• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grondrechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage V – Leander

    Leander

    EHRM 26 maart 1987, NJCM-bulletin 13-2 (1988) p. 148-166
    (Artt. (6,) 8, 10 en 13 EVRM + 13 Besluit Veiligheidsonderzoeken
    Zweden (uitvoeringsinstructie: een geheim KB))

    De klacht van Leander kwam er in hoofdzaak op neer dat hem, naar
    Zweeds recht onvoldoende mogelijkheden werden geboden zich teweer
    te stellen tegen de te zijnen aanzien uitgesproken verdenking een
    verhoogd veiligheidsrisico te zijn. Leander wenste in aanmerking te
    komen voor een (tijdelijke) aanstelling in openbare dienst bij het
    marine-museum. Het betrof een vertrouwensfunctie omdat uit de
    hoofde van die functie ook (mogelijk beperkt) toegang zou zijn tot
    een aantal magazijnen en historische objecten op de naastgelegen
    marinebasis. Het veiligheidsonderzoek omvatte onder meer onderzoek
    van gegevens uit een geheim politieregister van de Nationale
    politie raad. Het opnemen van gegevens over Leander geschiedde
    hoofdzakelijk op grond van een geheim KB uit 1973, een
    instructiebesluit ter uitvoering van het Besluit
    Veiligheidsonderzoeken 1969. Voor registratie van gegevens en
    verstrekking daarvan zouden in genoemd KB allerlei garanties zijn
    ingebouwd ter verzekering van de juistheid. Leander vermoedde dat
    zijn verleden (dat is zijn vroegere lidmaatschap van de Zweedse
    communistische partij, het deel uitmaken van een links-liberaal
    tijdschrift, het tijdens zijn diensttijd actief zijn in de
    soldatenvakbond en de Zweedse bond voor bouwarbeiders en het maken
    van enkele reizen naar Oostbloklanden) de negatieve uitkomst van
    het veiligheidsonderzoek had bepaald.

    lees meer

    Bijlage V – Laundry

    Laundry

    Rechtbank Rotterdam, 14 juni 1995, nr. 10.035458/94
    Feiten en rechtsvragen:
    1. Verweer (3): Deals met S. en De B. ontberen een wettelijke
    grondslag en zijn in strijd met de Modelbrief (richtlijn) van de
    procureurs-generaal (d.d. 1 juli 1983). (De verdediging stelt dat
    door het openbaar ministerie met ongeveer 3 4 personen behorend tot
    de inner circle van verdachte Kobus L. overeenkomsten zijn gesloten
    om essentile informatie te verkrijgen. En van hen is nadien
    omgebracht, een ander hield zich niet aan de voorwaarden en
    belandde in Marokkaanse gevangenis. Over een derde noch een vierde
    persoon waarmee mogelijk afspraken zouden zijn gemaakt wordt in dit
    vonnis gesproken.) Rechtbank:

    lees meer

    Bijlage V – Plea-bargain

    Plea-bargain

    HR 28 maart 1995, nr. 99.127
    Verdachte meende dat er beslist een deal was gemaakt over de eis
    van twee jaar als schoon schip gemaakt zou worden door verdachte.
    De rechercheurs zouden daartoe carte blanche hebben gekregen van de
    officier van justitie. Vervolgens heeft verdachte niet alleen met
    autodiefstallen, maar ook – geheel onverwacht – een overval op

    Albert Heijn te Delft toegegeven.

    lees meer

    Bijlage V – Witwassen informatie

    Witwassen informatie

    HR 26 april 1994, NJ 1994, 737 m.nt. Sch
    (Art. 2 lid 1 aanhef onder b Opiumwet)
    In het gewraakte proces-verbaal stond dat bij de chef van het
    bureau CID van de (..) is informatie
    binnengekomen dat …. Ter terechtzitting bij de rechtbank
    verklaard verbalisant: Tijdens het afluisteren van de telefoon van
    rechter-commissaris heb ik zelf die de informatie over ene Hans uit
    Amsterdam verkregen. Ik heb deze informatie niet aan de CID
    doorgegeven omdat ik ben vergeten een tipformulier ten behoeve van
    de CID op te maken. Ik heb deze informatie dus niet van de CID
    verkregen. Deze gang van zaken was noodzakelijk om de tap af te
    schermen.

    lees meer

    Bijlage V – Coral Sea

    Coral Sea

    HR 26 april 1994, NJ 1994, 736
    (Artt. 3 onder b Opiumwet, 457 lid 1 aanhef onder 2 Sv
    (herzieningsomstandigheid))
    De veroordeelde verdachte (P.S.)
    vraagt herziening aan van de uitspraak van het gerechtshof
    Amsterdam van 28 april 1992 omdat hij meent dat het onderzoek in
    deze zaak is aangevangen op basis van een vals informantendossier
    (D 20) van de douane, valse informatie verstrekt door diezelfde
    douane aan de FIOD en een vals proces-verbaal (43/91) bevattende
    valse informatie-formulieren. Ter staving van deze stelling is een
    afschrift van een proces-verbaal van de Rijksrecherche bij de
    aanvrage tot herziening gevoegd. Zeer verkorte inhoud hiervan:
    Argwaan ontstond omdat betaling van een boete van f. 15.000 direct
    kon plaatsvinden, terwijl de kraanmachinist daarentegen onvoldoende
    betaling had ontvangen voor door hem verricht werk.
    Douaneambtenaren gaan daarop de gangen na van de bemanningsleden
    van de Coral Sea (schip), de inschrijving (van een van hen) in een
    hotel onder een valse naam, door tussenkomst personeel hotel in
    zijn tas uit kluis gesnuffeld (zat een groot geld bedrag in). Om
    toch de douanerecherche te kunnen inschakelen – daar was haast bij
    want de tas zou de volgende dag worden opgehaald – werd besloten
    een informant in te voeren die zogenaamd in het begin van het
    onderzoek de tip zou hebben gegeven dat een schip verdovende
    middelen in Amsterdam zou worden overgeladen en dat daarbij een
    groep Beverwijkse criminelen betrokken was. Ook zou deze informant
    de tip hebben gegeven dat in een hotel in Haarlem de kassier van
    deze groep zat met een paar ton, verband houdend met handel in
    verdovende middelen.

    lees meer

    Bijlage V – V-Mann David

    V-Mann David

    HR 17 januari 1984, NJ 1984, 405 m.nt. ThWvV en Ars Aequi 1984,
    33 (P.J. Blaauw) Een Duitse informant David die werkt voor de
    politie te Frankfurt, ontmoet in Frankfurt een Engelssprekende
    Nederlandse vrouw en een Filipijnse jongen. Via haar wordt hij, in
    verband met de aanschaf van herone, in contact gebracht met Luuk K.
    te Rotterdam, die hem op zijn beurt (na het tonen van een monster)
    weer in contact brengt met twee Turken die elke hoeveelheid willen
    (en blijkbaar kunnen) leveren. Op dat moment wordt door de politie
    te Frankfurt telefonisch contact opgenomen met de politie te
    Rotterdam. Rechtsvragen:

    lees meer

    Bijlage V – Kroongetuige St. Maarten

    Kroongetuige St. Maarten

    HR 15 februari 1994, NJ 1994, 322 m.nt. AHJS

    lees meer

    Bijlage V – Edwards

    Edwards

    EHRM 16 december 1992, NJCM Bulletin 1993, p. 449-453 met
    commentaar Myer (Art. 6 EVRM)
    De veroordeling van Edwards was hoofdzakelijk gebaseerd op door de
    politie verzameld bewijsmateriaal. Edwards bestreed dat hij het
    plegen van de tenlastegelegde delicten (one count of robbery and
    two counts of burglary) zou hebben bekend. Vervolgens kwam aan het
    licht dat bepaalde feiten niet door de politie aan de verdediging
    bekend waren gemaakt, zodat het voor de verdediging niet mogelijk
    was de geloofwaardigheid en juistheid van de politieverklaringen
    aan te vechten.

    lees meer

    Bijlage V – Kostovski

    Kostovski

    HR 25 september 1984, NJ 1985, 426 m.nt ThWvV en EHRM 20
    november 1989, NJ 1990, 245 m.nt EAA (en A.H.J. Swart in Ars Aequi
    39 (1990) 5, p. 315-327)
    (Artt. 186 lid 3, 288, 338 Sv, 6 lid 3 EVRM en 14 lid 3 onder e
    IVBP)
    Drie personen zijn ‘s nachts een bank binnengedrongen en
    wachtten met bivakmutsen getooid op de komst van het bankpersoneel
    om hen de kluizen te laten openen. Na de overval bleef alleen een
    gevonden schroevedraaier achter. Later meldden zich twee personen
    die de namen van de daders noemden (Stanley H., Paul M. en
    Kostovski). Deze twee getuigen vreesden voor represailles en
    wensten anoniem te blijven. Een van hen trok zijn getuigenis in, de
    ander werd twee maal door de rechter-commissaris – buiten
    aanwezigheid van de verdediging – gehoord, maar weigerde op de
    zitting te verschijnen. Vervolgens wees een speurhondenproef uit
    dat de schroevedraaier door een van de drie verdachten was
    gebruikt. Het hof had deze verdachte veroordeeld, waarbij de
    schroevedraaier doorslaggevend was geweest. De rechter-commissaris
    verscheen ter terechtzitting als getuige. Dit arrest betreft
    Kostovski’s medeverdachte Stanley H., maar is vrijwel identiek aan
    het arrest dat met betrekking tot Kostovski is gewezen. (zie voor
    een uitgebreid feitenrelaas NJ 1990, 245). De Hoge Raad:

    lees meer

    Bijlage V – De zaak Charles Z.

    De zaak Charles Z.

    Gerechthof Amsterdam, 10 januari 1995, NJ 1995, 254
    (Artt. 47, 56, 57, 140 Sr, 3 en 11 Opiumwet)
    De beschrijving van deze zaak zal als volgt plaatsvinden: Per
    aangevoerd verweer (1 t/m 9) zal een korte inhoud van dat verweer
    gegeven worden, waarna gelijk (veelal door middel van een
    samenvatting) de overweging en beslissing op dit punt door het hof
    zal volgen. Bij het eerste verweer worden de inleidende opmerkingen
    van het hof, gemaakt voor de behandeling van de verweren, vermeld.
    1. Verweer onvolledig proces-verbaal: Het proces-verbaal van de
    hoofdinspecteur van politie, Woelders, voldoet niet aan opdracht
    van het hof aan de procureur-generaal een volledige rapportgage met
    betrekking tot de gehanteerde opsporingsmethoden te
    verstrekken.

    lees meer

    Bijlage V – De zaak Henk R.

    De zaak Henk R.

    Gerechtshof Amsterdam 1 december 1994, NJ 1995, 159
    (Artt. 140 Sr en Opiumwetdelicten, art. 9 lid 1 aanhef onder b
    Opiumwet (zoals deze tot 1 oktober 1994 gold), 125f en g
    Sv)

    Naar aanleiding van het opsporingsonderzoek in de zaak R. worden
    bij het hof door de verdediging twee verweren gevoerd die, zo zij
    slagen, tot niet ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie
    in haar vervolging zouden moeten leiden.

    lees meer

    Bijlage V – Sinis

    Sinis

    HR 31 mei 1994, NJ 1995, 29 m.nt. Kn
    (Artt. 120, 152 Sv, 9 Opiumwet)
    In eerste aanleg is door de rechtbank geconstateerd dat er tijdens
    het politie-onderzoek van het Sinis-team, voorafgaand aan de
    huiszoekingen en de aanhoudingen op 9 april 1991 een inkijkoperatie
    is uitgevoerd in een loods. De officier van justitie was hiervan
    niet op de hoogte, evenmin is de rechter-commissaris in het
    onderzoek betrokken, zoals bij een formele huiszoeking. Bij deze
    kijkoperatie is geen bewijs aan het licht gekomen voor de
    tenlastegelegde feiten: in plaats van de verwachte handelsvoorraad
    drugs (hashish) werd een speedboot aangetroffen.

    lees meer

    Bijlage V – Niemietz

    Niemietz

    Europees Hof voor de Rechten van de Mens 16 december 1992, NJ
    1993, 400 m.nt. EJD (Artikel 8 EVRM)
    Tegen Klaus Wegener werd in januari 1986 in Mnchen een procedure
    gestart wegens belediging. In een brief aan de rechtbank van
    Freising, ondertekend door ene Klaus W., werd namelijk de
    handelwijze van een rechter, tijdens een proces tegen een werkgever
    die uit overtuiging had geweigerd voor zijn werknemers
    kerkbelasting af te dragen, ondemocratisch en terroristisch
    genoemd. In het kader van dit onderzoek was een huiszoekingsbevel
    uitgevaardigd dat betrekking had op het kantoor van de advocaat
    Niemietz. Niemietz was een aantal jaren voorzitter geweest van de
    Antiklerikaler Arbeitskreis, een werkgroep van de Freiburgse partij
    Bunte Liste, waaraan Klaus Wegener verbonden was geweest (de
    voornoemde brief was blijkens het onderschrift geschreven in naam
    van Antiklerikale Arbeitskreis geschreven). Tot eind 1985 werd de
    post voor de Bunte Liste, naar het kantoor van Niemietz (klager in
    dit geding) gestuurd. Door middel van deze huiszoeking hoopten de
    autoriteiten meer over Wegener te weten te komen.

    lees meer

    Bijlage V – Omgekatte auto’s

    Omgekatte auto’s

    Rechtbank ‘s-Hertogenbosch 12 juni 1992, park.nr. 037.044/92 en
    Hof ‘s-Hertogenbosch 19 december 1992, park. nr 20.001178.92
    (Artt. 311 lid 1 aanhef onder 4 j 310, 219 aanhef onder 1 j 45
    Sr en 150 j 148 lid 3 Sv)
    Op 20 december 1992 deelde de
    politie, de officier van justitie telefonisch mede, dat uit CID
    informatie was gebleken, dat in een bepaalde schuur gestolen auto’s
    waren ondergebracht om omgekat te worden (dat is het voorzien van
    een ander chassisnummer en dergelijke om weer verkocht te kunnen
    worden). De officier besloot op grond van de bepaling van de schouw
    (art. 150 Sv juncto 148 lid 3 Sv) in die schuur te gaan kijken,
    teneinde de juistheid van die informatie vast te stellen. De
    rechthebbende op die schuur werd hiervan niet op de hoogte
    gesteld.

    lees meer

    Bijlage V – Keukenkastje

    Keukenkastje

    HR 28 mei 1985, NJ Sv, 1985, 822 m.nt ThWvV
    (Artt. 97 lid 1 sub 1SV, 2 lid 1 sub C en 9 Opiumwet
    (oud))

    Rechtsvraag:
    Was het tegen de wil van de bewoners binnen treden, waarna cocane
    werd aangetroffen bij het onderzoek in de keukenkastjes (een naast
    de geiser hangend kastje), welk onderzoek zonder toestemming en
    zonder te hebben voldaan aan de (oude) voorwaarden voor een
    huiszoeking, onbevoegd geschied? Mag de gevonden cocane (49,6 gram)
    voor het bewijs van het tenlastegelegde meewerken?

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>