• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grondrechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 2.2. De luchthaven Schiphol

    2.2. De luchthaven Schiphol

    Schiphol realiseerde in 1993 in alle marktsegmenten van het
    verkeer en vervoer van de tien grootste luchthavens in Europa de
    hoogste groei. Schiphol neemt nu voor zowel passagiers, vracht als
    vliegtuigbewegingen de vierde plaats in Europa in. In ditzelfde
    jaar hebben ruim 21.2 miljoen passagiers van Schiphol gebruik
    gemaakt. Het aantal vliegtuigbewegingen (starts en landingen)
    bedroeg in 1993 bijna 260 duizend. Bovendien werd in 1993 bijna 776
    duizend ton vracht door de lucht vervoerd. Daarnaast verwerkte
    Schiphol meer dan 303 duizend ton vracht die door zogenaamde
    airline-trucks werd aan- en afgevoerd. Het aantal bestemmingen dat
    vanaf Schiphol rechtstreeks met lijndiensten te bereiken is bedroeg
    in 1993 225. Nederland heeft voor het luchtvervoer een relatief
    kleine thuismarkt (luchtvervoer met herkomst of bestemming
    Nederland). Nederland heeft echter een relatief sterke positie op
    de luchtvaartmarkt weten op te bouwen. Dit komt niet alleen doordat
    in de loop der tijd veel landingsrechten zijn verworven, maar ook
    door het omvangrijke transfervervoer op de luchthaven. In 1993
    bedroeg dit 43 procent van het totale lijndienstvervoer (Ministerie
    van Verkeer en Waterstaat, 1994).

    lees meer

    IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 2.1. De Rotterdamse haven

    2.1. De Rotterdamse haven

    De aan- en afvoer over zee van goederen in West-Europa verloopt
    via negen havens die liggen in de
    Hamburg-Le Havre range. Rotterdam neemt onder de
    goederenoverslaghavens de eerste plaats in, met een marktaandeel
    van 44%. Mondiaal gezien staat Rotterdam op de vierde plaats in de
    top 20 als het gaat om het overslaan van containers. Haar
    uitstekende marktpositie heeft de haven van Rotterdam onder andere
    te danken aan de centrale ligging in Europa; een grote
    afvoercapaciteit naar het achterland via binnenvaart, wegvervoer,
    pijpleiding en wellicht binnenkort ook per spoor; het relatief lage
    zeehavengeld voor grote schepen; de hoge afvaartfrequentie en goede
    kustvaartverbindingen en het grote aantal service-verlenende
    bedrijven in de petrochemie in Rotterdam (GHR, Havenplan 2010).

    lees meer

    IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 2. DE NEDERLANDSE ZEE- EN LUCHTHAVENS

    2. DE NEDERLANDSE ZEE- EN LUCHTHAVENS

    De Rotterdamse haven en de luchthaven Schiphol zijn nationaal de
    belangrijkste overslagplaatsen. In de Rotterdamse haven in tonnage
    gemeten, de grootste ter wereld, worden jaarlijks nabij de 300
    miljoen ton goederen aan- en afgevoerd. Het goederenverkeer vindt
    plaats in een gebied van 10.000 hectare, dat 40 kilometer lang is
    en zich uitstrekt van Rotterdam tot aan de Noordzee. Jaarlijks
    bezoeken nabij de 32.000 zeeschepen en een veelvoud aan
    binnenvaartschepen de haven van Rotterdam. Behalve de Rotterdamse
    haven bevinden zich in de regio rondom Rotterdam nog havens in
    Schiedam, Dordrecht, Vlaardingen en Moerdijk (GHR, Havenplan 2010).
    Door de omvangrijke bedrijvigheid, in de vorm van industrile,
    distributie- en dienstverleningsactiviteiten, neemt Rotterdam
    ongeveer de helft van de door de Nederlandse zeehavens gegenereerde
    toegevoegde waarde voor zijn rekening (GHR, Trendrapport, 1994).
    Samen met de luchthaven Schiphol, en de kleinere Rotterdamse
    Airport, vormt de Rotterdamse haven de slagader van de
    Noordeuropese goederenstroom. De oppervlakte van luchthaven
    Schiphol beslaat 2.000 hectare. In 1992 bedroeg het aantal
    passagiersbewegingen meer dan 19 miljoen (NV Luchthaven Schiphol,
    1993); in 1994 bedroeg dat aantal 23 miljoen.

    lees meer

    IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 1. INLEIDING

    1. INLEIDING

    Nederland is al eeuwen een handelsnatie bij uitstek. De
    dienstensector is niet voor niets een van de belangrijkste
    economische sectoren en nog steeds sterk in ontwikkeling. Het
    Nederlandse transportwezen neemt in Europa maar ook daarbuiten een
    belangrijke plaats in. De omvang van het vrachtvervoer op de weg,
    per trein, via de lucht en per binnenscheepvaart en die van het
    personenvervoer per trein, per auto(bus) en per vliegtuig, maken
    Nederland tot een vooraanstaand transportland. Ons land kent twee
    belangrijke transportknooppunten waar uit de hele wereld goederen
    en personen samen komen: de Rotterdamse haven en de luchthaven
    Schiphol. Miljoenen tonnen aan goederen worden elk jaar weer naar
    de Rotterdamse haven en het vliegveld Schiphol getransporteerd en
    ongeveer 23 miljoen mensen maken gebruik van de luchthaven als
    eerste tussenstop voor vervoer naar elders dan wel als
    eindbestemming.

    lees meer

    IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – LITERATUUR

    LITERATUUR

    Algemene Rekenkamer, Koninklijke Marechaussee Schiphol,
    Den Haag, Algemene Rekenkamer, 27 juni 1995, H. A. W. van den
    Berge, De verdeling van politietaken en bevoegdheden op de
    luchthaven
    Schiphol, NPA (scriptie), Apeldoorn, 1978.

    lees meer

    IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 6. SAMENVATTING EN CONCLUSIES

    6. SAMENVATTING EN CONCLUSIES

    De geografische ligging van Nederland heeft gevolgen voor de
    aard en de omvang van de georganiseerde
    misdaad in Nederland. De uitstekende transportverbindingen en de
    aanwezigheid van enkele vitale transportknooppunten van diverse
    internationale handelsroutes, de haven Rotterdam en de luchthaven
    Schiphol, bieden internationale smokkelaars de mogelijkheid hun
    illegale waar naar de gewenste plaatsen te vervoeren. De
    smokkelwaar, waaronder drugs, wapens, gestolen auto’s, gevaarlijk
    afval, bedreigde plantensoorten, is verstopt in de massale
    goederenstromen die in beide havens dagelijks samenkomen. Er wordt
    door de (inter)nationale georganiseerde misdaad geprofiteerd van de
    overslagfaciliteiten van de grootste haven ter wereld en van een
    van de belangrijkste vliegvelden in Europa.

    lees meer

    IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 5.2. De luchthaven Schiphol

    5.2. De luchthaven Schiphol

    In het vorige hoofdstuk heb ik laten zien dat drugsmokkelaars
    ook het vliegtuig als transportmiddel inzetten om hun illegale waar
    naar de plaats van bestemming te (laten) vervoeren. Het aantal
    koeriers dat op Schiphol met drugs (meestal cocane) wordt
    aangehouden, is een indicatie voor de omvang van het gebruik door
    drugsmokkelaars van een internationaal vliegveld. De hoeveelheid in
    beslag genomen drugs is een andere aanwijzing voor de omvang en de
    aard van de smokkel van drugs.

    lees meer

    IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 5.1. De Rotterdamse haven

    5. GEORGANISEERDE MISDAAD IN DE HAVENS

    5.1. De Rotterdamse haven

    In zijn boek over georganiseerde misdaad beschrijft Abadinsky
    (1991) de situatie dat in New York de haven in handen was gekomen
    van de Five Points Gang, een Italiaanse bende waarvan onder
    andere Al Capone en Lucky Luciano nog lid zijn geweest. De bende
    bestond uit ongeveer 1.500 man en stond onder leiding van Paul
    Kelly
    Noot . Kelly startte in Harlem een
    ‘vakbond’ voor de levering van arbeidskrachten (een koppelbaas
    zouden wij nu zeggen) en met behulp van zijn bendeleden schopte hij
    het tot vice-president van de International Longshoremen’s
    Association (ILA). Dit was de grootste vakbond van de
    havenarbeiders. Met behulp van het legioen van arme en ongeschoolde
    Italiaanse arbeiders die hij via de ILA aan een baantje hielp en
    met het geweld van zijn criminele groep kreeg hij de greep op de
    kades van East Side, Brooklyn en van New Jersey: “Loansharking,
    large-scale pilfering, smuggling, and deals with employers eager
    for ‘labor peace’ enriched the criminals who dominated the
    waterfront. The Presidents’s Commission notes that the ‘necessity
    for speed, plus the lack of rail connections to the piers, gave
    rise to the coveted ‘loading’ racket, which involved moving cargo
    from the peirfloor to waiting trucks. Since demand for cargo
    loading was inelastic and dependent upon immediate need when ships
    arrived, loading generated extraordinary profits and was a
    principal incentive for organized crime to infiltrate the ILA.
    Control waterfront labor and you control the waterfront”
    (Abadinsky, 1991, p. 357-358).

    lees meer

    Bijlage IX – 4.3.2. De aard en omvang van mensensmokkel

    4.3.2. De aard en omvang van mensensmokkel Noot

    De smokkel van mensen is voor criminele groepen aantrekkelijk om
    meer redenen. De betalingen die van wanhopige mensen kunnen worden
    verlangd zijn aanzienlijk. Doorgaans leggen mensen tussen de 5.000
    en 20.000 gulden neer om naar een land te worden gesmokkeld. De
    pakkans van smokkelaars is internationaal gezien zeer laag en de
    straffen die op mensensmokkel staan zijn bescheiden te noemen. (In
    Nederland is het fenomeen +mensensmokkel; aan de Koninklijke
    Marechaussee toegewezen in het kader van haar grensbewakingstaak.)
    Mensensmokkel vindt niet alleen via Schiphol plaats, maar ook via
    de weg per auto(bus). Van de totale omvang van mensensmokkel schat
    de Koninklijke Marechaussee dat een klein deel daarvan via Schiphol
    gaat.

    lees meer

    IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 4.3. De luchthaven Schiphol

    4.3. De luchthaven Schiphol

    4.3.1. De aard en omvang van smokkel van drugs

    Om het opsporen van drugsdelicten in de passagierslijn beter te
    organiseren is een samenwerkingsverband met de naam Schipholteam
    opgericht bestaande uit leden van de Marechaussee en de douane post
    surveillance Hoofddorp. Dit team heeft ook tot taak de nationale en
    internationale opsporingsinstanties assistentie te verlenen. Het
    team bestaat uit twee teamleiders, twee cordinatoren en 24
    rechercheurs. De hoeveelheden onderschepte drugs zijn op Schiphol
    beduidend lager dan in Rotterdam, voornamelijk in verband met het
    feit dat containersmokkel in grotere hoeveelheden plaatsvindt. Werd
    in Rotterdam in 1994
    ruim 188.000 kilo aangetroffen, in Schiphol werd ruim 2.000 kilo
    drugs onderschept. Kijken wij naar de soorten drugs die worden
    ontdekt dan komt het volgende beeld naar voren.
    Op Schiphol werd in het jaar 1994 ruim 705 kilogram
    marihuana in beslag genomen (in 1993: 1.068) kg. Vergeleken
    met de enorme hoeveelheden die in de Rotterdamse haven in
    containers worden aangetroffen vallen deze kilo’s in het niet. Dit
    bevestigt de veronderstelling dat in geval van marihuana, mede door
    de omvang, vervoer over zee de meest gekozen vervoersvorm is. De
    aangetroffen marihuana is afkomstig van landen als Nigeria en
    Jamaica. In 1994 waren in 51 van de 66 smokkelzaken met betrekking
    tot marihuana vluchten uit Nigeria betrokken. De meeste
    aanhoudingen vinden plaats in de maanden april/mei en oktober en
    december. In totaal zijn 35 (in 1993: 77) personen aangehouden
    waarvan 12 Engelsen, 8 Nigerianen, 7 Nederlanders en 2 Jamaicanen.
    De hashsmokkel via Schiphol kan worden vergeleken met die
    van marihuana. In 1994 werd 496 kilo in beslag genomen (in 1993:
    1.543 kg). De landen waarvan de hash afkomstig is, zijn Marokko,
    India en Pakistan. Er zijn in 1994 59 (in 1993: 69) verdachten
    aangehouden: uit Duitsland (11), Engeland (11), Marokko (10) en
    Nederland (5).

    lees meer

    IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 4.2. De Rotterdamse Haven

    4.2. De Rotterdamse Haven

    Zoals in de vorige paragraaf al is aangegeven krijgt een
    internationale zeehaven te maken met smokkel van allerhande
    goederen. Door de pre-occupatie van de Nederlandse
    opsporingsdiensten met drugs gaat de aandacht voornamelijk uit naar
    drugssmokkel. Daarover zijn ook de meeste gegevens aanwezig. In de
    Rotterdamse haven is door de opheffing van de centrale afdeling
    verdovende middelen van de politie de opsporing en bestrijding van
    drugssmokkel een taak geworden van de douane, waarbij de politie
    indien nodig assistentie levert.

    lees meer

    IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – VOORWOORD

    Gerben Bruinsma Universiteit Twente

    VOORWOORD

    De georganiseerde misdaad is voor de levering van goederen aan
    illegale markten aangewezen op de beschikbare transportmiddelen. De
    internationale smokkelroutes van drugs lopen ter land, ter zee en
    in de lucht. Nadat de relatie tussen de georganiseerde misdaad en
    het vervoer over de weg door Bovenkerk en Lempens uit de doeken is
    gedaan, wordt de aandacht nu gericht op het vervoer over zee en
    door de lucht. Deze empirische studie gaat over de rol die onze
    belangrijke havens in dat vervoer spelen: de zeehaven Rotterdam en
    de luchthaven Schiphol.

    lees meer

    IX – De branche van het wegtransport – 4.1 Rentabiliteitscijfers

    4.1 Rentabiliteitscijfers

    In 1982 ging het niet zo goed met de rentabiliteit – het netto
    overschot in procenten van de netto opbrengst – van Nederlandse
    transportondernemingen; de cijfers doken toen in het negatieve:
    -0,2 voor het internationaal vervoer en -2,3 voor het binnenlands
    transport. Daarna volgt er een opleving die zijn hoogtepunt bereikt
    in 1986: de rentabiliteit in het binnenlands vervoer ligt dan op
    5,4 procent en bedraagt 6,4 procent in het grensoverschrijdende
    vervoer. Vanaf die hoogte kan het percentage alleen nog maar dalen
    en dat doet het dan ook. Het dieptepunt werd in 1993 bereikt: dan
    duiken de percentages weer voor het eerst in elf jaar tijd onder de
    nullijn, ten minste voor wat betreft het internationaal transport;
    de score daar is -1,3 procent. De rentabiliteit in het binnenlands
    vervoer zakt met 0,4 procent. In 1994 trekken de cijfers echter
    weer aan: het binnenlands vervoer heeft een
    rentabiliteitspercentage van 2,3 procent en het internationaal
    vervoer staat op 1,4 %. Helaas geven de rentabiliteitscijfers
    alleen gegevens over het totaal aantal bedrijven, zodat onduidelijk
    is welke categorie bedrijven het meest in nood verkeert. De
    faillissementscijfers geven wat dat betreft meer inzicht.

    lees meer

    IX – De branche van het wegtransport – 4. DE ECONOMISCHE POSITIE VAN NEDERLANDSE TRANSPORTONDERNEMINGEN

    4. DE ECONOMISCHE POSITIE VAN NEDERLANDSE
    TRANSPORTONDERNEMINGEN

    Driekwart van alle internationaal actieve vervoersbedrijven en
    de helft van de nationale transportondernemingen zullen in 1994 in
    de rode cijfers duiken, raamde Transport en Logistiek Nederland in
    haar verslag over het eerste kwartaal van 1994 (TLN, 1994). Het
    jaar daarvoor lagen die percentages nog een stuk lager,
    respectievelijk 49 en 43 procent (Nota TLN, 1994). Toch lijken de
    jongste cijfers niet zo dramatisch. In dit hoofdstukje worden de
    bedrijfsresultaten van Nederlandse transportondernemingen bekeken
    aan de hand van rentabiliteitscijfers, het aantal faillissementen,
    de vrachtwagenverkoop en de werkgelegenheid in de branche.

    lees meer

    IX – De branche van het wegtransport – 3.2 Bestemmingen

    3.2 Bestemmingen

    De belangrijkste landen waar de Nederlandse vervoersondernemers
    naartoe rijden zijn op volgorde van grootte: Duitsland (22 miljoen
    ton), Belgi en Luxemburg (12 miljoen ton), Frankrijk (ruim 4,5
    miljoen ton), Itali (1,3 miljoen ton), Engeland (0,7 miljoen ton)
    en Zwitserland (0,6 miljoen ton). Andere belangrijke uitvoerlanden
    zijn Denemarken en Zweden (samen 1 miljoen ton). De belangrijkste
    landen waar de Nederlandse vervoersondernemingen goederen vandaan
    halen zijn in volgorde van grootte: Duitsland, Belgi en Luxemburg,
    Frankrijk, Itali, Engeland en Zweden. Andere grotere importlanden
    zijn Denemarken, Spanje en Zwitserland en Oostenrijk.

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>