het
Wetboek van Strafvordering in verband met de doorbreking van het
exclusieve recht van de concessiehouder in
hoofdzaak door middel van de invoering van een gelimiteerd
vergunningenstelsel voor specifieke vormen van
openbare mobiele telecommunicatie
23.446, De landelijke werving, de selectie en het onderwijs voor de
politie: LSOP-wet
23.478, Wet particuliere beveiligingsorganisaties en
recherchebureaus
23.490, Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag
23.547, Samenvoeging ECD en AID
23.593, De opheffing van het interegionaal rechercheteam
Noord-Holland/Utrecht (IRT)
23.635, Algemene Rekenkamer, Politiesterkte
23.655, Nationale ombudsman, Jaarverslag 1993
23.672, Stand van wetgeving ter herziening van het Wetboek van
Strafvordering
23.681, Partile wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere
wetten in verband met de opheffing van
het cumulatieverbod inzake de oplegging van hoofdstraffen
23.700, Derde tranche Algemene wet bestuursrecht
23.704, Regelen inzake de confiscatie van met criminaliteit in
verband staand vermogen: Wet confiscatie
crimineel vermogen
23.705, Wijziging Wetboek van Strafvordering: Vormverzuimen
23.715, Regeerakkoord 1994
23.777, Wet inzake de wisselkantoren
23.815, Internationale politile samenwerking
23.956, Verslag van de commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten over haar werkzaamheden in
1993
23.989, Wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van
Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de
terechtzitting en het vonnis
23.993, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere wetten
met het oog op de opneming in het
Wetboek van Strafrecht van eenvormige strafbepalingen inzake het
verstrekken van onware gegevens en het
nalaten te voldoen aan wettelijke verplichtingen om tijdig gegevens
te verstrekken (concentratie
strafbaarstelling frauduleuze gedragingen)
24.034, Reorganisatie van het openbaar ministerie
24.077, Drugbeleid
24.107, Herziening van de Wet wapens en munitie
24.123, Bestelling van locomotieven door de NS
24.125, Nationale Ombudsman, Jaarverslag 1994
24.139, Regels met betrekking tot naar buitenlands recht
opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende
kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheden geheel of nagenoeg
geheel in Nederland verrichten en
geen werkelijke band hebben met de staat naar welk recht zij zijn
opgericht: Wet op de formeel buitenlandse
vennootschappen
24.141, Regels van internationaal privaatrecht met betrekking tot
corporaties: Wet conflictenrecht corporaties
24.147, Verslag van de commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten van haar werkzaamheden in
het jaar 1994
24.163, Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen,
de Mediawet, de
Radio-Omroep-Zender-Wet 1935 en het Wetboek van Strafvordering in
verband met de liberalisering van
kabelgebonden telecommunicatie-inrichtingen
24.167, Europese samenwerking op het gebied van Justitie en
Binnenlandse Zaken
24.175, Algemene Rekenkamer, Beheersing informatiebeveiliging
24.219, Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met
de verlengingsprocedure van voorlopige
hechtenis
24.225, Veiligheidsbeleid 1995 – 1998
24.252, Aanpassing regelgeving met betrekking tot de advocatuur
24.263, Vaststelling van een Penitentiaire beginselenwet en daarmee
verband houdende intrekking van de
Beginselenwet gevangeniswezen met uitzondering van de artikelen 2
tot en met 5 en wijzigingen van het
Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering alsmede
enige andere wetten (Penitentiaire
beginselenwet)
24.269, Wijziging van het Wetboek van Strafrecht
(mensensmokkel)
24.420, Beleidsvoornemens Politie 1996
24.470, Ontslag van de procureur-generaal van Amsterdam
24.500, Algemene Rekenkamer, Beheer en controle EG-geldstromen in
Nederland
Stenografisch verslag van een besloten algemeen overleg d.d. 29
november 1994 van de vaste Commissie
voor Justitie met de minister van Justitie, W. Sorgdrager, D66,
over de inbraak bij officier van justitie Valente in
Amsterdam
Kort verslag van een besloten algemeen overleg d.d. 6 december 1994
van de vaste Commissie voor Justitie
met de minister van Justitie, W. Sorgdrager, D66, naar aanleiding
van de mededelingen van hoofdofficier van
Justitie te Amsterdam, mr. J. Vrakking in de NRC van 2 december
1994
Wetgeving; Belgi
lees meer
Bijlage V – 11.2 Inventarisatie van opsporingsmethoden in
BelgiJanuary 1, 1999
11.2 Inventarisatie van opsporingsmethoden in Belgi
11.2.1 De georganiseerde misdaad in Belgi
Hoewel het begrip georganiseerde misdaad ook in Belgi
steeds meer ingeburgerd raakt, hebben vooral de fenomenen groot
banditisme (de Bende van Nijvel) en de hormonenmafia de
gemoederen van het Belgische opsporingsapparaat jarenlang bezig
gehouden. Deze selectieve aandacht heeft geresulteerd in het
ontbreken van een goed beeld van (de ontwikkeling van) de
georganiseerde criminaliteit. Inmiddels is het Centraal bureau
opsporingen (CBO) van de Rijkswacht begonnen met het vaststellen
van een criminaliteitsbeeld. Het CBO stelt vast dat 90
Rijkswachtonderzoeken betrekking hebben op zaken die voldoen aan de
definitie van georganiseerde misdaad. In 1994 zijn 22 onderzoeken
afgesloten. De onderzoeken omvatten in totaal 1.067 verdachten en
6.584 strafbare feiten. Verder blijkt uit een kwalitatieve studie
dat het aantal verdachten, de organisatiegraad en de etnische
samenstelling van deze groepen zeer variren. In het merendeel van
de onderzoeken (86 van de 90) zijn internationale verbindingen
vastgesteld. Verder is in zes op tien gevallen vastgesteld dat
commercile structuren worden gebruikt, in n op twintig van de
onderzoeken is gebruik van geweld vastgesteld en in vier van
twintig gevallen is sprake van benvloeding. Noot
Ten aanzien van de aard van de georganiseerde criminaliteit zijn de
geluiden niet veel anders dan in Nederland: drugs, mensenhandel,
witwassen, grootschalige fraude, en – misschien in iets mindere
mate – milieucriminaliteit.
lees meer
Bijlage VI – 11.3 Beslissing over de keuze van zaken en
methodenJanuary 1, 1999
11.3 Beslissing over de keuze van zaken en methoden
11.3.1 Betrokkenheid bij prioriteitenstelling
De verantwoordelijkheid voor de aanpak van de georganiseerde
criminaliteit wordt door korpsbeheerders verschillend gevoeld en
ingevuld. En korpsbeheerder stelt dat hij verantwoordelijk is voor
de aanpak van de georganiseerde criminaliteit met dien verstande
dat er bepaalde criteria worden aangegeven. Dat is vrij globaal,
hij hoeft niet van zaak tot zaak op de hoogte te worden gehouden,
maar de medeverantwoordelijkheid voor het personeel moet volgens
hem vorm kunnen krijgen. Een andere korpsbeheerder zegt zich op
afstand te bemoeien met de bestrijding van de georganiseerde
criminaliteit:
lees meer
Bijlage VI – 12.2 Het ministerie van JustitieJanuary 1, 1999
12.2 Het ministerie van Justitie
De minister van Justitie draagt op centraal niveau de primaire
verantwoordelijkheid voor de beleidsvorming en de formele en lagere
wetgeving met betrekking tot het strafrechtelijk beleid. Daaronder
valt ook de primaire verantwoordelijkheid voor de bestrijding van
de georganiseerde criminaliteit en voor de methoden die daartoe
gebruikt worden. In het verlengde hiervan draagt de minister van
Justitie de politieke verantwoordelijkheid voor het functioneren
van het openbaar ministerie (OM), voor de organisatie van de
zittende magistratuur, voor het functioneren van het
gevangeniswezen en voor het functioneren van de politie, voorzover
het de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde betreft. Sinds
de reorganisatie van het politiebestel is het ministerie van
Justitie ook verantwoordelijk voor het beheer van het Korps
landelijke politiediensten (KLPD), waaronder de Divisie centrale
recherche informatie (DCRI) en het Landelijk rechercheteam (LRT)
ressorteren. De Rijksrecherche valt vanouds onder de
verantwoordelijkheid van de minister van Justitie en is
organisatorisch verdeeld onder de vijf procureurs-generaal van het
OM.
lees meer
Bijlage VI – 2.4 De structuur van de politie
organisatieJanuary 1, 1999
2.4 De structuur van de politie organisatie
2.4.1 Inleiding
Niet alleen de taken van de politie, maar ook de structuur van
de politie-organisatie wordt slechts gedeeltelijk bij wet geregeld.
De Politiewet geeft namelijk alleen aan dat er 25 regionale
politiekorpsen en iin Korps landelijke politiediensten zijn
(artikel 4 Politiewet 1993). Het regionale politiekorps bestaat uit
functionele en territoriale onderdelen. De territoriale onderdelen
kunnen een of meer gemeenten in de politieregio omvatten; zij
kunnen ook delen van gemeenten omvatten (artikel 35 lid 1
Politiewet 1993). Uit lagere regelgeving valt over de structuur en
de organisatie van de politie niet veel meer te zeggen. Het Besluit
beheer regionale politiekorpsen maakt slechts melding van het
bestaan van enkele functionele onderdelen. Dit betreft de CID, het
AT, het OT en het BFO. Veel meer dan het bestaan en een
taakaanduiding van deze onderdelen alsook het feit dat de
politieministers regels kunnen geven over de organisatie, kan uit
het Besluit beheer regionale politiekorpsen niet worden afgeleid.
Bovendien rept het Besluit met geen woord over de aanwezigheid van
tactische recherche-eenheden of andere functionele eenheden zoals
de technische recherche, de herkenningsdienst (HKD) en de secties
technische ondersteuning (STO’s). De CID-regeling 1995 bevat een
artikel over de organisatie van de CID bij de reguliere poliite.
Artikel 1 CID-regeling bepaalt namelijk dat er een regionale en een
landelijke CID is.
lees meer
Bijlage VI – 3.3 Beslissingen over de keuze van zaken en
methodenJanuary 1, 1999
3.3 Beslissingen over de keuze van zaken en methoden
3.3.1 Zaken
De CID is doorgaans – zij het niet overal in gelijke mate – nauw
betrok ken bij de keuze welke zaken moeten worden aangepakt. In
beginsel besluiten de RCID-chef, de tactische chef en de officier
van justitie, die be last is met georganiseerde criminaliteit,
welke grote zaken worden aangepakt. De beslissing over kleine en
middelgrote zaken wordt primair genomen op het niveau van
districten en basiseenheden. Het overleg over grote zaken, dat in
elk korps (onder verschillende benamingen) bestaat, kan worden
aangeduid als het overleg of platform voor de bestrijding van de
georganiseerde criminaliteit. Noot Binnen de
onderscheiden Divisies zware criminaliteit of vergelijkbare
platforms van de korpsen weegt bij de beleidskeuzen de voorhanden
zijnde tactische informatie vaak zwaarder dan de CID-informatie.
Dat is opmerkelijk, tegen het licht van de eerder gemaakte
vaststelling dat het verzamelen van inlichtingen ertoe dient de
opsporing te sturen. Ten behoeve van de prioriteitsstelling en de
keuze van onderzoek naar georganiseerde misdaad zou de RCID
de verzamelde informatie behoren te analyseren, teneinde
voorstellen te doen omtrent aan te pakken zaken of criminele
groeperingen. Daarbij zou dan uit de analyse moeten blijken of een
zaak voldoet aan de criteria van de CRI inzake
georganiseerde misdaad. In de praktijk geeft de RCID in dat
opzicht slechts zelden uitgewerkte analyses. Het lijkt er soms
eerder op dat de CID zaken entameert louter op grond van een
verhaal van een informant.
lees meer
Bijlage VI – 3.5 Sturing en controle van CIDJanuary 1, 1999
3.5 Sturing en controle van CID
3.5.1 De korpsbeheerder
De korpsbeheerders tonen in het algemeen terughoudendheid met
betrekking tot de gang van zaken bij het gebruiken van
opsporingsmethoden. Zij orinteren zich vooral op hun financile
verantwoordelijkheid en hun verantwoordelijkheid als werkgever. Zij
houden zich bijvoorbeeld bezig met de vraag of in de totale omvang
van het korps – personeel en materieel – niet onevenredig veel
prioriteit wordt gegeven aan georganiseerde misdaad ten detrimente
van bijvoorbeeld lokale misdaad, veel voorkomende criminaliteit en
ordehandhaving. De verantwoordelijkheden impliceren niet dat de
korpsbeheerders zich indringend bezighouden met opsporingsmethoden
of de organisatie van de CID-en. De casustiek van het recherchewerk
en het inlichtingenwerk gaat in hoofdzaak aan hen voorbij. Tekenend
is misschien het feit dat de korpsbeheerder weliswaar wettelijk
beheerder van de politieregisters – ook van de CID-registers – is,
maar dat dit tenminste bij n voormalige korpsbeheerder dit niet
bekend was.
lees meer
Verhoren – mr. H.P. Wooldrik en mr. G.P. van de BeekJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 9
11 september 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
maandag 11 september 1995
in de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord
worden mr. H.P. Wooldrik en mr. G.P. van de Beek
Zie ook: Tweede verhoor mr. H.P. Wooldrik (red.)
Aanvang 9.32 uur
lees meer