• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grondrechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage XI – WOORD VOORAF

    WOORD VOORAF

    Deze studie bevat een analyse van de georganiseerde
    criminaliteit in Amsterdam. Zij vormt een van de rapporten die in
    opdracht van de Parlementaire Enqute-commissie Opsporingsmethoden
    zijn vervaardigd omtrent de aard, ernst, omvang en ontwikkeling van
    de georganiseerde criminaliteit in Nederland. Het onderzoek waarop
    deze analyse berust, werd uitgevoerd in de periode 8 mei – 8 juli
    1995. Aan dit rapport werd rond 20 augustus 1995 de laatste hand
    gelegd, nadat het concept op 11 augustus 1995 uitvoerig was
    besproken met een aantal vertegenwoordigers van politie en justitie
    in Amsterdam. Deze bespreking stond natuurlijk geenszins in het
    teken van enige fiattering van dit rapport. Zij had bovenal tot
    doel na te gaan of bepaalde gebeurtenissen wel juist zijn
    genterpreteerd, belangrijke ontwikkelingen wel naar waarde zijn
    ingeschat, sommige conclusies niet overijld zijn getrokken. Het
    spreekt dan ook vanzelf dat alle feilen die dit rapport ook nu nog
    vertoont, geheel voor onze rekening komen.

    lees meer

    Inhoud Bijlage XI

    Bijlage XI – Deelonderzoek 4

    1. Een analyse van de situatie in Amsterdam

    WOORD VOORAF

    lees meer

    Bijlage X – 3.4. Recapitulatie

    3.4. Recapitulatie

    In dit hoofdstuk is een aantal verschijningsvormen van fraude
    beschreven. Daarbij is een onderscheid aangebracht tussen
    fraudevormen waarin de actoren op de wettige markt primair als
    slachtoffers moeten worden aangemerkt en fraudevormen waarin ook
    sprake is van verwijtbare betrokkenheid van (een deel van) de
    wettige nijverheid.

    lees meer

    Bijlage X – 3.3. Symbiose met de marktomgeving

    3.3. Symbiose met de marktomgeving

    De meeste vormen van fraude die in het onderhavige onderzoek
    zijn bestudeerd, dragen een symbiotisch element in zich. Dit vindt
    meestal zijn oorsprong in het feit dat door toedoen van fraudeurs
    de wig tussen de kost- en de marktprijs zodanig wordt benvloed dat
    ook voor de reguliere handel aanzienlijk marktvoordeel kan
    ontstaan. Noot Het frauduleus handelen leidt natuurlijk
    tegelijkertijd voor het deel van de handel dat zich hiervoor niet
    ontvankelijk opstelt tot oneerlijke concurrentie en ontwrichting
    van de markt.

    lees meer

    Bijlage X – 3.2. Parasitaire fraudevormen

    3.2. Parasitaire fraudevormen

    Zoals in paragraaf 1.1 is vermeld, is de essentie van fraude dat
    er misbruik wordt gemaakt van het vertrouwen van de reguliere
    marktpartijen. De komende paragrafen geven enig inzicht in de
    verschillende gedaanten waarop bedoelde misleiding gestalte kan
    krijgen. De eerste verschijningsvorm van parasitaire fraude die we
    in deze paragraaf zullen behandelen, betreft het opkopen en
    leegplunderen van slecht lopende bedrijven. Zoals het voorbeeld
    laat zien, beperken fraudeurs zich daarbij meestal niet tot deze
    hoofdactiviteit, maar wordt een scala van nevenactiviteiten
    ontplooid waarmee verscheidene partijen worden benadeeld. CASUS
    1

    lees meer

    Bijlage X – 3.1. Inleiding

    3. VERSCHIJNINGSVORMEN VAN FRAUDE

    3.1. Inleiding

    Bij het exploreren van het omvangrijke en complexe fraudegebied
    dient ten behoeve van de overzichtelijkheid enige ordening te
    worden aangebracht. Anders dan de meeste van de tot dusverre
    ondernomen pogingen om tot een vorm van categorisering te komen, is
    in de onderhavige studie niet het accent gelegd op het object of de
    aard van de fraude – resulterend in de bekende reeks van
    belasting-, premie-, beleggings-, faillisementsfraude enz., maar is
    bij de beschrijving van de aangetroffen fraudepatronen gekozen voor
    een tweedeling die gebaseerd is op de impact die de fraude heeft op
    de reguliere marktverhoudingen. Een onderscheid is aangebracht
    tussen fraudes die in hoofdzaak parasitair van aard zijn en
    fraudes waarin sprake is van een symbiose met de wettige
    omgeving.

    lees meer

    Bijlage X – 2.1. Het begrip fraude in historisch perspectief

    2. ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN DE FRAUDE

    2.1. Het begrip fraude in historisch perspectief

    Fraude is een verschijnsel waaraan in de afgelopen decennia
    velerlei connotaties verbonden zijn geweest. Brants en Brants
    (1991) hebben de ontwikkeling van het fraudebegrip nauwgezet in
    kaart gebracht. De auteurs omschrijven het stereotype fraudeur van
    de jaren zestig als het slimme doch misdadige individu, dat zonder
    enige scrupules te werk ging. Een decennium later werd het begrip
    vooral in verband gebracht met steun- en belastingfraude, waarbij
    de in die jaren welig tierende koppelbazerij de meeste justitile
    aandacht kreeg. Het geruchtmakende rapport over de omvang van
    belastingfraude van Van Bijsterveld (1980) zorgde vervolgens
    opnieuw voor een aanzienlijke verschuiving in de beeldvorming. Dit
    rapport maakte duidelijk dat niet alleen uitkeringstrekkers en
    koppelbazen sjoemelden en knoeiden, maar dat ook de gewone burgers
    en bedrijven zich regelmatig op hun belastingformulier verschreven.
    Langzaam maar zeker deed het beeld opgeld dat fraude een
    wijdverbreid maatschappelijk verschijnsel, was dat zich overal,
    zelfs bij gerespecteerde bedrijven en overheden, manifesteerde. Het
    begrip breidde zich uit naar machtsmisbruik, vertrouwensschennis en
    naar het oneigenlijke gebruik van wetten in het grijze circuit.
    Hele beroepsgroepen en bedrijfstakken raakten in opspraak. Ook kwam
    een tot op dat moment nauwelijks belicht fenomeen in de
    schijnwerpers te staan, te weten milieucriminaliteit.

    lees meer

    Bijlage X – LITERATUUR

    LITERATUUR

    Altena, M. J. van
    Crimineel geld: de aanpak bij banken, In: C. D. van der Vijver
    (red.),

    lees meer

    Bijlage X – 12. SLOTBESCHOUWING

    12. SLOTBESCHOUWING

    Onder de algemene noemer fraude is een scala van illegale
    activiteiten in de reguliere economie beschreven. Deze
    verschijningsvormen hebben n belangrijk kenmerk met elkaar gemeen:
    er wordt misbruik gemaakt van het vertrouwen, dat de kurk is waarop
    de interacties en transacties in het reguliere economische verkeer
    drijven. Het rapport onderstreept eens te meer dat georganiseerde
    criminaliteit meer behelst dan drughandel. Het feit dat fraude zich
    in wettige bedrijfstakken en sectoren afspeelt, rechtvaardigt
    misschien zelfs extra aandacht voor deze vorm van georganiseerde
    criminaliteit. Het gevaar van verstrengeling van zakelijke en
    criminele belangen is immers juist ten aanzien van fraudedelicten
    aanwezig. Het rapport bestaat uit drie onderdelen: een analyse van
    18 fraudezaken, een beschrijving van het misbruik van rechtsfiguren
    om illegale activiteiten af te schermen en ten slotte een
    beschrijving van de wijzen waarop misdaadgeld in de legale economie
    wordt gesluisd. De in de beide laatste delen beschreven
    afschermings- en witwastechnieken hebben naast fraude ook
    betrekking op de drughandel.

    lees meer

    Bijlage X – 11.7 Recapitulatie

    11.7 Recapitulatie

    In dit hoofdstuk zijn de drie verschijningsvormen van witwassen
    besproken aan de hand van voorbeelden ontleend aan
    opsporingsonderzoeken. Op de vraag hoe vaak witwassen voorkomt en
    welke bedragen hiermee zijn gemoeid, kan geen gefundeerd antwoord
    worden gegeven. De beschreven technieken van witwassen, die er –
    populair uitgedrukt – in essentie op neer komen dat het misdaadgeld
    de schijn krijgt van eerlijk geleend of eerlijk verdiend geld,
    vinden niet in een maatschappelijk vacum plaats. Misdaadgeld is
    voor criminele groepen pas interessant, wanneer het binnen de
    legale economie vrij besteedbaar is. Om dit doel te bereiken worden
    banken, adviseurs en legale markten ingeschakeld. Twee van deze
    markten worden in dit hoofdstuk beschreven, de effectenhandel en de
    onroerend-goedmarkt. In deze voorbeelden wordt duidelijk hoe zeer
    intermediaire personen (commissionairs, onroerend-goedexploitanten)
    en rechtsfiguren (economische eigendom, buitenlandse
    rechtspersonen) instrumenteel zijn in het wegsluizen van
    misdaadgeld in de legale economie.

    lees meer

    Bijlage X – 11.6. Witwassen en investeren op de onroerend goedmarkt

    11.6. Witwassen en investeren op de onroerend
    goedmarkt

    Meer dan bij de handel in effecten is de handel in onroerend
    goed niet alleen een middel maar ook een doel. Het is een
    eindbestemming van misdaadgeld. Twee verschijningsvormen van de
    route naar deze bestemmingen worden hieronder gepresenteerd.

    lees meer

    Bijlage X – 11.5. Misdaadgeld witwassen via de effectenhandel

    11.5. Misdaadgeld witwassen via de effectenhandel

    11.5.1. Inleiding

    Eind oktober 1994 ontstond in de effectenwereld grote beroering
    toen uitlekte dat een werkgroep van politie- en justitieambtenaren
    een onderzoek hadden gedaan naar mogelijke infiltratie door
    criminele organisaties in de effectenhandel. De landelijk
    MOT-officier lichtte de werkzaamheden van deze zogeheten
    Fieccom-groep (fiscaaleconomische combinatie) vervolgens toe. De
    Fieccom zou hoofdzakelijk openbare bronnen (emissieprospectussen,
    jaarverslagen, kranten) hebben geraadpleegd alsmede enkele
    processen-verbaal en de politieregisters voor de strafrechtelijke
    antecedenten. De speurtocht naar mogelijke criminaliteit in het
    effectenwezen zou uiteindelijk hebben geresulteerd in drie concrete
    verdenkingen van witwaspraktijken in de effectenwereld.

    lees meer

    Bijlage X – 11.4. Het creren van inkomsten

    11.4. Het creren van inkomsten

    Een aantal van de witwasmethodieken kan onder de noemer worden
    gebracht van het (kunstmatig) creren van inkomsten door onder
    andere het fingeren van een hoge omzet of lucratieve transacties.
    Doorslaggevend is dat de winst ten overstaan van fiscus of politie
    aannemelijk gemaakt (ergo: witgewassen) kan worden.

    lees meer

    Bijlage X – 11.3. Het overdragen van vermogen

    11.3. Het overdragen van vermogen

    Het overdragen van vermogen van de ene naar de andere persoon
    kan onder verschillende wettelijke titels plaats vinden,
    namelijk:
    * het schenken van vermogen
    * het ontvangen van gelden in het kader van gokken
    * het lenen van gelden.

    lees meer

    Bijlage X – 11.2. Het voorwenden van vermogensstijging

    11.2. Het voorwenden van vermogensstijging

    Deze methodiek van witwassen kan worden toegepast in de gevallen
    dat men de beschikking heeft over activa die moeilijk objectief
    waardeerbaar zijn, zoals kan voorkomen bij onroerend goed, antiek
    en kunst. Door een lucratieve verkoop van dit soort activa voor te
    wenden aan een schijnbaar onafhankelijke derde, kan een crimineel
    op schijnbaar legale wijze in het bezit komen van zijn
    misdaadgeld.

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>